Robbert de Witt
‘Het dedain voor de gewone man helpt Donald Trump’
Neemt Trump de gewone man wél serieus? Vast niet. Maar hij deelt met velen van hen de afkeer van hooghartige Democraten. Dat kan genoeg zijn, schrijft Robbert de Witt (EW).
Was het inderdaad de publieke vernedering in het voorjaar van 2011 die Donald Trump vijf jaar later in het Witte Huis bracht? Als dat zo is, dan speelde toenmalig president Barack Obama er een grote rol in. Vooropgesteld: Donald Trump zinspeelde al sinds de jaren tachtig dat hij ooit wel president wilde worden. Maar wat gaf de doorslag om het ook echt te proberen, in 2016? Dat was mogelijk de avond van 30 april 2011, tijdens het White House Correspondents’ Dinner. Hoogtepunt van dat jaarlijkse diner zijn de (door anderen bedachte) grappen die de president maakt over de pers, zichzelf en zijn politieke tegenstanders.
Trump had dat jaar groot succes met tv-serie The Apprentice. Ook kreeg hij veel aandacht door te beweren dat Obama eigenlijk niet in de Verenigde Staten was geboren en daarom geen president mocht zijn. Met andere zogeheten birthers eiste Trump dat Obama zijn geboortepapieren openbaar zou maken.
Enkele dagen voor het Correspondents’ Dinner plaatste de staat Hawaï, waar Obama op 4 augustus 1961 in Honolulu was geboren, de documenten online. De birthers stonden in hun hemd. Laat nu net die avond Trump gast bij het diner zijn.
Halverwege zijn speech richtte Obama zich rechtstreeks tot Trump en zegt: ‘Ik weet dat niemand opgeluchter is dan The Donald om de kwestie rond mijn geboortepapieren achter ons te laten. Nu kan hij zich weer richten op andere belangrijke vraagstukken. Werd de maanlanding in scène gezet? Zijn er echt aliens gevonden in Roswell?’ De ruim 2.500 aanwezigen, de elite van het land, Democraten én Republikeinen, ze gierden het uit. Maar Trump, zo merkten aanwezigen naderhand op, keek strak voor zich uit. Obama ging rustig door met Trump beschimpen, net als komiek Seth Meyers later die avond.
‘Trump vernederd,’ schreven de kranten de volgende dag. Medewerkers van Trump, analisten en media schreven dat hij sinds die avond waarop Obama schitterde maar één ding wilde: wraak. Mocht dat kloppen (en gezien Trumps totale gebrek aan zelfspot zou dat niemand verbazen) dan heeft Obama onbedoeld Trump in het Witte Huis geholpen, vijf jaar later.
Trump-aanhangers waren deplorables
Tot op zekere hoogte is bovengenoemde confrontatie tussen Obama en Trump nog altijd relevant om te begrijpen waarom Trump komende dinsdag heel goed het Witte Huis kan heroveren. Zeker Europeanen snappen er niets van dat zo veel Amerikanen vuilspuiter Trump verkiezen boven die nette (maar ook wat nietszeggende) Kamala Harris. Maar veel Trump-stemmers hebben moeite met de hooghartige houding van de Democraten, zoals Obama liet blijken in zijn afzeiken van Trump. En gebruiken de verkiezingen om terug te slaan, zoals Trump deed.
Bij de Democraten is het dedain voor de gewone man nooit echt verdwenen. Hillary Clinton noemde Trump-aanhangers deplorables, mensen met wie je medelijden moet hebben.
Obama sprak zwarte mannen bestraffend toe
Barack Obama, nog altijd de grote ster in de Democratische Partij, gaf er blijk van tijdens een recente campagnebijeenkomst met nota bene zwarte kiezers. Tot grote schrik van de Democraten scharen steeds meer van hen zich achter Trump. In 2020 stemde 90 procent van de zwarte Amerikaanse kiezers op Joe Biden, 9 procent op Donald Trump. In peilingen van de afgelopen weken zei nog 78 procent van de zwarte, mannelijke kiezers op Harris te zullen stemmen, 15 procent had een voorkeur voor Trump (de rest wist het nog niet). Zulke kleine verschuivingen kunnen doorslaggevend blijken.
Op een bijeenkomst in swing state Pennsylvania sprak Obama zijn zwarte mannen bestraffend toe: zij zouden de beste kandidaat – Kamala Harris natuurlijk – in de steek laten omdat zij een vrouw is. Maar dat leidde tot stevige kritiek van veel prominente zwarte Amerikanen. Niemand vindt het prettig om te worden toegesproken alsof je een stout kind bent.
Harris was verstandig, en bemoeide zich er niet mee. Wel kwam zij met mooie plannen voor deze groep kiezers. Zoals subsidie voor zwarte mannen die een bedrijfje willen oprichten. Nu klonk de kritiek dat Democratische politici er ten onrechte automatisch van uitgaan dat Afro-Amerikanen op hen stemmen. En dat ze intussen worden vergeten – totdat er weer een verkiezingscampagne is, dan komen Democratische politici weer snoepjes uitdelen.
Neemt Trump de gewone man dan wél serieus? Vast niet. Maar hij deelt met velen van hen de afkeer van hooghartige Democraten. Dat kan genoeg zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier