Twee bevriende kunstenaars/geestesgenoten uit New York maken van het M hka in Antwerpen een museum dat op slag internationaal mee kan (****).
Het M hka in Antwerpen organiseert na de uitdrukkelijk esthetische tentoonstelling met technisch hoogstaande wandtapijten van de Britse kunstenaar Craigie Horsfield momenteel een tentoonstelling op de “begane grond” van twee internationaal vermaarde kunstenaars die ervoor zorgen dat het M hka op slag internationale aandacht krijgt.
Lawrence Weiner en Liam Gillick behoren tot de strafste “beeldende” kunstenaars van onze tijd en wisten hun reputatie voor de eerste keer samen “hard” te maken met een tegelijk uiterst mooi én radicaal werk.
De Amerikaan Lawrence Weiner (1942) is ronduit een wereldkunstenaar. Hij gebruikt “taal”, tekst en ideeën als sculpturaal materiaal dat via doordachte lay-out de bezoeker in zijn/haar gedachten beelden laat ontspringen in een totale vrijheid van doen en denken. Met die “open” strategie piloteert Lawrence Weiner de kunst in een (h)eerlijk interactief en mentaal “taalspel” tussen mensen die de gelegenheid krijgen hun wereldbeeld via hun verbeelding, ervaringen en kennis aan te scherpen.
Lawrence Weiner wordt samen met Douglas Huebler, Joseph Kosuth en Robert Barry wel eens meer in kunsthistorische boekjes als “peetvader” van de conceptuele kunst beschouwd.
Maar, what’s in a name… Lawrence Weiner was in de woelige jaren zestig – toen wijdvertakt jongerenprotest werd aangewakkerd door vooral de vreselijke en vuile oorlog in Vietnam – één van de “radicale” kinderen van zijn tijd. Lawrence Weiner was in het begin van de jaren zestig een schilder die monochroom schilderde in soms grillige shaped canvas-“stijl” die “conceptueel” deed denken aan werk van Ellsworth Kelly en Frank Stella.
In 1968 wordt hij op slag beroemd met “statements” en een jaar later met de straffe verklaring waarin hij poneerde dat het concept (de ideeën) niet echt in een materiële vorm diende geproduceerd/uitgevoerd te worden. De hierna geciteerde (historische) verklaring werd door Lawrence Weiner beschouwd én gebruikt als een inherente bijsluiter bij zijn tentoonstellingen en bijbehorende publicaties.
1.De kunstenaar kan en mag het werk vervaardigen
2.Het werk mag in de verbeelding bestaan
3.Het werk hoeft niet te worden vervaardigd
Dat soort tot taal reduceren van kunst was toen zeer ingrijpend: het kunstwerk bleef beperkt tot een getypte formulering/instructie die de bezitter mits in achtname van een aantal regels – zoals het gebruik van een eenvormig lettertype – vrij én tegelijkertijd op verschillende plaatsen in de wereld kon gebruiken.
Vertalingen
Het Engels, de moedertaal van de kunstenaar, werd op de plaats van uitvoering steevast begeleid met een vertaling van het werk in de taal van de plaats van presentatie. Op die manier paste het werk van Lawrence Weiner zich aan “de geografie van het tonen” aan en wist hij hiermee ook te wijzen naar de nuances die inhoudelijk kunnen ontstaan bij en door vertalingen. De inhoudelijke verschillen bij het vertalen van zijn werk zijn in Antwerpen goed en wel afleesbaar.
We geven hier één voorbeeld. Op de vloer staat dit statement inde drie talen te lezen:
“That which – sets the stage – for what” /
“Datgene – op touw zetten – voor wat” /
“Ce qui – met en scène – pour ce que”
In het M hka werden de werken van Lawrence Weiner daarenboven vertaald naar het Nederlands én naar het Frans zodat de kunst hier duidelijk wordt gepresenteerd voor een Belgisch publiek. Het impliceert een taalgevoelige hint die door commentatoren al snel werd aangegrepen om de kunstenaars politieke stellingen te ontlokken. Tevergeefs, Lawrence Weiner en Liam Gillick houden zich niet bezig met een “letterlijk” inspelen op de actualiteit. Hun kunst staat op een abstracte en “open” manier in de tijd en wordt al naargelang de tijd vordert en evolueert steeds op andere manier geïnterpreteerd.
Beschouw het werk van Lawrence Weiner ook niet als poëzie, alhoewel de toeschouwer van zijn werk het wel zelf kan gebruiken als poëzie… De New Yorkse kunstenaar omschreef in 1989 op een voor hem heldere en intelligente manier het verschil tussen literatuur en kunst. “Literatuur gaat in essentie over een subjectieve realiteit en kunst gaat in essentie over een objectieve realiteit”. In die zienswijze hoeft het publiek niet écht op de hoogte te zijn van de omstandigheden en (politieke) tijdsgeest waarin een kunstwerk werd bedacht…
Brits
Liam Gillick (1964) is een Brits beeldhouwer die met kleur en industriële materialen zoalq aluminium en glas “situaties” maakt die niet zelden doen denken aan modellen voor publieke fora met de inherente uitnodiging er samen te komen en van gedachten te wisselen. Liam Gillick maakt heldere en kleurrijke sculpturen die meteen doen denken aan modernisme en minimal art. Niet zelden laat de kunstenaar de vorm op een kritische manier “spreken” in een onderzoek naar het recente failliet van sociale utopieën.
Liam Gillick is een begenadigd schrijver die grote interesse aan de dag legt voor de recent sterk veranderende arbeids- en productieomstandigheden. Eén van zijn meest spraakmakende projecten situeerde zich rond het bedrijf “Volvo” waar experimenten met het “zichtbaar” maken in equipe van het eindproduct “auto” Gillicks kritische aandacht wegkaapte.
In 2009 was hij als Brits kunstenaar de opgemerkte gast van het Duits Paviljoen op de Biënnale van Venetië. Hij maakte in die opzichtige Nazistische architectuur een enorme keuken waarop een opgezette kat haar verhaal deed. Gekleurde strepen zijn zowat het artistieke handelsmerk van Liam Gillick en dat is ook ferm te merken op de vloer van het M hka.
Samen
De samenwerking in het M HKA ontstond op basis van een citaat in een boekje uit 2006 waarin een omstandig interview is te lezen tussen de zielsverwante kunstenaars. Met een weergaloos verbluffend mooi, ontroerend, bruikbaar, radicaal en politiek suggestief resultaat. Met dit esthetisch verleidelijke vloerwerk onderzoekt de expo niet alleen de rol van de kunstenaar in onze tijd, maar peilt ook naar de status van de toeschouwer die zijn plaats/positie kan vinden op en tegenover het machtige horizontale kunstwerk. De omringende muren blijven wit en zonder kunst.
Het ruimtelijke “all over” werk met de titel ‘Een syntaxis van afhankelijkheid:’ laat qua inhoudelijke intenties alle mogelijke denkbare denkbeelden “in het midden”. Het zou ons hier te ver leiden om de titel te analyseren, maar let vooral op de “:” als een uitnodiging/voorzet om de dialoog verder te zetten. Misschien zit in dat “:” wellicht de verscholen politieke boodschap naar de huidige politieke impasse van communautaire non-dialoog…
De strepen linoleum zijn gekozen uit het bestaande kleuren-assortiment. Ze strepen als “lopers” en zijn ambachtelijk perfect gemonteerd. De statements van Lawrence Weiner zijn naadloos en wonderlijk toegevoegd. In deze gezamenlijke vloersculptuur houden beide kunstenaars stand en laten ze hun werk niet in elkaar “opgaan”.
Het is een machtig vloerwerk van Liam Gillick en Lawrence Weiner die als zielsvriend van die andere Amerikaanse Reus/Meester Carl Andre dit werk zeker en vast kan “zien”, beschouwen en gebruiken als een “plaats”; als een “stage” of een “scène” waar de toeschouwers “hun” plaats (kunnen) vinden onder het harde museale neonlicht.
Plaats
De sculptuur als plaats is het meest genietbaar als er paradoxaal weinig bezoekers aanwezig zijn. Dan bemerk je pas hoe mooi het museum is getransformeerd in een publiek plein waar de strepen kleur zich aandienen als haast een aanlokkelijke (horizontale) fresco.
Dat het museum dit enorme werk nu gebruikt als een “podium” voor allerlei socio-culturele en half culturele, half toeristische activiteiten is een reden temeer om aan te geven dat kunst in de ogen van beide kunstenaars toebehoort aan iedereen die de kunst op een vrije manier wil gebruiken.
Luk Lambrecht
“Een syntaxis van afhankelijkheid:” nog tot 22 mei in het M HKA.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier