Herman Nys (KU Leuven) laakt haastwerk parlement: ‘Abortus is géén gewone medische handeling’

Echografie van een foetus. 'Op achttien weken komt de levensvatbaarheidsgrens al in zicht.' © iStock

De indieners van het voorstel om de abortuswet aan te passen, hebben halfslachtig werk geleverd, vindt medisch jurist Herman Nys. ‘Alsof ze niet in hun eigen uitgangspunt geloven.’

De hervorming van de abortuswet is nog niet goedgekeurd of de Open VLD heeft al een wetsvoorstel klaar om de euthanasiewet uit te breiden. Parlementsleden nemen de vlucht vooruit in de hoop die ethische dossiers nog in beweging te krijgen voor er een nieuwe federale regering is gevormd. Daarbij wordt vaak gerefereerd aan de hoogdagen van de paars-groene regering-Verhofstadt I, die voor een doorbraak zorgde in een aantal netelige ethische dossiers. ‘Totaal onvergelijkbaar’, zegt emeritus professor medisch recht Herman Nys (KU Leuven), een van de geestelijke vaders van de patiëntenrechtenwet. ‘Paars-groen ging niet over één nacht ijs. De euthanasiewet, bijvoorbeeld, kwam er pas na jaren van diepgaande debatten en hoorzittingen. De wetswijzigingen die vandaag worden voorgesteld, zijn eerder door ideologie en emoties ingegeven dan door rationele overwegingen. Aanvankelijk dacht ik nog dat het gezond verstand na wat bezinning zou terugkeren, maar dat is dus niet het geval. Integendeel, er heerst op dit moment een klimaat waarin parlementsleden lijken te denken dat alles kan.’

De wetswijzigingen zijn eerder door ideologie en emoties ingegeven dan door rationele overwegingen.

Herman Nys

Is het dan niet positief dat de parlementsleden niet op hun lauweren rusten in afwachting van een nieuwe federale regering?

Herman Nys: De eerste opdracht van een parlement is de regering controleren en wetsontwerpen goedkeuren. Doordat de federale regering nu al maanden in lopende zaken is, zijn die opdrachten grotendeels weggevallen en hebben de parlementsleden meer ruimte om allerlei zaken via wetsvoorstellen te regelen. Het grote verschil met een wetsontwerp van de regering is dat de wetsvoorstellen van parlementsleden niet door de Raad van State hoeven te worden beoordeeld. Daardoor sluipen er vaak weeffouten in zo’n tekst. Onlangs nog werd de verjaring voor seksuele misdrijven tegen minderjarigen geschrapt toen een wetsvoorstel van parlementsleden van de SP.A en de N-VA werd goedgekeurd. Maar doordat er een fout in hun tekst staat, zullen de zwaarste seksuele misdrijven tegen meerderjarigen, zoals verkrachting met de dood tot gevolg, nu net sneller verjaren. En dat is maar een van de vele voorbeelden.

Zitten er ook fouten in het voorstel om de abortuswet aan te passen dat socialisten, groenen,liberalen, PVDA-PTB en DéFI hebben ingediend?

Nys: Er is in elk geval niet genoeg over nagedacht. Dat men de bedenktijd van zes naar twee dagen terug wil brengen, kan ik nog begrijpen. Delicater is dat men zwangerschapsafbreking om niet-medische redenen mogelijk wil maken tot achttien weken in plaats van de huidige twaalf. Al is het maar omdat de levensvatbaarheidsgrens dan toch al in zicht komt. Maar waar ik me het meest aan erger, is dat de indieners van het wetsvoorstel van zwangerschapsafbreking een gewone vorm van medisch handelen willen maken.

En dat is het niet?

Nys: In mijn ogen niet, al is het maar omdat er een foetus bij betrokken is. In Nederland, waar de initiatiefnemers van het wetsvoorstel graag naar verwijzen, wordt een glashelder onderscheid gemaakt tussen normaal medisch handelen enerzijds en maatschappelijk gereguleerd medisch handelen anderzijds. Bij normale medische handelingen baseren artsen zich louter op de protocollen en richtlijnen van het medische beroep, al moeten ze zich natuurlijk wel aan de patiëntenrechten houden. De samenleving bemoeit zich daar verder niet mee. Voor maatschappelijk gereguleerde handelingen, zoals euthanasie en abortus, is er in Nederland een aparte wetgeving met specifieke regels. Dat onderscheid zullen we in België loslaten als het wetsvoorstel over abortus wordt goedgekeurd. Dat zou betekenen dat we een principiële grens overschrijden, en dan nog op een erg halfslachtige manier.

Herman Nys.
Herman Nys.© IDAgency

Hoezo?

Nys: Het wetsvoorstel behoudt de speciale voorwaarden voor zwangerschapsafbreking – zoals de verplichte schriftelijke vraag en de meldingsplicht van artsen – maar schrapt de sancties als ze niet worden gerespecteerd. Totaal onlogisch. Als men echt wil dat abortus een gewone medische handeling wordt, is er geen enkele reden om nog aan die speciale voorwaarden vast te houden – ook niet aan de gewetensbezwaren die een arts kan opwerpen. Dan zouden de patiëntenrechten moeten volstaan, net zoals in de rest van de gezondheidszorg. Of een zwangerschapsafbreking na twaalf weken mag plaatsvinden, is dan geen zaak meer van de overheid, maar iets wat een arts samen met zijn patiënt moet beslissen. Net zoals de overheid zich niet bemoeit met de medische beslissing om het been van een patiënt te amputeren. Daar bestaat ook geen aparte wetgeving over omdat we als samenleving vinden dat de wet op de patiëntenrechten volstaat. En is er toch een arts die een been amputeert zonder dat daar medische indicaties voor zijn, dan kan hij worden veroordeeld voor slagen en verwondingen of inbreuken op de fysieke integriteit van zijn patiënt. Dat er aan abortus toch speciale voorwaarden worden gekoppeld, wijst erop dat de indieners van het wetsvoorstel twijfelen aan hun eigen uitgangspunt.

Verwacht u dat er ook wat euthanasie betreft iets in beweging zal worden gezet?

Nys: Als de regeringsvorming nog lang aansleept, zullen parlementsleden de indruk krijgen dat ze op het huidige elan kunnen doorgaan. Het zou me niet verbazen dat sommigen dan op het idee zullen komen om ook van euthanasie een gewone medische handeling te maken. Bij euthanasie valt dat zelfs nog gemakkelijker te verdedigen dan bij abortus, omdat de belangen van een vrouw en haar ongeboren kind niet tegen elkaar hoeven te worden afgewogen. In die zin ligt het dus minder gevoelig.

Op dit moment is er alleen een wetsvoorstel om euthanasie via een voorafgaande wilsverklaring mogelijk te maken bij dementie en andere vormen van wilsonbekwaamheid.

Nys: Ik betwijfel of het op korte termijn zover komt, want dat blijft juridisch heel moeilijk. Als de persoon in kwestie het verzoek dat hij ooit heeft neergeschreven niet meer kan herhalen, moet iemand anders erover beginnen. Dan komen we in een situatie terecht waarbij de euthanasie eerder wordt toegepast op verzoek van een familielid dan van de patiënt zelf. Terwijl het uitgangspunt van de wet net is dat euthanasie altijd op uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene gebeurt. Het is cruciaal dat we aan dat principe vasthouden. Ook omdat we anders dreigen in te gaan tegen artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op leven beschermt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content