David Van Peteghem
‘Het Vlaams Belang is wél een racistische partij’
In een artikel dat verscheen in Knack stelt onder andere politicoloog Carl Devos dat het Vlaams Belang geen racistische partij is. Filosoof, theoloog en auteur David Van Peteghem is het oneens: ‘De droom van een wit Vlaanderen in een wit Europa laat weinig aan de verbeelding over.’
Volgens Carl Devos verwijst ‘racisme enkel naar de biologische component van rassen’. Als de aanwezigheid van die component in de politieke ideologie van het Vlaams Belang ontbreekt, dan blijft het een vrijblijvend verwijt om de partij van racisme te beschuldigen.
Het Vlaams Belang is wél een racistische partij.
Maar Devos verliest uit het oog dat er achter het onherstelbare idee van ras een bepaalde manier van denken over menselijke verschillen schuilgaat die – in weliswaar sterk afgezwakte vorm – het nog steeds goed doet bij allerhande extreemrechtse partijen die overal in Europa mainstream dreigen te worden, waaronder het Vlaams Belang.
Op de website van de jongerenafdeling van het Vlaams Belang daagt men weliswaar ‘om het even welke tegenstander uit een verwijzing naar ras te vinden in welk Vlaams Belang-programma dan ook’, maar dit is een valse uitdaging omdat sociale categorieën (‘volk’, ‘wit/blank’, ‘crimigranten’, ‘moslim’…) de plaats kunnen innemen van de notie van ras.
In racismeonderzoek gebruikt men hiervoor het concept ‘racialisering’. Hier gaat het dan niet om ‘ras’ zelf, maar over het proces dat ertoe leidt bepaalde groepen mensen te zien als raciale groepen. We hoeven ons echter niet blind te staren op de manier waarop het Vlaams Belang onder de mom van islamkritiek en kritiek op het multiculturalisme minderheden en in het bijzonder moslims racialiseert. Het venijn zit hem immers veeleer in hoe de partij op grond daarvan de Vlaming in beeld brengt en racialiseert.
Wit fundamentalisme
In de jaren negentig toen de burgeroorlog volop woedde in het uiteengevallen Joegoslavië waarschuwde de Franse socioloog Jean Baudrillard al voor de opmars van een ‘wit fundamentalistisch Europa’. Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen voerde het Vlaams Belang de verkiezingsstrijd met de slogan ‘eerst onze mensen’. Velen vroegen zich toen af wie ze daarmee op het oog hadden en of het een zachtere versie was van de klassieke slogan ‘eigen volk eerst’. Maar hierover kan weinig misverstand bestaan: ‘Eerst onze mensen’ is wit fundamentalisme. Met ‘eerst onze mensen’ doelt het Vlaams Belang op alle mensen in Vlaanderen die zij als Vlaams en wit zien. Allochtonen, vluchtelingen, nieuwkomers, moslims en niet-Belgische stemgerechtigden horen daar niet bij.
Het wit fundamentalisme wordt ook heel sterk in beeld gebracht in de politieke beeldcommunicatie van de partij. Het beeld dat bij de verkiezingscampagne ‘eerst onze mensen’ hoort is een witte vrouw die een kind op de rug draagt.
Het valt op dat het Vlaams Belang steevast iets heeft met witte vrouwen. Met de vrouw brengt de partij de biologische component van haar racistische ideologie in beeld die – zoals in elke vorm van racisme – samenhangt met een culturele component. In de geracialiseerde zelfverbeelding van het Vlaams Belang garandeert de witte Vlaamse vrouw het voorbestaan van de witte Vlaamse cultuur – biologie en cultuur samengebald in krachtige symboliek.
In navolging van het Duitse Alternative für Deutschland (AfD) vatte het Vlaams Belang in januari 2018 haar verkiezingscampagne aan met een opvallend campagnebeeld waarin de geïdealiseerde witte Vlaamse vrouw wordt gedehumaniseerd en wordt voorgesteld als een biologische kweekmachine. De AfD-affiche toont de buik van een in een graslandschap liggende, zwangere witte vrouw en met grote drukletters daarboven de veelzeggende boodschap: ‘Neue Deutsche?’ Macher Wir Selbe.’ In de Vlaams Belang-versie van deze biopolitieke propaganda zien we een zwangere rechtopstaande vrouw die naar haar eigen buik kijkt met daarboven in grote letters de aangepaste boodschap: ‘Nieuwkomers? Die maken we zelf.’ Deze biopolitieke ideologie staat wel ver af van het Lebensborn-programma (een programma dat tot doel had het geboortecijfer te verhogen teneinde een ‘zuiver, arisch ras’ te scheppen, nvdr.) van Heinrich Himmler, want het klopt dat pseudowetenschappelijke theorieën over de noordelijke rassen geen enkele rol spelen in het partijprogramma van het Vlaams Belang.
De erfenis van Bardèche
De biopolitieke propaganda van het Vlaams Belang toont duidelijk aan dat de partij er een racistische ideologie op nahoudt. Deze biopolitieke propaganda sluit naadloos aan op de pan-Europese droom van Maurice Bardèche (1907-1998), één van de bekendste naoorlogse ideologen van het fascisme en traditioneel één van de huisideologen van het Vlaams Belang. De geestelijke vader van het Vlaams Blok, Karel Dillen, vertaalde in 1951 zelfs één van zijn boeken: Neurenberg, het beloofde land, een werk waarin Bardèche een groot vraagteken plaatst bij de Holocaust.
Volgens Bardèche kon in het licht van de Franse arbeidsimmigratiepolitiek het voortbestaan van het naoorlogse Europa enkel gegarandeerd worden als de superioriteit van het ‘witte ras’ terug wordt opgeëist. Geen wonder dus dat Bart Claes, de huidige voorzitter van Vlaams Belang-jongeren ook de jeugdpresident is van #MakeEuropeGreatAgain, een groep die de facto een wit Europa voorstaat. Het Vlaams Belang is dus niet zomaar louter een Vlaams-nationalistische partij: ze huldigt nog steeds de pan-Europese idealen van Karel Dillens grootste ideologische held van het naoorlogse fascisme.
De droom van een wit Vlaanderen in een wit Europa laat weinig aan de verbeelding over. Wat als de Europese cultuur wordt gezien, wordt hier verweven met huidskleur en is wederom een voorbeeld van een ideologische fusie van biologie en cultuur. Nochtans hebben Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken en zelfs Filip Dewinter er al verschillende keren op gewezen dat huidskleur er niet toedoet. In wetenschappelijke zin hebben raciale categorieën zoals wit en zwart inderdaad geen enkele betekenis, maar wel in een ideologische zin. En als huidskleur er werkelijk niet toe doet, dan geldt dit natuurlijk ook voor de eigen huidskleur. Maar in de politieke beeldcommunicatie van het Vlaams Belang draait het enkel om witte vrouwen, mannen en kinderen. In opiniestukken op de website van het Vlaams Belang gaat het regelmatig over de ‘witte stadsvlucht’, ‘de bange blanke man’ en de ‘schaars overgebleven witte scholen’ in Antwerpen.
Het gaat om racisme omdat de ideologische zelfverbeelding steunt op een negatieve verhouding tot het bestaan van de ander.
De ander heeft geen bestaansrecht
Natuurlijk kan men tegenwerpen dat er helemaal niets mis is met op te komen voor het eigen Vlaamse volk. Inderdaad, principieel gezien is daar helemaal niets mis mee. Je mag er best wel trots op zijn dat je een Vlaming bent, dat je je hier thuis voelt.
Wat dit echter zo problematisch maakt, is dat er in elke vorm van racisme steevast sprake is van een dialectiek: trots zijn op je eigen volk lijkt enkel maar te kunnen worden afgemeten aan het negatieve oordeel dat men velt over de ander. Geen Vlaamse grond en identiteit zonder de racialisering van de ander. De ander wordt gezien als een Fremdkörper wat wederom steunt op een overeenkomst tussen een biologisch verschil en een cultureel verschil.
Het gaat om racisme omdat de ideologische zelfverbeelding steunt op een negatieve verhouding tot het bestaan van de ander. In de racistische verbeelding maakt de ander deel uit van een bepaalde menselijke out-groep waarvan de aanwezigheid als ondraaglijk wordt ervaren. Voor zover de aanwezigheid van de ander als een ondraaglijke last wordt gezien, vertrekt elke vorm van racisme vanuit de existentiële ervaring dat er alleen maar mensen kunnen zijn zoals diegene die tot de in-groep behoren, en omdat de ander van de out-groep dat niet is, worden ze als being out of place gezien, horen ze hier niet thuis, want zoals het in een Vlaams Belang-liedje luidt is dit Vlaamse grond.
David Van Peteghem (1976) studeerde wijsbegeerte (UA) en theologie en religiewetenschappen (KUL). Hij is medeauteur van het boek Samen Vooruit in Antwerpen (Critica, 2018) uitgebracht onder redactie van hoogleraar sociologie Stephen Bouquin (Université Paris Saclay).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier