Herman De Croo over nieuwkomers en westerse waarden
Herman De Croo viert in 2018 zijn 50e verjaardag als parlementslid en op 12 augustus al zijn eigen 80e verjaardag. In een halve eeuw als parlementslid heeft Herman De Croo de wereld en dit land danig zien veranderen.
In zijn eerste jaren in de politiek kwamen de eerste Turkse en Marokkaanse gastarbeiders naar hier, vanaf de jaren tachtig volgden de vluchtelingen en de asielzoekers. En nu proberen we in eigen land alle nieuwkomers hoogdringend te bekeren tot de westerse waarden. De Croo is een overtuigde liberaal, maar bij geforceerde bekeringen heeft hij zijn bedenkingen. ‘Je mag nooit proberen de geschiedenis te versnellen. In Turkije heeft Kemal Ataturk het land abrupt willen doen basculeren van het oude naar het moderne – er werd zelfs gedreigd met de doodstraf voor wie de fez droeg, de klak voor moslims. Vandaag draait president Erdogan die klok weer terug: dat heeft dus niet gepakt, hè.’
Herman De Croo: Waarom leren we niet van onze kruistochten in het Midden-Oosten? We kunnen onze beschaving niet opleggen, daar hebben we niet de juiste technieken voor. Vandaag is religie ook niet meer de opium van het volk, zoals Marx zei. Ik weet niet wat de volgende drug zal zijn. Misschien het nationalisme van de N-VA, het opiumke du peuple?
We kunnen onze beschaving niet opleggen
Leren we dan niet uit onze geschiedenis?
De Croo: Weinig, en we betalen daar een prijs voor. We hebben in China de oude beschaving vermoord, in Congo een driehonderdtal koninkrijken opgeblazen. We hebben de Inca’s en de Amerikaanse indianen uitgeroeid. En toch vinden we dat we de hele wereld de les kunnen spellen omdat we zelf zo perfect zijn. Ik maak me zelden kwaad, maar toen Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken in het Vlaams Parlement zei dat hij geen boetekleed wilde aantrekken voor het verleden, heb ik het woord genomen: ‘Mijnheer Van Grieken, nog na mijn geboorte hebben Europeanen die van Mozart en Beethoven hielden, en die Schiller en Goethe konden citeren, systematisch en op industriële schaal zes miljoen Joden vermoord, tegen de laagste kostprijs en met het hoogste rendement.’ Wij zijn soms te pretentieus en kennen onze eigen geschiedenis te weinig.
We moeten niet denken dat ons gedrag superieur is. In 1980 dineerden minister van Landsverdediging Charles Poswick en ikzelf in Kinshasa bij president Mobutu. Poswick wilde Mobutu de levieten lezen over de corruptie in zijn land, maar hij durfde niet goed. Uiteindelijk vroeg hij: ‘Monsieur le président, naar het schijnt is er veel corruptie in Zaïre.’ Mobutu was een slimme schelm, een mengeling tussen Willy De Clercq en Paul Vanden Boeynants: ‘Bien sûr,’ antwoordde hij met zijn zware stem, ‘er is veel corruptie onder de Zaïrezen. Maar vertel me eens: wie heeft hun dat bijgebracht?’
Het was toch uw eigen partij-voorzitster Gwendolyn Rutten die zei dat ‘ons model’ superieur is?
De Croo: Natuurlijk heeft ons Gwendolyn groot gelijk: wij hebben nooit in een betere wereld geleefd dan vandaag, naar emancipatie en vrijheid, maar schaatsen we niet op een bevroren vijver? U weet dat die onderaan begint te smelten. En dan is de vraag: hoe ver bevinden we ons van de kant? Ik ben ervan overtuigd dat dit stukje Europa, dat wij zo koesteren, op termijn dreigt weg te smelten. Dat is niet erg: ook de dinosaurussen zijn ooit verdwenen, na miljoenen jaren. Waarom denken wij eigenlijk dat onze manier van leven er voor eeuwig zal zijn? Wij zijn zoals de afgelegen huizen in het middeleeuwse Vlaanderen, waar indringers kaarsen onder de voet van de eigenaars staken: ‘Boer, waar is uw geld?’
Dat klinkt haast als de these achter Soumission van Michel Houellebecq: dat we ons vroeg of laat onvermijdelijk zullen ‘onderwerpen’.
De Croo: Niet als we doen wat de Romeinen met de Germanen hebben gedaan. Veel van de laatste keizers waren Germanen of zelfs Noord-Afrikanen. De Romeinse logica was: if you can’t beat them, let them join you. Vandaag is 70 procent van de Antwerpse kleuters allochtoon. Dus over een kwarteeuw zal driekwart van de Antwerpenaar van vreemde origine zijn. Dus heet de nieuwe De Wever straks Ibn Saïd of zo. Wat is daar verkeerd aan? Zolang we hen maar tijdig laten joinen. Waarom zorgen we niet voor een aangename ‘pervertering’ van onze intranten?
Lees ook het artikel: Herman De Croo: ‘Cinema spelen: dat moet je durven in het parlement’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier