Patrick Dewael (Open VLD)
‘Het is geen goed idee dat politici ‘marchanderen’ over de aanbevelingen van het crisiscentrum’
De zenuwen stonden afgelopen week onder dreigingsniveau 4 strak gespannen. Zo strak dat een minister eigenhandig alle scholen sloot. Open VLD-Kamerfractieleider Patrick Dewael roept op om het hoofd koel te houden.
In de nasleep van de aanslagen in Parijs en het verhoogde dreigingsniveau in Brussel was er kritiek te horen op zowel onze veiligheidsdiensten als op de federale regering. Beide kritieken zijn volgens mij onterecht.
We hebben na de affaire-Dutroux onze hele veiligheidsarchitectuur hertekend. Sindsdien hebben we een geïntegreerde politie, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) en de verplichte uitwisseling van informatie. Tijdens mijn speech in de Kamer zei ik al dat we met deze architectuur een geprezen voorloper waren in Europa en dat deze tot op vandaag wérkt. Het klopt wel dat we blijvend moeten investeren, zowel in mensen als middelen. Zodat de staatsveiligheid Arabisch sprekend personeel kan aanwerven, zodat de computer crime unit kan versterkt worden, zodat onze special forces kunnen beschikken over het nodige materiaal. De – grotendeels buitenlandse – kritiek op onze veiligheidsdiensten moeten we dus niet pikken.
Wat dan met de kritiek op de federale regering? Het OCAD is een orgaan met experten die het dreigingsniveau in alle onafhankelijkheid van de politiek vaststellen. We hebben dat destijds als wetgever zo bepaald en dat was een juiste keuze. Na het verijdelen van de aanslagen in Verviers gingen er plots stemmen op om het vastleggen van het dreigingsniveau te politiseren. Ik heb me daar meteen uitdrukkelijk tegen verzet, met succes. Ik ontwaarde de afgelopen weken overigens een zucht van opluchting in de Wetstraat dat we deze onafhankelijkheid niet hebben aangetast.
Het is geen goed idee dat politici ‘marchanderen’ over de beslissing van OCAD en de aanbevelingen van het crisiscentrum
Vervolgens is het aan de experten van het crisiscentrum van Binnenlandse Zaken om concrete maatregelen voor te stellen om het dreigingsniveau het hoofd te bieden. Het gaat onder meer over de inzet van politie en leger, het al dan niet sluiten van bepaalde infrastructuur enzovoort. Dit gebeurt op maat van de specifieke dreiging van dat moment. Er is geen algemeen draaiboek per dreigingsniveau. De concrete situatie van oudejaarsnacht 2007 verschilde bijvoorbeeld aanzienlijk van die van twee weekends geleden. Nochtans gold in beide gevallen dreigingsniveau 4.
Ik pleit er voor dat de politiek de beslissing van OCAD en de aanbevelingen van het crisiscentrum volgt en uitvoert. Het is geen goed idee om hier onder politici over te ‘marchanderen’. En laat dat nu net zijn wat sommige regionale en lokale politici hebben gedaan. Bijvoorbeeld Waals minister van Onderwijs Joëlle Milquet (CDH) die op eigen houtje in de media afkondigde dat alle scholen zouden dichtblijven, ook al was er geen rechtstreekse dreiging. Onze Vlaamse minister-president Geert Bourgeois (N-VA) verklaarde dan weer dat de maatregelen misschien wel wat overdreven waren. Dergelijke publieke discussies zaaien verwarring en dragen niet bij aan het vertrouwen van de burgers.
Ik heb dit punt gemaakt, zowel in de Kamer als in een weekendinterview in De Morgen. Alle overheidsniveaus én politici volgen de beslissing van het OCAD, en bij voorkeur ook de aanbevelingen van het crisiscentrum. Het is de federale regering, die na consultatie van beide organen en in overleg met de andere bestuursniveaus, te allen tijden de knopen moet doorhakken in de Nationale Veiligheidsraad. De premier en de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie vormen daarbij de spil.
Laat er geen misverstand over bestaan. Dit is geen pleidooi om die federale regering te ontslaan van haar politieke verantwoordelijkheid, zoals Louis Tobback deze week in Knack beweert. Integendeel.
De Nationale Veiligheidsraad draagt de volle verantwoordelijkheid van de beslissingen die ze neemt in uitvoering van de besluiten en adviezen van OCAD en crisiscentrum. Maar politieke marchandage over die beslissingen in de media laten we de volgende keer best achterwege. Met mijn pleidooi stel ik dus geen nieuwe procedure voor, maar doe ik wel een oproep om de huidige, bestaande procedure eensgezind na te leven.
De partijvoorzitter van Louis Tobback was het daarover alvast roerend met me eens. Of de heer Tobback daar belang aan hecht laat ik in het midden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier