Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): ‘We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen’

Conner Rousseau: 'Ik zou mezelf niet als woke omschrijven, nee. Opeens werd zelfs die K3-film racistisch, dat is toch te belachelijk voor woorden.' © Jonas Lampens

Het was een jaar als geen ander, een jaar waarin dat niet eens als een cliché klinkt. Knack liep met Conner Rousseau nog eens langs de vier seizoenen van 2020, die ook zijn eerste jaar als SP.A-voorzitter vormden. ‘Ik heb dit jaar niet meer gehoord dat het allemaal de schuld van de sossen is.’

Er zijn maar heel weinig politici die tevreden kunnen terugkijken op 2020. Conner Rousseau maakte wel een boerenjaar mee, ondanks of misschien een beetje dankzij de coronacrisis. In het voorjaar vocht hij zich als underdog op de voorgrond van het politieke toneel, in het najaar scoorde hij met een regeerakkoord. Hij haalde daarmee een heel aantal socialistische trofeeën binnen en kreeg applaus voor de comeback van Frank Vandenbroucke als minister van Volksgezondheid in de regering-De Croo. Als we hem voor een uitgebreid jaaroverzicht opzoeken aan de Brusselse Grasmarkt voelt het zelfs wat vreemd om hem te ontmoeten in exact hetzelfde kantoor waar ook zijn voorgangers journalisten ontvingen. Want de jongste Belgische partijvoorzitter ooit gooit na een aantal moeilijke jaren voor de Vlaamse socialisten alles over een andere boeg. Als de SP.A straks in het voorjaar naar de gebouwen van de PS verhuist en de partijnaam is veranderd in Vooruit, is de breuk met het recente verleden misschien wel compleet.

Tijdens de onderhandelingen heb ik vaak naar medewerkers gestuurd: morgen praten over de lijstvorming, want het is hier afgelopen.

Hoe was uw eerste jaar als partijvoorzitter, meneer Rousseau?

Conner Rousseau: Professioneel heb ik een goed jaar achter de rug. De SP.A heeft zwaar gewogen op de regeringsvorming, en ook intern heb ik veel kunnen veranderen. Er zit weer vuur in de machine, en er is rust in de partij. Vorig weekend belde een parlementslid: hij is al twintig jaar in de partij actief en heeft zich nog nooit zo goed gevoeld als nu. Ik ben ook wel onverbiddelijk voor wie zich niet aan de nieuwe afspraken houdt. Er zijn al mensen moeten vertrekken omdat ze vetes uit het verleden bleven uitvechten. Privé was het natuurlijk een triestig jaar, zoals voor iedereen. Ik ben veel alleen geweest. Behalve werken was er niet veel te doen.

Dat kwam u misschien goed uit, u moest toch maar onderhandelen.

Rousseau: Er was inderdaad weinig FOMO. (lacht – ‘FOMO’ is jongerentaal voor ‘angst om iets te missen’, nvdr)

Er werd dit jaar dan ook negen maanden lang over een nieuwe regering onderhandeld. Was dat uw dagtaak?

Rousseau: Ik ben daar in ieder geval dagelijks heel veel uren mee bezig geweest. De inhoud was grotendeels nieuw voor mij, en we moesten daar ook intern over vergaderen. Ik bel en consulteer graag mensen met ervaring en oudgedienden van de partij. Zo had ik al in juli Frank Vandenbroucke aan de lijn over alles wat met gezondheidszorg te maken heeft. Ik heb dus heel hard moeten studeren, maar dat heeft ook resultaat gehad. Als preformateur heb ik nooit met mijn mond vol tanden aan de onderhandelingstafel gezeten, zelfs niet in het Frans. (lacht)

Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): 'We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen'
© JONAS LAMPENS

2020 begon met het fel gemediatiseerde euthanasieproces over de dood van Tine Nys. De Belgische euthanasiewetgeving werd in die weken helemaal binnenstebuiten gekeerd. Welk gevoel hebt u daaraan overgehouden?

Rousseau: Voor zover ik daar zicht op heb, bevat de euthanasiewet voldoende grendels om mensen te beschermen. Ik begreep niet goed waarom de familie Nys daar een rechtszaak van heeft gemaakt, en dat is ook op een rare manier gelopen. De vermeende druk van de Kerk en de conservatieve lobbygroepen baart mij zorgen. Ik waande me plots in de middeleeuwen.

Is die druk bewezen?

Rousseau: Nee, ik zei ook: vermeend. Maar het gevolg is wel dat dokters bang worden om aan de schandpaal te worden genageld en het verwijt te krijgen dat ze iemand hebben vermoord. Ze willen nochtans alleen maar mensen die ondraaglijk lijden helpen om rust te vinden. Het is jammer dat elk debat over de euthanasiewet in een polemiek verandert. Maar dokters moeten weten dat de wet ook hen goed beschermt.

In februari maakte de SP.A een position switch over lage-emissiezones (LEZ’s), die vervuilende auto’s uit het stadscentrum weren. Uw partij bestuurt wel mee in steden waar ze ingevoerd zijn. Is dat symbolisch voor de nieuwe klimaatkoers van de SP.A?

Rousseau: Dat was niet echt een position switch, want ik ben nooit een voorstander van die LEZ’s geweest. Net als Groen behoren wij tot de klimaatambitieuze partijen, maar wij willen er wel voor zorgen dat iedereen meekan. Iemand zijn oude auto afpakken of het onmogelijk maken om die nog te gebruiken: dat is gemakkelijk en lui. En hypocriet, want een overheidsbedrijf als De Lijn moet zelf ook miljoenen euro’s boetes betalen voor vervuilende bussen die te veel CO2 uitstoten. Wij willen dat een sterke overheid zélf de nodige investeringen doet, met name in het openbaar vervoer, in plaats van burgers met de vinger te wijzen. Ook op circulatieplannen moeten we inzetten: die zijn misschien niet altijd leuk, maar ze gelden tenminste wel voor iedereen.

Veel jongeren worden steeds pessimistischer, soms zelfs fatalistisch, over het klimaat. De gevolgen van de klimaatverandering werden ook dit jaar weer zichtbaarder, denk aan de bosbranden in Californië. Deelt u dat pessimisme?

Rousseau: Ik heb geen tijd om pessimistisch te zijn. Ik ben wel blij dat veel jongeren hier hard mee bezig zijn, en ook echt proberen iets te doen. Op de Dag van de Ondernemer van Unizo Oost- Vlaanderen heb ik jonge Gentrepreneurs ontmoet, en 90 procent van hun projecten had met duurzame transitie te maken. Ik heb vertrouwen in technologische vooruitgang, ook al heeft de overheid natuurlijk haar rol te spelen. Vlaanderen is helaas niet ambitieus genoeg, en dan druk ik mij voorzichtig uit. Federaal gaan wij de tanker nu wél proberen te keren, net als in Antwerpen trouwens.

Zolang mensen zich niet ook veilig voelen, stellen veiligheidscijfers niks voor.

Was u een klimaatspijbelaar geweest als u nu op de middelbare school had gezeten?

Rousseau: Voor spijbelen was ik altijd wel te vinden, en waarschijnlijk ook wel als dat voor het klimaat was geweest. (lacht)

Net als de rest van de wereld is België sinds dit voorjaar in de ban van het coronavirus. Op 18 maart ging ons land voor het eerst in lockdown, en sindsdien staan we bovenaan in de rankings van de zwaarst getroffen landen. Hoe vindt u dat politici de coronacrisis hebben aangepakt?

Rousseau: In het begin was iedereen natuurlijk verrast door het virus, dat is een verzachtende omstandigheid. Maar ik geloof wel dat deze federale regering de crisis beter aanpakt dan de regering-Wilmès. Ik was in maart aan het onderhandelen over de vorming van een noodregering, en ik keek ’s avonds nooit meer naar Het Journaal. Ik werd er toch maar depressief van. Mijn broer stuurde mij op een gegeven moment een bericht dat ik de televisie moest aanzetten. Ik ben toen eerst Instagram en WhatsApp gaan checken en zag dat de boel daar ontplofte. In Het Journaal was Sophie Wilmès toen die beruchte PowerPoint-persconferentie aan het geven. Ik dacht: is this the best we can do, seriously? Ik weet dat iedereen daar met de beste bedoelingen zat, maar ik vrees dat het bij de bevolking wel voor een knik in het vertrouwen heeft gezorgd. Zijn die mensen op televisie echt degenen aan wie wij onze gezondheid moeten toevertrouwen?

Het was natuurlijk ook maar een PowerPoint.

Rousseau: Die symbool stond voor een regering die de crisis niet onder controle had. Mensen hebben mij in die eerste golf de meest schrijnende verhalen verteld over het tekort aan beschermingsmateriaal in de zorg, over onzorgvuldige rapportering, over gebrekkige contacttracing en nog veel meer. Ook het gemak waarmee vervolgens in de zomer de coronamaatregelen zijn versoepeld en het gebrek aan durf toen het opnieuw misliep, zijn ons zuur opgebroken. We hadden ons een groot stuk van de ellende dit najaar kunnen besparen.

België telt maar liefst negen ministers die op de een of andere manier bevoegd zijn voor de volksgezondheid, wat een snelle en eensgezinde besluitvorming niet bevordert. Heeft de coronacrisis laten zien dat dit land vierkant draait?

Rousseau: Ik heb corona niet nodig om te weten dat België niet altijd goed functioneert. ‘Waarom gemakkelijk doen als het ook moeilijk kan’, lijkt wel het adagium van dit land. We moeten het in elk geval met een stuk minder ministers in de gezondheidszorg kunnen doen – een voor het federale niveau en een per regio, dat lijkt me het maximum. Het is nu aan de socialisten om een staatshervorming uit te werken die goed is voor alle Belgen: efficiënt én solidair. Maar de staatsstructuur is natuurlijk lang niet het enige probleem waarop corona een vergrootglas heeft gelegd. Denk ook aan de ongelijkheid tussen schoolgaande kinderen. Kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen, die thuis geen computer hebben, kregen het hard te verduren.

Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): 'We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen'
© JONAS LAMPENS

De grootste crisis speelde zich misschien in de woonzorgcentra af. Amnesty International besloot in een rapport dat tijdens de lockdown de mensenrechten van rusthuisbewoners waren geschonden.

Rousseau: Ook hier werden bestaande problemen door de coronacrisis uitvergroot. Wij vragen al jaren meer handen aan het bed en structurele investeringen in de zorg. Mensen die heel hun leven hebben bijgedragen, moeten in de beste omstandigheden oud kunnen worden. Ook de laatste halte van hun leven moet comfortabel zijn. De tekorten zijn de voorbije jaren helaas alleen maar groter geworden, daarover hoor ik regelmatig vreselijke verhalen van zorgverleners in die woonzorgcentra. Het is pijnlijk dat we in een rijke regio als Vlaanderen de voorbije maanden zulke dramatische toestanden hebben meegemaakt. We hebben ook de prijs betaald voor een Vlaamse regering die daar heel defensief op reageerde, in plaats van de koe bij de hoorns te vatten.

‘Vandaag is iedereen socialist’, schreef u in april in De Standaard. Heeft de coronacrisis ervoor gezorgd dat een aantal linkse thema’s zoals gezondheidszorg en ongelijkheid na jaren afwezigheid opnieuw hoog op de agenda staan?

Rousseau: Ik heb gemerkt dat heel wat mensen – van ondernemers tot opiniemakers van wie ik het niet verwachtte – onze retoriek overnamen. Ik heb dit jaar niet meer gehoord dat het allemaal de schuld van de sossen is. De coronacrisis heeft ook de hardnekkige mythe ontkracht dat je na een economische crisis meteen moet saneren en publieke uitgaven moet terugdraaien. In ruil voor geld uit het Europese noodfonds moest Italië na de financiële crisis bezuinigen op het aantal ziekenhuisbedden. Waardoor Italianen bij gebrek aan bedden hun ouders op de vloer van het ziekenhuis hebben zien wegkwijnen.

Ik ben onverbiddelijk: er zijn al mensen uit de partij moeten vertrekken omdat ze vetes uit het verleden bleven uitvechten.

Op 7 juni demonstreerden tienduizend mensen in Brussel voor Black Lives Matter. Na de dood van George Floyd, die het slachtoffer werd van brutaal politiegeweld, kwam de woede over wijdverbreid racisme overgewaaid uit de Verenigde Staten. Is dat ook een strijd die in België nog moet worden gevoerd?

Rousseau: Ik vind van wel, ook hier bestaat structureel racisme. Denk aan de cijfers over discriminatie op de arbeidsmarkt – die liegen er niet om. Ik heb meegedaan met Blackout Tuesday op sociale media, en ik heb veel geluisterd en bijgeleerd. Want ik ben nooit gediscrimineerd vanwege mijn huidskleur. Ik word er dan ook kwaad van dat andere jongeren daar vandaag wél nog last van hebben. We moeten daar een stevig debat over voeren, zolang er geen agressiviteit aan te pas komt. Ik ben dus ook blij dat de rust nu wat is teruggekeerd.

Was dat in juni niet het geval?

Rousseau: Ik heb het dan vooral over dat woke-gedoe op Twitter en andere sociale media, waarbij het minste wat je zegt of doet door zevenhonderd mensen met een telescoop in de gaten wordt gehouden. Opeens werd zelfs de K3-film Dans van de farao racistisch, dat is te belachelijk voor woorden.

Bent u woke?

Rousseau: Ik zou mezelf niet als woke omschrijven, nee. Ik weet ook niet goed wat dat betekent. Ik kijk liever naar de intentie van mensen dan elk woord soms zonder context te veroordelen. Zulke discussies in de marge dragen echt niet bij aan het draagvlak voor de strijd tegen racisme.

U kwam zelf ook in een stormpje terecht. In De Standaard suggereerde u dat op school een hoofddoek verboden zou moeten worden voor meisjes onder de zestien jaar. Achteraf zei u dat u dat als vraag en niet als statement had bedoeld. Hebt u intussen het antwoord?

Rousseau: Ik schrijf er in mijn boek over ( T., dat deze maand verschijnt, nvdr). Maar ook daar blijft het een vraag die ik opwerp. We gaan daarover met de partij wel een uitgebreid debat organiseren. Het gaat me overigens niet om het verdedigen van zogenaamde neutraliteit. Ik ben heel hard voor leven en laten leven. Het maakt me niet uit of vrouwen aan een loket of voor de klas een hoofddoek dragen. Maar ik wil jonge meisjes wel beschermen tegen elke vorm van onderdrukking. Ik heb al mijn zomers doorgebracht in De Barkentijn, het vakantiecentrum in Nieuwpoort waar mijn vader directeur was. Ik heb vaak gezien dat meisjes zodra ze op zomerkamp aankomen hun hoofddoek uitdoen, maar dan wel bang zijn om gefotografeerd te worden. Op de bus naar huis doen ze hem weer aan. Dat wil ik niet. Ik zoek dus naar een criterium om een evenwicht tussen vrije wil en onderdrukking vast te leggen, zoals bijvoorbeeld een leeftijdsgrens. Die discussie wil ik met open geest voeren.

Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): 'We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen'
© JONAS LAMPENS

Nog een manifestatie die tienduizend aanwezigen trok: het Vlaams Belang dat op 27 september in auto’s op de Heizel tegen de nieuwe regering kwam protesteren. Hebt u een plan om die kiezers te overtuigen?

Rousseau: We gáán die ook terugwinnen, want stemmen voor het Vlaams Belang is je stem in een vergeetput gooien. Ik spreek vaak met kiezers van die partij. Dat zijn soms rare gesprekken, en daar zit veel opgefokte emotionaliteit bij. Ze zijn verontwaardigd en gefrustreerd. Soms terecht, maar de oplossingen die het Vlaams Belang hun voorspiegelt zijn vaak heel simplistisch. Nu wantrouwen die kiezers ons nog. Ik begrijp dat, maar we gaan dat vertrouwen beetje bij beetje terugwinnen. Hebben ze voor het VB gestemd vanwege de belofte van hogere pensioenen? Wij zullen hun pensioenen omhoog laten gaan. Stemden ze tegen straffeloosheid? Onze regering zal het respect voor de politie versterken.

In augustus kwam halsoverkop de Kamercommissie Binnenlandse Zaken uit vakantie terug na relletjes met Brusselse jongeren in Blankenberge. Is dat een manier om dat vertrouwen te herwinnen?

Rousseau: Ik was zelfs al vergeten dat de Kamer daarover was samengekomen. Die rellen lieten wel zien dat justitie faalt en dat er straffeloosheid heerst: sommige van die kerels hadden in de gevangenis moeten zitten. Het stoorde mij ook dat iedereen vervolgens werd afgeraden naar de zee te gaan, alleen omdat een paar crapuuljongeren de boel in frut hadden geslagen. Moesten zorgverleners die eindelijk eens een dagje rust hadden en met hun kinderen naar zee wilden voor dat gedrag opdraaien? De overheid moet ervoor zorgen dat zulke relschoppers niet zomaar op een trein kunnen stappen.

Zijn vechtende jongeren niet van alle tijden en was de aandacht voor die strandrellen niet wat overtrokken?

Rousseau: De vraag is: waaraan werken we als politici? Alleen aan veiligheid of ook aan het veiligheidsgevoel? Zolang mensen zich niet ook veilig voelen, stellen veiligheidscijfers niks voor.

‘De criminaliteitscijfers zijn nog nooit zo laag geweest als vandaag’, zei de Brusselse korpschef Jurgen De Landsheer anders onlangs in De Standaard. Zouden politici dat toch beter niet wat meer benadrukken?

Rousseau: U vraagt mij hoe ik het contact met Vlaams Belang-kiezers wil herstellen. Denkt u echt dat dat zal lukken door op veiligheidsstatistieken te wijzen? Bonne chance. Voor zulke cijfers koop ik niets. Ik ben een volksvertegenwoordiger, ik ga dus niet het onveiligheidsgevoel van burgers ontkennen. Ik ga mensen niet zeggen dat de cijfers prima zijn en dat ze het verder maar moeten uitzoeken.

Leert uw werk als monitor in een vakantiecentrum u iets over hoe we probleemjongeren moeten aanpakken?

Rousseau: Ja. Je moet tegelijk heel streng zijn en veel kansen geven. Ik kan verhalen vertellen over gasten met wie wij als monitor werken, waarna u misschien de vraag zult stellen of het wel een goed idee is om die kerels voor kinderen te laten zorgen. Maar wij geven structuur en zingeving, anders zouden ze toch maar mensen lastigvallen in het station van Kortrijk of Roeselare. Soms lukt dat goed, soms loopt dat wat moeilijker.

De studenten van Reuzegom ontspoorden ook compleet toen ze Sanda Dia de dood injoegen. Zijn er ergens raakpunten met die reljongeren aan zee?

Rousseau: Nee, dat is totaal iets anders. Van die Reuzegom-studenten moet ik echt kotsen. Het probleem lijkt me ook niet te zijn dat ze geen kansen in het leven hebben gekregen. Hier had je eerder te maken met een gevoel van superioriteit, met racisme en complete vadsigheid. Ze hebben iemand laten doodgaan in een walgelijke beproeving om bij een elitair clubje te horen.

Het maakt me niet uit of vrouwen aan een loket een hoofddoek dragen. Maar ik wil jonge meisjes wel beschermen tegen elke vorm van onderdrukking.

Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) kwam dit jaar in een lastig parket door tegenstrijdige en foutieve uitspraken in het dossier-Chovanec, de Slowaak die overleed na politiegeweld in een cel in Charleroi. Had Jambon beter ontslag genomen?

Rousseau: De discussie moet niet zozeer gaan over de vraag of iemand wel of niet ontslag moet nemen. Wel over de vraag of iemand in de voorbeeldfunctie die hij of zij vervult, nog over voldoende krediet en vertrouwen beschikt om geloofwaardige beslissingen te kunnen nemen. Dat sommige mensen zich die vraag zelfs niet meer stellen, dat vind ik bijzonder. Want ik denk wel dat de geloofwaardigheid van Jan Jambon in deze zaak een knauw heeft gekregen.

Ook het beeld van de politie heeft daar een knauw gekregen. Hoe kijkt u daarnaar?

Rousseau: Ik heb over het algemeen een goed beeld van de politie, maar een aantal problemen zijn nooit opgelost. Herinner u de zaak-Jonathan Jacob, tien jaar geleden intussen. In België leren we soms gewoon niet bij. We hebben toen tot onze scha en schande gezien hoe moeilijk het is om met mensen met psychoses of andere psychische aandoeningen om te gaan. Een politieagent die daar niet is voor opgeleid, kan in zulke situaties verkeerde inschattingen maken. Iets anders is natuurlijk de Hitlergroet maken terwijl iemand aan het sterven is. Dat is gewoon weerzinwekkend. Net zoals het feit dat die agente alleen geschorst werd en niet meteen op straat is gegooid.

De federale regeringsvorming heeft eindeloos aangesleept, terwijl het van meet af aan duidelijk leek dat de paars-gele formule geen kans maakte. Hoe komt het dat het weer bijna anderhalf jaar heeft geduurd?

Rousseau: Een groot deel van de hoofdrolspelers was lange tijd weinig bezig met oplossingen zoeken. Ze maakten alleen maar berekeningen over hun eigen postje en over de positie van hun partij. Toen we met Paul Magnette (PS) een eerste keer Paars-Groen hebben uitgetest, was daar gewoon geen meerderheid voor. De liberalen wilden niet mee en de CD&V wilde niet mee. In de zomer wilden de liberalen dan weer niet mee met Paars-Geel. Er was altijd wel iemand die het been stijf hield. Uiteindelijk is iedereen bij zijn verstand gekomen en is er iets uit de bus gekomen dat we wel willen doen.

Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): 'We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen'
© JONAS LAMPENS

Maar had de SP.A niet liever een regering gevormd met de N-VA?

Rousseau: De voorkeur van ons hart was altijd Paars-Groen. Ethisch voelen socialisten zich daarin thuis en er speelt ook een stuk nostalgie mee naar de vorige paars-groene regering. Maar als dat niet lukt, moet je andere oplossingen overwegen. En die lagen op een bepaald moment ook bij de N-VA, zeker toen die partij bereid bleek om akkoord te gaan met een aantal voor ons essentiële sociale eisen.

Zijn er tijdens die aanslepende onderhandelingen momenten geweest waarop u dacht: nu komen er nieuwe verkiezingen?

Rousseau: Meer dan eens heb ik medewerkers berichten gestuurd in de trant van: morgen praten over de lijstvorming, want het is hier afgelopen. Maar hét moment waarop ik echt dacht dat het over en uit was, was toen ik in september aan de koning mijn ontslag als preformateur ben gaan aanbieden.

Lokte u niet gewoon een crisette uit om MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez op zijn nummer te zetten?

Rousseau: Je moet de dynamiek van dat moment goed voor ogen houden. We zaten in de voorlaatste rechte lijn. In de weken vooraf waren de zaken redelijk goed verlopen. En dan zie je dat één bepaalde partner, Bouchez, de poten die de tafel recht houden één voor één onderuit begint te halen. Juist omdat hij zich dat nog veroorloofde op een moment dat we heel dicht bij een akkoord zaten, zag ik het niet meer goed komen. Toen verscheen in Humo ook nog dat interview waarin hij uithaalde naar alles en iedereen, uitgerekend twee dagen voor Egbert Lachaert (Open VLD) en ik met ons eindverslag naar de koning moesten. Toen dacht ik echt: het is om zeep.

Was Paars-Geel toch niet beter geweest voor de stabiliteit van het land?

Rousseau: Vivaldi is democratisch gezien inderdaad iets meer een experiment.

Iets anders: hebt u ooit naaktfoto’s gestuurd naar iemand die u nog niet in het echt hebt gezien?

Rousseau: Nee, gelukkig niet.

Hebt u de foto’s gezien van Stan Van Samang, Peter Van de Veire en Sean Dhondt? Ze stuurden naaktbeelden van zichzelf naar ene Eveline, die eigenlijk een jonge kerel bleek te zijn en die de beelden vervolgens verspreidde.

Rousseau: Ik heb er wel een paar gezien, ja.

Hoe zou u er als monitor op reageren, als jongeren zulke filmpjes zouden versturen naar mensen die ze eigenlijk niet kennen?

Rousseau: Ik zou dat ten zeerste afraden, maar we mogen daar ook niet preuts over doen. Soms lijkt het alsof we in Vlaanderen meer sympathie hebben voor iemand die dronken achter het stuur zit, dan voor iemand die een naaktfoto stuurt. Ik ken ook een meisje dat zich daar heel erg slecht over heeft gevoeld. Ze had foto’s verstuurd die vervolgens waren rondgegaan, en is wekenlang niet naar school durven te gaan. Heel wat jongeren maken hetzelfde mee en krijgen daardoor donkere gedachten. Een jongen die werd gepest en vernederd vanwege een naaktfoto heeft zich vorig jaar zelfs onder een trein gegooid. De impact van zulke foto’s doorsturen kan dus dramatisch zijn. Daarom zou het heel mooi zijn als die BV’s met hun verhaal naar scholen trekken om jongeren bewust te maken van de gevaren.

Soms lijkt het alsof we in Vlaanderen meer sympathie hebben voor een dronken chauffeur, dan voor iemand die een naaktfoto stuurt.

Tragisch nieuws dit jaar was de brand in vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos. De reactie daarop was volgens critici het zoveelste bewijs van het falende en mensonterende Europese migratiebeleid. België zou eerst 12 dakloos geworden vluchtelingen opvangen, uiteindelijk werden het er 165.

Rousseau: Ik weet niet of je op solidariteit een exact getal kunt plakken, maar 12 was echt wel beschamend, en ook 165 lijkt me aan de lage kant voor een land als België. We moeten aan de ene kant solidair zijn, aan de andere kant moeten we ons beter organiseren. De oplossing ligt volgens mij in bescherming in de eigen regio, aan de buitengrenzen van Europa. Daarin moeten we investeren. Bescherming gaat niet alleen over een bed en het voorzien in basisbehoeften, maar ook over onderwijs, medische zorg en ontspanning. Die vluchtelingenkampen in eigen regio moeten dus kleine nederzettingen worden. Waar het veilig is, en waar mensen niet alleen worden opgevangen maar ook beschermd, zodat al die levens niet jarenlang stilstaan en al dat menselijk talent niet wordt verkwanseld.

Donald Trump werd niet herkozen tot Amerikaanse president maar kreeg wel meer stemmen dan in 2016.

Rousseau: Ik vind het nog altijd straf dat hij verloren heeft. Ik dacht: hij heeft al eens gewonnen, hij zal met dezelfde truken van de foor nog wel eens winnen. Ook omdat Joe Biden niet echt een charismatische figuur is. Zijn vicepresident Kamala Harris is dat dan weer wel. Maar Trump heeft aangetoond dat politiek voor een heel groot stuk ook over emotie gaat. Zijn retoriek, zijn leugens: het is beangstigend, maar het schrikt niet noodzakelijk kiezers af. Dus ben ik heel blij dat de hoop het heeft gewonnen van de angst, ook al klinkt dat wat bombastisch.

Het jaar van Conner Rousseau (SP.A): 'We gáán die Vlaams Belang-stemmers ook terugwinnen'
© JONAS LAMPENS

Twitter begon ook de tweets van Trump te factchecken. Moeten ze dat hier ook doen?

Rousseau: Ik zit zelf nauwelijks op Twitter, maar dat was een belangrijk statement. Facebook en Twitter zijn meer dan zomaar bedrijven of doorgeefluiken. Ze zijn mee verantwoordelijk voor wat er bij ons binnenkomt, voor de toonzetting, voor de polarisering, of juist niet. Dus vind ik het goed dat ze proberen een beetje verantwoordelijkheid te nemen voor hun impact in de samenleving.

Maar onzintheorieën en allerhande complottheorieën over het coronavirus raakten dit jaar, misschien wel voor het eerst, ook in Vlaanderen wijdverspreid.

Rousseau: Dat heb ik ook gemerkt. Op Instagram zag ik zelfs vrienden complottheorieën over het coronavaccin delen.

Dat voorspelt niet veel goeds, als straks een groot stuk van de bevolking moet worden gevaccineerd.

Rousseau: Zo heel veel zorgen maak ik me daar nu ook weer niet over. Als het vaccin er eenmaal is en het duidelijk is dat het werkt, komt dat wel goed.

Was de coronacrisis de belangrijkste reden waarom u Frank Vandenbroucke terug naar de politiek wilde halen?

Rousseau: Eigenlijk wel. We hadden echt een kapitein nodig die het schip weer naar een veilige haven kan brengen. Frank is ook niet bezig met partijpolitieke spelletjes, dat maakt hem de geknipte persoon. Ik denk dat mensen behoefte hebben aan iemand die over de partijgrenzen heen het coronavirus zo snel mogelijk bij zijn nekvel kan grijpen. Daar is hij nu dag en nacht mee bezig.

Vanuit de regering wordt het strenge coronabeleid nu al onder vuur genomen door de MR en haar voorzitter.

Rousseau: Dat hadden we van hem ook verwacht. Je mag een goudvis niet beoordelen op zijn vermogen een boom te beklimmen. Je weet soms wat je aan iemand hebt en vooral wat je er niet aan hebt.

Dat klinkt als: ik vertrouw er 100 procent op dat hij niet te vertrouwen is.

Rousseau: Dat hebben jullie gezegd. (lacht) Maar de partij die in de eerste coronagolf aan het roer stond, heeft in ieder geval niet het beste voorbeeld gegeven, dus ik lig daar niet zo wakker van.

De Belgische coronaregels voor Kerstmis zijn nu wel heel streng.

Rousseau: Het virus heeft geen enkele dag vrij. Het is een illusie te denken dat we het virus eronder kunnen krijgen, als we het tegelijk een paar dagen los laten. Het beste kerstcadeau dat we elkaar kunnen geven, is 2021 met zo weinig mogelijk besmettingen starten en dan zo snel mogelijk structureel heropenen.

Hoe gaat u Kerstmis vieren?

Rousseau: Waarschijnlijk met mijn moeder en mijn bomma, die het knuffelcontact van mijn moeder is. Of zij vieren samen en ik alleen, we zien wel.

En dan zoals heel veel mensen dit jaar, Netflix kijken?

Rousseau: Ik heb het voorbije jaar wel wat series gezien. Vooral de HBO-reeks Succession vond ik geweldig. Maar ik heb dit jaar ook af en toe een boek vastgepakt, hoor.

Wat hebt u zoal gelezen?

Rousseau: Ik lees boeken zelden helemaal uit, maar ik heb hier en daar passages gelezen, in Shoe Dog over Nike, in Alchemy van Rory Sutherland over marketing, en ik ben nu in de autobiografie van Barack Obama begonnen. De Bourgondiërs van Bart Van Loo heb ik wel helemaal gelezen, en ik heb naar de podcast geluisterd. Dat is echt prachtig gedaan.

U zei onlangs in Terzake dat volgend jaar beter wordt, en dat we dan zelfs weer een onbekende op een festival kunnen ‘binnendraaien’. Kijkt u daar zelf ook naar uit?

Rousseau: Dat niet, nee. (lacht) Wel naar de zomerfestivals. Maar de kans dat ik nog anoniem op festivals kan rondlopen, is ook onbestaande geworden. Het was gewoon een manier om beeldend te laten zien dat straks zelfs dat soort onnozelheden weer kunnen, want die dingen gebeuren als je jong bent. Veel van mijn vrienden hebben al corona gehad en vragen zich af: waarom moet ik nog die fucking regels volgen. Die uitspraak was dus vooral bedoeld om perspectief te bieden aan al die jongeren die kerngezond zijn en van wie we heel veel solidariteit vragen.

Conner Rousseau

– Geboren in 1992 in Sint-Niklaas

– Studeerde rechten (UGent)

– 2013-2014: communicatieadviseur bij Freya Van den Bossche en John Crombez

– 2015-2019: directeur nieuwe media bij de SP.A, partijwoordvoerder

– Sinds 2019: Vlaams Parlementslid en SP.A-voorzitter

Partner Content