Willy Peerens
‘Het probleem Brussel: 6 oplossingen voor de uitverkozen twistappel’
B Plus heeft enkele innovatieve (soms controversiële) voorstellen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgewerkt. ‘Brussel moet een volwaardig gewest worden.’
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: dit klein lapje grond, geprangd tussen de twee voornaamste taalgemeenschappen, dikwijls de uitverkozen twistappel en de oorzaak van talrijke polemieken, waar de communautaire perikelen in het land maar al te dikwijls ten top worden gedreven en uitgevochten.
Sommigen houden (onterecht?) vast aan het (kortzichtig?) territorialiteitsbeginsel terwijl anderen dan weer de mening zijn toegedaan dat Brussel nog het enige is wat België samen houdt. Wat door niemand wordt ontkend: dit gewest met de stad Brussel als zetel van de Europese Commissie en hoofdkwartier van de NAVO en als hoofdstad van België, Vlaanderen en de Franstalige Gemeenschap, heeft zowel maatschappelijk als economisch en financieel, een belangrijke impact op het functioneren van het huidige België. Dat is misschien dan ook de reden waarom het toch zo moeilijk lijkt om een voor iedereen aanvaardbare oplossing van het “probleem Brussel” te vinden.
Het probleem Brussel: oplossingen voor de uitverkozen twistappel.
B Plus heeft in dit kader een aantal innovatieve (soms controversiële) voorstellen uitgewerkt die mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het debat over de institutionele omkadering van dit gewest. Een bloemlezing:
1. Brussel: een volwaardig gewest
Tot voor kort was Brussel de enige stad ter wereld die geen zeggenschap had over de eigen culturele aangelegenheden. De 6de staatshervorming heeft daar, al is het maar gedeeltelijk, verandering in gebracht: het gewest krijgt culturele bevoegdheden, wordt bevoegd voor de financiering en subsidiëring van de gemeentelijke sportinfrastructuur en in min of meerdere mate voor de beroepsopleiding. Sommige aspecten van de gezondheidszorg, de kinderbijslag en het jeugdsanctierecht worden eveneens, via de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) aan Brussel toevertrouwd.
Maar is dit voldoende? Beschikt Brussel daardoor over een fiscaal correcte basis en armslag om efficiënt te kunnen besturen? Wordt Brussel dan verlost van de perfide logica van permanente confrontaties tussen Walen en Vlamingen? Neen dus! En kan men zomaar voorbijgaan aan het multiculturele karakter van Brussel en aan het groeiend zelfbewustzijn van de Vlaamse en Waalse Brusselaar die zichzelf meer en meer als “Brusselaar” profileert en steeds minder als “Vlaming” of “Waal”? Zeker niet!
Een co-beheer van het Brussels gewest door Vlaanderen en Wallonië lijkt voor velen de ideale oplossing. Waarom? Omdat iedereen, in casu de overige gewesten, toch wel hun greep wensen te behouden op de besluitvorming van dit toch zo (economisch en financieel) belangrijk gewest van het land. Iedereen wil een stukje van de taart! Naar de buitenwereld toe (de eigen publieke opinie) wordt dit natuurlijk gans anders voorgesteld: bescherming van de minderheden, behoud van de culturele entiteit en vrijwaring van het territorium zijn maar enkele van de argumenten die tot vervelens toe, altijd maar opnieuw worden voorgeschoteld. Deze oplossing wordt door B Plus resoluut van de hand gewezen; dit betekent immers een gigantisch democratisch deficit, gaat volledig voorbij aan de Brusselse realiteit en gaat regelrecht in tegen de regels van een efficiënt bestuur. Een beperkte voogdij van de federale staat omwille van de hoofdstedelijke en internationale rol wordt daarentegen wel aanvaard.
Enkel een volwaardig statuut van het Brussels gewest, op voet van gelijkheid met de andere gewesten en met dezelfde bevoegdheden, rechten en plichten biedt de nodige garanties voor een duurzame en efficiënte oplossing. Indien men voor deze oplossing kiest moet men daarenboven de moed hebben om de verschillende Gemeenschapscommissies in Brussel in vraag te stellen. Is de gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlaamse minderheid in de Brusselse regering en in het Brussels parlement niet voldoende om tegemoet te komen aan de Vlaamse verzuchtingen in dit gewest?
2. Taalgemengde kieslijsten
Het indienen van taalgemengde (Nederlandstalig – Franstalig) kieslijsten in Brussel is momenteel bij wet verboden, wat betekent dat er in Brussel twee aparte kiescolleges worden opgericht. Het feit dat de institutionele tweedeling tussen Nederlandstaligen en Franstaligen niet langer beantwoordt aan de maatschappelijke realiteit in de stad, is de voornaamste reden waarop de voorstanders zich baseren om taalgemengde kieslijsten in te voeren. Volgens hen moeten kieslijsten samengesteld worden op basis van een politieke opinie en niet op basis van de taal. De tegenstanders beroepen zich dan weer op het bestaand historisch Belgisch institutioneel compromis om dergelijke kieslijsten af te zweren.
Waarom kunnen in Brussel – en in gans België trouwens – Nederlandstalige kandidaten zich niet tot Franstalige kiezers richten en omgekeerd?
B Plus sluit zich volledig aan bij de voorstanders: dergelijke lijsten, gekoppeld aan de afschaffing van de afzonderlijke kiescolleges maar met behoud van de gegarandeerde vertegenwoordiging, gaan uit van het principe dat een kandidaat zich moet kunnen aanbieden op basis van zijn politieke overtuiging en niet op basis van zijn taalstatuut. Deze stellingname ligt volledig in lijn met het promoten van een federale kieskring voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, een voorstel dat al sinds lang door B Plus verdedigd wordt. Waarom kunnen in Brussel – en in gans België trouwens – Nederlandstalige kandidaten zich niet tot Franstalige kiezers richten en omgekeerd? Op die manier leert men elkaar beter kennen en dit kan alleen maar de solidariteit, het samen leven en het wederzijds respect in eenzelfde stad en in eenzelfde land doen aanzwengelen.
En waarom zou men in het Brussels gewest niet overwegen om, met het voorzien van de nodige beschermingsmechanismen, taalfaciliteiten voor bijvoorbeeld het gebruik van het Engels toe te kennen? Dit zal ongetwijfeld het imago als gastvrij gewest en de internationale aantrekkingskracht van Brussel enkel maar doen toenemen.
3. Gemengde financiering
Momenteel draait het gewest op voor de kosten die verbonden zijn aan het uitoefenen van de hoofdstedelijke en internationale functie (bijvoorbeeld de ordehandhaving bij betogingen en bij internationale (Europese) conferenties en vergaderingen). Bovendien draagt het gewest de lasten van een groot aantal pendelaars uit de andere gewesten die in Brussel komen werken en waarop geen belastingen op de inkomens kan geheven worden.
De Beliris-akkoorden voorzien extra financiële middelen van de federale overheid voor de kosten te wijten aan de hoofdstedelijke en internationale rol van het gewest.
Een gemengde financiering voor de overige kosten lijkt de ideale oplossing, waarbij het gewest ook aanspraak kan maken op financiële middelen, niet enkel op basis van de woonplaats maar ook op basis van de werkplek.
4. Bescherming van cultuurgroepen
In het Brussels gewest waar diverse culturen elkaar ontmoeten, is de bescherming en de ontplooiing van de verschillende cultuurgroepen van essentieel belang voor het samen leven in één gewest. In tegenstelling met wat nu gebeurt, moeten de verschillende taalgemeenschappen instaan voor de bescherming van de cultuurgroepen in het gewest, maar niet als voogden maar wel als partners.
5. Interne herstructurering van het aantal gemeenten en de politiezones
Brussel telt momenteel 19 gemeenten en 6 politiezones. Men kan zich ongetwijfeld de vraag stellen of dergelijke ver doorgevoerde decentralisatie, vooral geïnspireerd door de strijd om meer macht en invloed in de hoofdstad, nog wel financieel haalbaar is en of die nog wel efficiënt werkt. Uiteraard dient men rekening te houden met het subsidiariteitsbeginsel, maar dit mag niet ge(mis)bruikt worden om de scheefgroei van bestaande structuren (baronieën) te rechtvaardigen.
Brussel telt momenteel 19 gemeenten en 6 politiezones. Is dit nog wel financieel haalbaar?
Gaat men de moed durven opbrengen om dit ingebakken taboe te doorbreken en om een grondige evaluatie van de interne gemeentelijke en politionele structuren door te voeren? Het is in ieder geval een evaluatie waar B Plus voor de volle 100% achter staat.
6. Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap
Het hinterland van Brussel overstijgt in belangrijke mate de 19 gemeenten. Essentiële uitdagingen voor de toekomst van het gewest (mobiliteit, werkgelegenheid, economische ontwikkeling, ruimtelijke ordening, milieu…) kunnen dan ook maar op een efficiënte en coherente manier beheerd worden indien men buiten het strikt geografisch kader van het gewest, activiteiten kan ontwikkelen.
De toekomst van Brussel ligt niet in het uitbreiden van het grondgebied, maar wel in het samenwerken met het hinterland op basis van concrete dossiers, binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap, op voet van gelijkheid en waarbij geen van de partners door de andere kan gedomineerd worden.
Het is daarom van primordiaal belang dat de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap opnieuw de belangstelling krijgt die het verdient en dat deze instelling nieuw leven wordt ingeblazen.
De Doordenkers van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier