Mathias De Clercq (Open VLD)
Het recht om homo te zijn
De Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie is een goed moment om de essentiële mensenrechten onder de neus te houden van al wie meent dat een andere seksuele geaardheid verwerpelijk zou zijn.
17 mei is de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie. Voor veel mensen is homoseksualiteit geen issue meer, maar weet dat de Wereldgezondheidsorganisatie deze seksuele geaardheid pas in 1990 geschrapt heeft van de lijst van geesteszieken. In Duitsland werd pas in 1994 de beruchte paragraaf 175 uit het Duitse Wetboek van Strafrecht geschrapt die seksuele omgang tussen mannen verbood. De mogelijkheid voor mensen om te huwen met iemand van hetzelfde geslacht werd pas voor het eerst ingevoerd in Nederland in 2001, gevolgd door België in 2003. Momenteel zijn er een zestien landen en een reeks staten in de VS en Mexico waar het homohuwelijk wettelijk is voorzien waaronder sinds kort in Frankrijk, Engeland en Schotland. Het wijst op een toenemende acceptatie van homoseksualiteit in de westerse samenlevingen. Is een dergelijke Internationale Dag dan nog wel nodig?
Zeker. Want ondanks de vooruitgang die hier en daar geboekt wordt, zien we ook een steeds hardnekkiger beweging van intolerante wereldlijke en geestelijke leiders. Nogal wat politici keren zich, doorgaans vanuit hun geloofsovertuiging of druk van machtige religieuze groepen, tegen homo’s en nemen opnieuw strengere wetten aan.
Neem Rusland. De voormalige president Boris Jeltsin schafte in 1993 de bestraffing van homoseksualiteit af. De Russische president Vladimir Poetin verbood in 2006, mee onder impuls van de Russisch-orthodoxe Kerk, een Gay Pride Parade in Moskou. Op 26 juni 2013 liet hij een wet goedkeuren die ‘propaganda van niet-traditionele relaties’ verbiedt. Via de (sociale) media horen we steeds meer berichten over gewelddaden tegen homo’s in Rusland waarbij de politie niet optreedt.
In de VS verwerpen de meeste Republikeinen homoseksualiteit op basis van Bijbelse teksten.
Nog erger is het gesteld in Oeganda waar president Yoweri Museveni, onder impuls van religieuze groepen, een wet uitgevaardigd waardoor homo’s bestraft kunnen worden tot levenslange opsluiting. Zelfs gewoon praten over homoseksualiteit is in Oeganda illegaal. Er worden ook regelmatig foto’s van homoseksuelen afgedrukt in kranten wat soms leidt tot gewelddaden. Denk aan de moord op de homoactivist David Kato op 26 januari 2011.
In islamitische landen waar de sharia de basis voor het recht vormt, wordt sodomie bestraft met de dood.
Maar ook in onze contreien bestaat er nog heel wat homofobie. Recent presenteerde de Universiteit Antwerpen nog een studie waaruit bleek dat ook Vlamingen heel wat vooroordelen hebben ten aanzien van homoseksuelen. Regelmatig vernemen we via de media dat homo’s geslagen worden. De voorbije maanden gebeurde dat in Gent, Leuven, Brussel, Anderlecht en Boom. In Luik werd in 2012 een homo doodgeslagen met een hamer. Ook op de internetsites van dag- en weekbladen en op sociale netwerken zoals Facebook en Twitter worden nog heel vaak homofobe uitspraken gedaan.
Hetzelfde trouwens tegen transseksuelen, zoals nadat de Oostenrijkse Conchita Wurst, de vrouw met een baard, het Eurosongfestival had gewonnen. Al voordien liep het op internetfora storm van onbeschofte en ronduit beledigende opmerkingen aan het adres van homoseksuelen en transseksuelen.
De Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie is een goed moment om opnieuw de essentiële mensenrechten, zoals vermeld in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, op te diepen en onder de neus te houden van al wie meent dat een andere seksuele geaardheid verwerpelijk zou zijn.
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren, aldus artikel 1.
Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status, staat in artikel 2.
Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon, bepaalt artikel 3.
Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet, zegt artikel 12.
Homofobie moet ten allen tijde bestreden worden. Niemand mag gedwongen worden om zijn seksuele geaardheid te moeten verzwijgen of af te leggen. Het is aan ons politici en burgers om elke vorm van homofobie aan te klagen als een daad van vernedering en onmenselijkheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier