‘Het beleid van Di Rupo is een catastrofe’
De Waalse socialistische vakbond FGTB maakt in Le Vif brandhout van het palmares van de regering Di Rupo. Met de verkiezingen in aantocht, kunnen Elio Di Rupo en de PS de kritiek uit eigen vleugel missen als kiespijn.
Nico Cué, secretaris-generaal van de metaalafdeling van de Waalse socialistische vakbond FGTB, brandt het beleid van premier Elio Di Rupo (PS) af. Hij eist veranderingen, ook binnen zijn FGTB. ‘Als het zo verdergaat wordt de slavernij weer ingevoerd en mogen de vakbonden enkel nog onderhandelen over het gewicht van onze kettingen.’
Passen uw boodschap en acties wel nog in deze maatschappij?
Nico Cué: ‘Door akkoorden te sluiten zijn we meegegaan in een economisch verhaal waar we eigenlijk tegen zijn. De vraag is of we dat moeten blijven doen. Of moeten we integendeel voor een breuk zorgen met dat systeem dat ons anderhalve eeuw terug katapulteert in de tijd? Dat is de existentiële vraag waar de FGTB voor staat.’
Als u zegt ‘meegaan’, dan bedoelt u deelnemen aan de sociale dialoog met de politieke verantwoordelijkheden – in het bijzonder de PS – in een poging de schade te beperken?
Nico Cué: ‘Exact. Tot op vandaag vond de syndicale top dat de hervormingen tot de marge beperkt bleven. Het merendeel van onze mensen werd niet geraakt. Dus gingen we mee en probeerden we te corrigeren waar we konden. Is dat vandaag nog steeds het juiste pad? Wij, les métallos (de metaalarbeiders, red), vinden van niet. Als we zo verdergaan dan wordt de slavernij weer ingevoerd en zullen de vakbonden enkel nog kunnen onderhandelen over het gewicht van onze kettingen.’
Wat moet de FGTB dan doen?
Nico Cué: ‘Als het stormt, moet je vasthouden aan je wortels. We moeten terug naar de beginselverklaring van de FGTB uit 1945. Daarin werd de basis gelegd van een gelijkere en klasseloze samenleving, waarin de rijkdom op een correcte manier herverdeeld wordt. En dat volledig onafhankelijk van de politieke partijen. Vandaag wijken we daar te veel van af, vrees ik.’
Het mandaat van secretaris-generaal Anne Demelenne loopt binnenkort ten einde. Moet het congres in oktober de strategische lijn van de FGTB herdefiniëren?
Nico Cué: ‘Ja, de FGTB moet zichzelf heroveren. We moeten onze uitgangspunten fundamenteel heroriënteren: ik ben niet tevreden over Demelenne en haar ploeg.’
Wat verwijt u haar?
Nico Cué: ‘In de eerste plaats dat ze niet naar de basis luistert. De organisatie van het protest lijkt ook nergens naar. In 2012 formuleerde de FGTB vijf breekpunten als antwoord op het federale beleid. Die breekpunten zijn eerst naar oranje knipperlichten geëvolueerd en geëindigd als groene. Stel u dan eens in de plaats van onze gasten in de fabrieken. Zij zeggen tegen hun collega’s: ‘Geen zorgen, de FGTB zal daarop niets toegeven.‘ En dan horen ze Demelenne die breekpunten op de televisie tot niets terugbrengen.’
De federale legislatuur loopt ten einde. Welke balans maakt u op van de regering Di Rupo?
Nico Cué: ‘Het is een catastrofe. In mijn hele militantenleven heb ik nog nooit zoiets gezien. Ik heb de herstructureringen van FN en in de metaalindustrie meegemaakt: duizenden banen gingen verloren. In 1986 hebben we negen maanden gestaakt bij FN, tegen de blokkering van de lonen.
Die strijd was ook moeilijk, maar we veerden altijd weer recht. Vandaag heb ik de indruk dat we niet meer onderhandelen over de salarissen. Ze gaan ze 10 jaar bevriezen. We gaan richting een volledige verarming. Het is de eerste keer dat ik als burger voel dat er fundamenteel geraakt wordt aan mijn levenskwaliteit.’
Hebben jullie met de index en de in de tijd onbeperkte werkloosheidsuitkeringen dan niet het essentiële weten behouden?
Nico Cué: ‘Neen, ons sociaal model is eraan. De hervormingen gaan veel te diep en veel te brutaal. Wat me triest maakt, is dat men ons sociaal model opoffert voor een land dat het risico loopt het einde van de rit niet uit te doen. Dat zelfs de splitsing van de kinderbijslag de N-VA niet heeft weten stoppen… Het is ver gekomen. Ik ben geen helderziende, ik weet niet wat komt na 25 mei. Maar Di Rupo is nog niet gewonnen, wat velen ook mogen denken. Ik denk dat hij verslagen is.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier