Yoleen Van Camp en Jan Vercammen (N-VA)
‘Het is een misvatting dat wie rechts stemt, niet empathisch is’
‘Rechtse stemmers zijn niet asociaal. Ze missen geen empathisch vermogen’, schrijven parlementsleden Yoleen Van Camp en Jan Vercammen (N-VA). Zij werken allebei in de gezondheidszorg. ‘Solidariteit en populariteit zijn geen synoniemen.’
De Gentse prof huisartsgeneeskunde stelde in De Standaard vast dat de N-VA hoge toppen scheert bij zijn studenten en concludeert daaruit dat zijn artsen in opleiding (aio’s) asocialen zijn (aso’s). Een kaakslag voor de studenten in kwestie en bij uitbreiding elke politiek anders geïnspireerde gezondheidswerker, vinden Yoleen Van Camp en Jan Vercammen.
‘Ik zal ervoor waken dat mijn houding tegenover patiënten niet beïnvloed wordt door levensbeschouwing, politieke overtuiging, sociale stand, ras, etnie, nationaliteit, taal, gender, seksuele voorkeur, leeftijd, ziekte of handicap.’ Dat is de -geactualiseerde- versie van de Eed van Hippocrates, afgelegd door elke arts bij de proclamatie aan het einde van z’n studies.
Dat De Maeseneer zich zorgen maakt over de politieke overtuiging van zijn studenten, insinueert dus dat zijn studenten deze eed niet zullen naleven en zich dus niet kunnen gedragen als professionele zorgverleners – bijzonder beledigend voor zijn studenten, en onwaar. En dat is niet zijn enige misvatting.
‘Het is een misvatting dat wie rechts stemt, empathisch vermogen mist’
Een tweede misvatting van De Maeseneer is dat rechtse stemmers asociaal zijn en empathisch vermogen missen. Dat rechtse partijen niet altijd populaire maatregelen nemen, daar zijn we ons ter dege van bewust. Populariteit is geen synoniem voor solidariteit. Wat wij, N-VA’ers en gezondheidswerkers, onder solidariteit verstaan is : zorgen dat de alsmaar schaarsere middelen goed besteed zijn, zonder bodemloze putten te creëren, zodat we de factuur niet hoeven door te schuiven – dat is asociaal (maar misschien heel solidair?) tov. de toekomstige generatie. We besparen ook bij voorkeur op hypertrofische structuren, in plaats van de reeds torenhoge belastingen nog te verhogen – want dat is asociaal jegens de huidige generatie.
Samen de taart bakken
We zetten ook in op werk: dé belangrijkste, structurele bescherming biedt tegen armoede. Geen afhankelijkheid stimuleren van het grote overheidsinfuus, maar samen de taart bakken, de koek vergroten. Het is met die koek dat onder andere (dure) behandelingen voor zieke patiënten kunnen worden betaald, met de vergrijzing en innovatieve, maar vaak peperdure behandelingen niet onbelangrijk. Asociaal, voor ons, zijn populistische initiatieven als ‘gratis’ consultaties, ‘gratis’ openbaar vervoer, ‘gratis’ elektriciteit als een Sinterklaas uitdelen op kap van de huidige en toekomstige belastingbetaler. Eigenlijk gaat die vergelijking niet eens op: Sinterklaas trakteert tenminste uit eigen zak.
Een derde misvatting van de Gentse prof is dat de student-artsen asociaal zijn omdat ze vinden dat mensen hun succes zelf in handen hebben. De psycholoog Rotter noemt dit een interne locus van controle. De Maeseneer vindt dus dat artsen net een externe locus van controle moeten stimuleren om sociaal te zijn. Interessant, want onderzoek wijst uit dat mensen met een externe locus vaak ongezond gedrag vertonen, doordat ze er niet in geloven dat ze door zelf gezond te leven hun gezondheid gunstig kunnen beïnvloeden – een ziekte of tegenslag wordt aanzien als iets dat “overkomt” en waar weinig tegen gedaan kan worden, dus dat ondergaan moet worden.
‘Wij hebben geleerd om als zorgverleners uit te gaan vna de sterkte van mensen om hen te empoweren en voor zichzelf te zorgen.’
Mensen met een interne locus van controle zijn, daarentegen, net meer bereid om naar oplossingen te zoeken, te leren uit fouten, zijn kritischer en ondernemen actie om een beter leven te bekomen. We weten niet wat De Maeseneer zijn studenten opvoedert, maar wij hebben alvast geleerd als zorgverleners om uit te gaan van de sterkte van mensen en hen te “empoweren” (de kracht te geven) om het heft zoveel mogelijk in eigen handen te nemen en voor zichzelf te zorgen. Dat heeft absoluut niets te maken met gebrek aan medelijden, zoals De Maeseneer insinueert.
Meelijwekkend is het om medelijden te hebben met mensen die tegenslag hebben, maar te moeten vaststellen dat de geldbuidel leeg is om er wat aan te doen en dus die van kinderen en kleinkinderen gaan plunderen. Dat is de definitie van een engsoortig, altijd opnieuw doodbloedend socialisme : het stopt als andermans geld op is. Hoe dikwijls moet voor sommige linkse hardliners de geschiedenis zich nog herhalen? Men zou bijna medelijden krijgen met het gedachtengoed van zo’n geleerde medemens (en oud-professor) van één van de ondergetekenden.
Tegenstroom
Gelukkig is er een sterke tegenstroom : ze combineert vrijheid en verantwoordelijkheid, rechten maar ook plichten, responsabilisering, zacht voor wie het écht nodig heeft, hard genoeg voor wie enkel profiteert of fraudeert.
Wij hebben niet alleen medelijden met mensen als De Maeseneer die op hun veroordelende, enge manier redeneren en willen besturen, we hopen met voldoende verstandige en geëngageerde mensen te blijven om een tegengewicht te bieden aan deze ideologische wereldvreemdheid. Empathie en solidariteit is het vermogen om mensen die een tegenslag hebben er weer écht bovenop te helpen, door uit te gaan van de sterkte en verantwoordelijkheid van mensen én daarvoor de nodige stimuli te creëren – dat is het streefdoel van de N-VA en z’n bondgenoten.
Dat zorgverleners -en studenten Geneeskunde-, een beroepsgroep met een hoge mate van empathie, zich eerder vinden in dàt verhaal, verwondert ons alvast niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier