Het onheilspellende universum van kunstenares Paula Rego: ‘Ik wil altijd alles op zijn kop zetten’
Het universum van de Portugees-Britse kunstenares Paula Rego is bevreemdend en onheilspellend. In de verhalen die ze schildert, is de spanning vaak te snijden en van sprookjes legt ze uitgerekend de duistere, agressieve en vaak seksuele onderstroom bloot. Haar messcherpe werk is nu te zien in Londen en Antwerpen.
Paula Rego, inmiddels 86, is bekend en onbekend. In haar tweede thuisland Groot-Brittannië wordt ze met de hoogste lof overladen. In Tate Britain loopt nu een indrukwekkende overzichtstentoonstelling met meer dan honderd schilderijen, tekeningen en etsen. De expo brengt zeventig jaar leven en werken in beeld en focust op het politieke karakter van haar oeuvre. Toch is Paula Rego geen beroemdheid, in tegenstelling tot een generatiegenoot als David Hockney.
In ons land is haar werk tot nu toe mondjesmaat tentoongesteld. Galerie De Queeste in Watou trekt al een tijd aan de kar, enkele monumentale schilderijen werden in 2012 getoond in Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle, en haar snoeiharde abortusreeks maakt deel uit van de vaste collectie van Museum De Reede in Antwerpen, waar nu onder de titel Power Games een overzicht van Rego’s werk op papier wordt getoond.
Feministe en activiste
Paula Rego heeft altijd haar eigen koers gevaren: koppig, moedig en trots. Antifascist en antiklerikaal in het katholieke Portugal van dictator Antonio de Oliveira Salazar, vrijgevochten feministe, enige vrouw in de Londense artistieke mannenwereld van de jaren 1950 en 1960, en abortusactiviste na het mislukte Portugese referendum van 1998.
Eén anekdote tekent Paula Rego ten voeten uit. Toen de National Gallery in Londen haar in 1990 vroeg om de eerste associate artist te worden, antwoordde ze: ‘De National Gallery is een mannelijke collectie, en als vrouw kan ik daar niets vinden wat interessant zou kunnen zijn voor mij.’ Een week later belde ze terug: ze was van mening veranderd. ‘De National Gallery is een mannelijke collectie, en als vrouw kan ik daar zeker iets vinden wat interessant is voor mij.’
Tijdens haar residentie schilderde ze het grote werk Time – Past and Present (1,8 bij 1,8 meter). Een klein meisje, ongetwijfeld Rego zelf, zit te tekenen. Haar linkerarm ligt over een nog blanco vel papier, dat ze zo wil afschermen tegen nieuwsgierige blikken. Ze draagt een kort rokje, opvallende sportkousen en ouderwetse schoenen: ze is een ‘oudere jongere’, een Balthus-achtige gedrongen ‘dwerg’, zoals die vaak in Rego’s werk voorkomt. Een corpulente man doet dienst als model of zit er als een leraar of opzichter bij. De man neemt veel plaats in dat claustrofobische atelier in, waar klassieke schilderijen van Gerard van Honthorst, Hans Memling en Francisco de Zurbarán aan de muur hangen. Het volgestouwde atelier doet denken aan het beroemde schilderij De heilige Hiëronymus in zijn studievertrek (1475), een werk van Antonello da Messina, dat in de National Gallery hangt en Rego mateloos fascineert.
Haar wereld vol boze dromen leunt bij Goya aan, het carnavaleske haalt ze bij James Ensor en het harde antiklerikalisme doet aan Félicien Rops denken.
Rego beeldt zichzelf dus af als een jong meisje, een prille, zoekende kunstenares, te midden van die overdonderende mannelijke kunsttraditie. Maar tegenover de oude meesters en de puur mannelijke wereld plaatst Paula Rego haar eigen wereld. Hier en daar heeft ze wijzigingen aangebracht in de klassieke werken: zo sleurt een non een stout kind mee in een Velasquez-achtig schilderij, ongetwijfeld een knipoog naar Rego’s katholieke Portugal. De engel van de annunciatie wekt bij haar een kind uit zijn wieg, terwijl de deur van het atelier openstaat en ons een kijkje biedt op een zonnig strand, ongetwijfeld een beeld uit Rego’s zorgeloze kindertijd. Niet toevallig staan een oudere vrouw – de vaak terugkerende oma – en een jong meisje – Rego zelf – in de deuropening.
Kortom, Rego zet de westerse kunstgeschiedenis naar haar hand, bevolkt een mannelijke wereld met vrouwen en zet de deur open naar een andere, zonnige wereld. Meteen hoort daar een kanttekening bij: de wereld die Rego ons voorschotelt in haar schilderijen en tekeningen is niet zó zonnig. Integendeel. Spanning en dreiging zijn nooit ver weg in haar duistere, vaak surrealistische wereld.
Vaak wordt Paula Rego gereduceerd tot feministe en politiek activiste. Hoewel dat uiteraard essentiële engagementen in haar leven en werk zijn, overstijgt haar oeuvre dat ook moeiteloos. Ze is een bijzonder getalenteerde tekenaar en beheerst het medium van de pasteltekening in die mate dat ze er indrukwekkende, monumentale werken mee heeft gemaakt. Haar werk is van een subversieve, tegendraadse schoonheid en wordt bevolkt met persoonlijke demonen. Het wordt beheerst door de spanning tussen macht en onmacht, kracht en onderwerping, liefkozing en verstikking. Al dan niet onderdrukte agressie, gesublimeerde erotiek en seksueel verraad spelen een belangrijke rol in vaak nachtmerrieachtige scènes, waar vrouwen nu eens slachtoffer en dan weer overwinnaar zijn. ‘Ik schilder om angst een gezicht te geven’, zei Rego ooit.
Grootmoeder
Paula Rego werd geboren op 26 januari 1935 in Lissabon. Ze is enig kind gebleven. Haar vader was ingenieur elektronica, een uitgesproken antifascist en antiklerikaal in een land dat sinds 1932 geregeerd werd door de extreemrechtse dictator Salazar en waar de kerk een absolute machtspositie bekleedde. Haar moeder had schilderkunst gestudeerd aan de Escola de Belas-Artes in Lissabon. In een recent interview in de Britse krant The Guardian zei Rego dat ze hoopte het karakter van haar vader te hebben. ‘Hij was warm, lief en genereus, maar had ook kwalijke depressies.’ Die depressies heeft ze van hem geërfd. Daar heeft ze nooit een geheim van gemaakt: ze is lang in analyse geweest. De relatie met haar moeder, van wie ze haar artistieke vaardigheden leerde, was afstandelijker en complexer.
In 1936 trokken haar ouders naar Engeland, waar haar vader een nieuwe baan was aangeboden. Paula bleef in Lissabon en werd tot 1939 grootgebracht door haar oma. Die vertelde haar allerlei volksverhalen en sprookjes, die later in Paula’s beeldend werk naar binnen zouden sijpelen. De grootmoeder treedt ook vaak op in de schilderijen, meestal aan de zijde van een jonge vrouw, waarin we Rego zelf kunnen herkennen.
In 1951 werd Paula door haar vader naar Engeland gestuurd om te ontsnappen aan de repressie van Salazar en zijn Estado Novo, de ‘Nieuwe Staat’. In 1952 wilde ze zich inschrijven aan de Chelsea School of Art in Londen, maar haar Engelse voogd had vernomen dat studentes er ongewenst zwanger waren geworden. The Slade School of Fine Art was een respectabeler school volgens hem. Paula studeerde er van 1952 tot 1956 en leerde er haar toekomstige echtgenoot Victor Willing kennen. Paula en Vic reisden heen en weer tussen Engeland en Portugal, totdat in 1966 Rego’s vader stierf en bij Vic multiple sclerose werd vastgesteld. Het echtpaar met drie kinderen vestigde zich in 1972 permanent in Londen. Vic Willing overleed in 1988, een jaar dat een echt kantelmoment zou blijken, ook in artistiek opzicht. De expo in Tate Britain laat die evolutie goed zien.
Seks, erotiek, lust, agressie, rouw, spijt, haat, jaloezie, … achter de ontwapenende Disneystijl krioelen tegenstrijdige gevoelens.
Provocatie
Het eerste werk in de Londense tentoonstelling is Interrogation (1950), een schilderij in een vrij expressionistische stijl. Een vrouw zit blootsvoets, verkrampt en met haar hoofd in haar handen op een stoel. Ze wordt geflankeerd door twee mannen – ondervragers of beulen – die we maar tot hun middel zien en die allebei een ondefinieerbaar voorwerp (een foltertuig?) in de hand hebben. Dat schilderij maakte de 15-jarige Rego toen ze nog in Lissabon woonde. Moedig, onder het dictatoriale bewind van Salazar.
Tien jaar later maakte ze een semi-abstract schilderij met een openlijk politieke boodschap: Salazar Vomiting the Homeland (1960). Haar stijl doet dan denken aan CoBrA, Jean Dubuffet en een boosaardige Joan Miró. Een jaar later combineert ze collage met verf in When We Had a House in the Country We’d Throw Marvellous Parties and Then We’d Go Out and Shoot Black People: een satirische aanval op Salazars brutale imperialisme en de koloniale oorlog die dat jaar in Angola losbrak. Het is een wild, agressief, verscheurend en verscheurd werk. Noem het de hoogstpersoonlijke Guernica van Paula Rego. Beide werken werden in Portugal tentoongesteld, maar met kortere, minder provocerende titels.
Rego bleef een tijdlang met collages werken, de invloed van Dada, Pablo Picasso en Philip Guston was merkbaar. In de loop van de jaren 1980 schakelde ze over op gewelddadige, groteske fabels die ze op een uitgezuiverde, harde manier schilderde. Ook dan lieten de titels weinig aan de verbeelding over: Red Monkey Beats His Wife, Wife Cuts off Red Monkey’s Tail (1981). Ongetwijfeld verwijzingen naar Rego’s eigen problematische huwelijk, waarbij de dieren voor mensen staan. Zo’n veertig jaar later, in 2017, maakte Paula’s zoon Nic Willing de onthullende documentaire Paula Rego, Secrets & Stories, waaruit bleek dat ontrouw, jaloezie maar ook onblusbare liefde het huwelijk van Paula en Vic hadden beheerst.
Verstikkende liefde
Eind jaren tachtig vond Paula Rego haar eigen stijl en aanpak: monumentale figuratieve schilderijen, waarin de klare lijn en heldere kleuren overheersen. Bevolkt door corpulente, ouderwets geklede en vaak dwergachtige meisjes, die soms ontsnapt lijken uit Diego Velazquez’ Las Meniñas. Vaak zijn haar werken opgezet als scènes uit een toneelstuk of een tekenfilm, in een soort ontwapenende Disneystijl. Maar onder die oppervlakte zit een enorme spanning en woelen en krioelen tegenstrijdige gevoelens: seks, erotiek, lust, agressie, rouw, spijt, haat, jaloezie,… Haar wereld zit vol boze dromen, die eerder bij Goya aanleunen, terwijl ze het carnavaleske bij James Ensor haalt en het harde antiklerikalisme soms aan Félicien Rops doet denken.
Een monumentaal schilderij als The Dance uit 1988 (212 bij 274 cm) is een treffend voorbeeld van de mengeling van schijnbare zorgeloosheid en boze dromen. Mannen, vrouwen en een kind dansen met elkaar. Maar de setting is bizar: een lege vlakte onder een volle maan met in de achtergrond een onheilspellend kasteel dat zo uit Psycho van Hitchcock kan komen. Zou het kunnen dat het schilderij het levensverhaal van Rego uitbeeldt? Opgevoed door de grootmoeder, een man (haar toen pas overleden echtgenoot Vic), die met Paula maar ook met een andere vrouw danst (zijn ontrouw), en helemaal links, opnieuw Rego die helemaal alleen is.
Mijn abortusetsen waren belangrijk. De werken zijn niet mooi, maar ze zijn echt en waarachtig.
The Family (213 bij 213 cm), is confronterender. Een man wordt door twee vrouwen – moeder en dochter – aan- of uitgekleed. Hij is machteloos. Het zou Vic kunnen zijn, de MS-patiënt. De vrouwen gaan hardhandig te werk, een van beide lijkt de man bijna te verstikken met haar arm. Rechts staat een dwergachtig vrouwtje – haar lange schaduw valt onheilspellend op de vloer – afwachtend te bidden. En in de achtergrond zien we een poppenkast waarin Sint-Joris de draak doodt, terwijl een ooievaar een op de grond liggende vos lijkt te voeden. Mythen, sprookjes, fabels maar ook geweld en heiligenlevens, die bewust of onbewust hun stempel hebben gedrukt op het leven van gelovigen én zelfs ongelovigen, gewoonweg omdat ze deel uitmaken van de westerse christelijke beeldcultuur. Surrealisme en een spel van macht en controle, vervlochten met verstikkende liefde, op het slappe koord van leven en dood.
Ontelbare keren schildert en tekent Rego een soort piëta: een vrouw heeft een verlamde man op haar schoot. Ze tracht die te verzorgen, soms ook te verstikken. Zeer ambigue beelden, die de radeloosheid lijken uit te beelden van iemand die een geliefde verliest.
Wie heeft de controle, vraag je je af bij het al even merkwaardige schilderij The Policeman’s Daughter (1987), waarin een meisje overijverig een laars poetst van haar vader de politieagent, en nagenoeg één wordt met die laars. Dus ook met de repressieve functie van de vader?
Vaak laat Paula Rego zich inspireren door de wereld van volksverhalen, sprookjes en strips. In Museum de Reede hangt bijvoorbeeld de ets Secrets and Stories (1989), waar kinderen een rondedans uitvoeren. Achter hun rug, buiten hun felverlichte kring, trekt een stoet van merkwaardige, kleine figuren uit de fantasiewereld voorbij: Kuifje, de gelaarsde kat en Alice (uit ‘Wonderland’) maar ook de louche figuren uit Peter Pan en de kever (of kakkerlak) uit Kafka’s Gedaanteverwisseling. Alsof die figuren de schaduwwereld bevolken en het duistere onderbewuste vertolken, dat woekert in de geesten van de speelse kinderen.
Seks, macht en onderwerping zitten in de Dog Woman-reeks (1994), waar een vrouw telkens op handen en voeten wordt uitgebeeld. Ze lijkt te blaffen, te kronkelen, maar is dat van pijn of genot? Het lijkt vaak alsof er gecopuleerd wordt, maar de man is onzichtbaar.
Abortus
Nadat het abortusreferendum in Portugal in 1998 mislukt was door een te lage opkomst, voelde Paula Rego zich genoodzaakt confronterend werk te maken. Monumentale pasteltekeningen in Tate Britain en sterke etsen in Museum De Reede zijn een stomp in de maag. Ze laten eenzame vrouwen zien die de gevolgen van illegale abortussen ondergaan. Ze lijden vreselijke pijn, liggen op bed, zitten op een emmer, hebben hun hoofd in een kussen of matras gedrukt, of kijken de toeschouwer strak aan: nu eens onaangedaan, dan weer beschuldigend.
De pastels werden getoond in het Gulbenkian Museum in Lissabon, terwijl de prenten van Rego later door de Portugese pers werden gebruikt ter ondersteuning van het tweede referendum, dat in 2007 zou leiden tot de legalisering van abortus in Portugal.
Paula Rego beschouwt de abortusetsen en schilderijen mee als haar sterkste werk. ‘Ze waren belangrijk. De werken zijn niet mooi, maar ze zijn echt en waarachtig’, zei ze vorige maand in The Guardian.
Abortus is niet meteen een courant onderwerp in de westerse kunst. De manier waarop Rego de vrouw en haar lichaam voorstelt, gaat regelrecht in tegen de lange traditie van verleidelijke en deels of geheel ontklede naakten in de kunstgeschiedenis. Rego’s vrouwen willen niet verleiden noch behagen. Ze zíjn. En lijden. Het laat nog maar eens zien hoe Rego de kunsttraditie omkeert en naar haar hand zet.
De laatste woorden zijn voor Paula Rego zelf: ‘Mijn favoriete thema’s zijn machtsspelletjes en hiërarchieën. Ik wil altijd alles op z’n kop zetten, de gevestigde orde verstoren, en heldinnen en idioten verwisselen. Als het om een overgeleverd verhaal gaat, neem ik de vrijheid om het aan te passen aan mijn eigen ervaringen, en om daarbij schaamteloos en schandelijk te zijn.’
Paula Rego. Power Games tot 25/10 in Museum De Reede, Ernest Van Dijckkaai 7, Antwerpen. www.museum-dereede.com
Paula Rego, tot 24/10 in Tate Britain, Londen. www.tate.org.uk. Vanaf 28/11 in Kunstmuseum, Den Haag. www.kunstmuseum.nl. De catalogus is een uitgave van Hannibal.
Paula Rego
– 1935 geboren in Lissabon
– 1952-1956 studeert schilderkunst aan de Slade School of Fine Art in Londen
– 1959 trouwt met schilder Victor Willing
– 1960 maakt politieke schilderijen tegen het bewind van Salazar
– 1969 vertegenwoordigt Portugal op de Biënnale van São Paolo
– 1972 vestigt zich permanent in Londen
– 1973 begint een relatie met schrijver Rudi Nassauer
– 1988 Victor Willing overlijdt aan MS. Eerste retrospectieve solotentoonstelling in Londense Serpentine Gallery
– 1990 associate artist in National Gallery
– 2005 Tate Britain wijdt een zaal aan Paula Rego
– 2009 in Cascais opent het museum Casa das Histórias Paula Rego
– 2010 wordt Dame Commander of the Order of the British Empire
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier