Het boerenjaar van kersvers minister Jo Brouns: geen doodgewone dorpsjongen, maar de zoon van de burgemeester
Met Jo Brouns heeft de CD&V gekozen voor een nieuwe minister die gemodelleerd lijkt naar de smaak van de klassieke christendemocratische achterban. De vernieuwing is voor straks.
‘Ik laat mijn bevoegdheid niet in de steek.’ Nee, haar bevoegdheid landbouw zou ze niet zomaar afstaan. Dat viel het voorbije weekend te noteren bij Hilde Crevits, Vlaamse vicepremier en minister van Economie, Werk en steeds nadrukkelijker ook van Landbouw, en na het ontslag van Wouter Beke nog nadrukkelijker dan voorheen de chef de file van de CD&V-ministers in de Vlaamse regering.
Gezien het voorbehoud bij Crevits zelfs om Landbouw op te geven gokte de Wetstraatpers voor de opvolger van Beke vooral op namen die gepokt en gemazeld zijn in het welzijnswerk. Zo passeerde het voorbeeldige Genkse Kamerlid Nawal Farih de revue, een ex-medewerkster van Bekes voorganger Jo Vandeurzen. Of Margot Cloet, ex-kabinetschef van diezelfde Vandeurzen en vandaag topvrouw van Zorgnet-Icuro. Of zelfs een echt zwaargewicht als Luc Van Gorp, de voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten. Ook viel de naam van Vlaams Parlementslid Vera Jans: ‘Zij komt uit de juiste provincie.’ Omdat ze uit Limburg komt, lag Jans volgens Het Laatste Nieuws zelfs in poleposition. Dat had ze in elk geval voor op het West-Vlaamse Kamerlid Nathalie Muylle, tussen 2019 en 2021 federaal minister van Economie – ook al in opvolging van, jawel, Wouter Beke.
Het werd dus een Limburger, zij het Jo Brouns. Ook zijn naam was al in de lijstjes opgedoken – meestal ergens onderaan, maar soms ook nadrukkelijker – volgens De Standaard lag hij zelfs ‘voor de hand’. Ook Brouns werkte namelijk op het kabinet van Vandeurzen, zelfs een jaar of tien (welke getalenteerde Limburgse CD&V’er is er eigenlijk niet via Vandeurzen gepasseerd?). Brouns krijgt als voornaamste bevoegdheid Landbouw, en dat ondanks het tegenstribbelen van Crevits. Zij blijft vicepremier en wordt minister van Welzijn.
‘What you see, is what you get’, zei de kersverse minister in al zijn Limburgse bescheidenheid: ‘Een doodgewone jongen uit Kinrooi.’ Dat was in zijn eerste toespraak dus meteen zijn eerste leugen – leugentje. Jo Brouns is geen doodgewone dorpsjongen. Jo Brouns is de zoon van de burgemeester. Op één bestuursperiode in de oppositie (1995-2000) na levert de familie Brouns sinds 1989 de burgemeesters in Kinrooi. Eerst Vader Hubert Brouns (1989 tot 2012) en sinds 2013 dus zoon Jo Brouns. Dat is de moderne variant van een aloude baronie. Vandaar ook dat Het Belang van Limburg de ochtend ná de aanwijzing van Brouns een bijna Ernest-Claesachtige scène reconstrueerde: zoon Brouns was zijn ouders komen opzoeken – ze wonen naast elkaar – en aan de ontbijttafel aten ze samen bookeskook/boekweitkoek – op Limburgse ‘oude ambachtenfestivals’ is dat vaste prik, naast de even onvermijdelijke rijstpap met bruine suiker. Bij de Brounsen thuis is dat oer-Limburgse streekgerecht, nu ja, vaste koek, zelfs als er iets te vieren valt. Vader Brouns beaamt: ‘Ik ben trots dat hij het geworden is. Hij heeft zich zijn hele carrière stap voor stap opgewerkt en dit is echt de kers op de taart.’
Voor politieke families waarin het ministerschap echt het hoogste van het hoogste is, is dat inderdaad een half godsgeschenk, voor zoon én voor de vader. Vader Hubert Brouns zat tussen 1991 en 2007 zestien jaar in het parlement (zowel in de Kamer als in het Vlaams Parlement, en voor 1995 zelf in beide assemblées tegelijk, want toen gold nog het zogenaamde ‘dubbelmandaat’). Brouns senior was een mannetje van de Boerenbond, misschien nog meer dan van de CVP (zo heette de CD&V toen). In het Vlaams Parlement ontpopte hij zich tot de bijzonder kritische en taaie ondervrager van de toenmalige milieuminister, de socialist Norbert De Batselier. De Batselier was de auteur van een vroege poging om de Vlaamse bodemvervuiling door overbemesting tegen te gaan, het zogenaamde ‘Mest Actie Plan’ (MAP). De Boerenbond stond er zeer kritisch tegenover, en dat was eigenlijk verhullend taalgebruik om niet te hoeven zeggen dat men er alles aan deed om dat plan te saboteren. Uiteindelijk is dat ook gelukt: de Boerenbond slaagde erin het MAP te torpederen, hoewel regeringspartij CVP zich er tegenover coalitiepartner SP (nu Vooruit) toe had geëngageerd om tot een akkoord over het MAP te komen.
Het is een ironische wending van de geschiedenis dat zoon Jo Brouns in zekere zin het werk van vader Hubert moet voortzetten en als Vlaams landbouwminister én vertrouweling van de Boerenbond straks het ‘stikstofakkoord’ moet afwikkelen. De nieuwe Vlaamse minister van Landbouw is niet alleen haast een buurman maar ook een generatiegenoot van de nieuwe voorzitter van de Boerenbond, Lode Ceyssens. Brouns is zoals gezegd burgemeester van het Noord-Limburgse Kinrooi, Lode Ceyssens droeg de sjerp in die andere Noord-Limburgse gemeente, Meeuwen-Gruitrode (sinds 2020 een deel van de fusiegemeente Oudsbergen). Streekgenoten Brouns en Ceyssens zetelden ook samen in de CD&V-fractie in het Vlaams Parlement. Sindsdien is Brouns al een paar keer opgetreden ‘voor de boeren’ in moeilijke dossiers. Het was Brouns die als eerste belangrijke Limburgse politicus suggereerde dat de wolven uit Limburg ‘verwijderd’ zouden moeten kunnen worden als andere maatregelen niet zouden helpen.
Daarmee lijkt meteen de eerste valkuil op te duiken waarmee Brouns als minister zal worden geconfronteerd. Zowel in het wolvendossier als in het stikstofdossier heeft hij binnen de Vlaamse regering één echt tegenspeler: de zeer te duchten minister van Omgeving Zuhal Demir. De ongekroonde koningin van de Limburgse N-VA is niet iemand die snel toegeeft, dat hebben toppolitici van zowat alle partijen al mogen ervaren, tot haar eigen partijgenoot en minister-president Jan Jambon toe. Brouns mag zelf het antwoord verzinnen op de vraag of Demir bereid zal zijn tot zware toegevingen op dossiers waarin ze zich al een tijd aan het profileren is als ‘harde’ en ‘principiële’ bestuurder. Zeker als haar nieuwe sparringpartner een minister is uit de eigen provincie maar van een andere partij, en straks dus een rechtstreekse electorale concurrent. De CD&V geeft Brouns alvast schouderklopjes, én een sterk kabinet. Al merken cynici nu al op dat je met ‘Limburgers onder elkaar’ nooit weet. Maar als Brouns en Demir ooit tot een akkoord komen, zal het belangrijk zijn wat in de bijlagen in kleine lettertjes staat – en welke Limburgers met welke andere dossiers dan hun voordeel doen.
Waarmee ook meteen duidelijk is waarom Crevits toch minister van Welzijn is geworden en Brouns Landbouw kreeg: omdat hij voor de Boerenbond minstens zo betrouwbaar is als Crevits. Zoals zijn vader Hubert ook nog vertelde aan Het Belang Van Limburg: ‘Jo is graag gezien in Kinrooi. Ook bij de landbouwers. Hij is één van ons.’
De aanwijzing van Jo Brouns was trouwens een ‘bindend advies’ van de nationale partijraad van de CD&V. Het is een duidelijk signaal dat sinds het ontslag van Joachim Coens en tot de verkiezing van een nieuwe voorzitter de partij onder curatele staat van ‘het collectief’. Maar het is bekend dat leden en militanten van een partij vaak totaal andere keuzes maken en prioriteiten hebben dan haar kiezers: de eerste groep bekijkt de politiek vanuit een interne dynamiek, de anderen zijn per definitie meer externe toeschouwers, en consumenten. Brouns is een uitstekende keuze voor die interne groep: bekend, betrouwbaar, vertrouwd met de partij en de zuil, christendemocraat nog voor hij gedoopt werd. Tegelijk heeft het iets van schrijnende bloedarmoede, dat een aftredend voorzitter die al de zoon was van zijn vader-politicus, als nieuwe minister ook een zoon van een vader-politicus moet voorstellen. Nog even, en de CD&V is écht de familiepartij die ze zo graag wil zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier