Heftig debat in de Kamer over prenatale erkenning
De plenaire Kamer heeft donderdagavond een wetsvoorstel goedgekeurd dat uitdrukkelijk bevestigt dat niet-gehuwde vaders – of moeders in een lesbische relatie – een kind prenataal kunnen erkennen vanaf de eerste zwangerschapstest door een arts. De stemming zorgde voor een heftig debat, vooral tussen de MR en de PS.
Het wetsvoorstel werd ingediend door de Franstalige liberalen van de MR. De tekst moet definitief een einde maken aan een vereiste die sommige gemeentebesturen opleggen waardoor de erkenning pas mogelijk is na een termijn van zes maanden zwangerschap.
Voor getrouwde koppels geldt een vermoeden van vaderschap of meemoederschap. Bij niet-gehuwde koppels moeten de partners expliciet om een erkenning gaan. Dat kan volgens de auteurs van het wetsvoorstel “een heel belangrijk element zijn om de zwangerschap en de afstamming een plaats te geven”. Bovendien garandeert de erkenning de afstamming van het kind van vaderszijde, mocht de vader voor de geboorte overlijden.
‘Gevaarlijk proces’
De PS vreest echter dat de wettekst de deur openzet voor een uitholling van het recht op abortus. Het kwam daarbij tot een lang debat, waarbij de meerderheid tot treurenstoe bleef herhalen dat de tekst geen rechtspersoonlijkheid creëert voor ongeboren kinderen. “De MR heeft het recht op abortus steeds gesteund en zal dat blijven doen”, verzekerde hoofdindienster Stéphanie Thoron. Bij de PS toonde men zich echter niet overtuigd. “Het gaat om een gevaarlijk proces van erkenning van de foetus en dus een manier om – al dan niet bewust – de vrijwillige afbreking van zwangerschappen onder vuur te nemen”, besloot Kamerlid Özlem Özen.
CD&V-Kamerlid Sonja Becq betreurde de manier waarop het debat gevoerd werd. Volgens de christendemocrate was de tekst eigenlijk niet eens noodzakelijk, aangezien een vroege erkenning wettelijk ook voorheen al mogelijk was. Dat bij de FOD Justitie daarover echter blijkbaar foute informatie werd verstrekt, trok CD&V over de streep om de zaken toch mee te expliciteren. Becq bevestigde daarbij dat er geen sprake is van het geven van een rechtspersoonlijkheid aan foetussen. Maar ze merkte wel fijntjes op dat “het feit dat men het belangrijk vindt om een kind te kunnen erkennen voor de eerste 180 dagen ook aantoont dat men dat ongeboren leven ook belangrijk vindt”. “Dat is hiervoor een aanduiden”, besloot de christendemocrate.
Het cdH stemde uiteindelijk samen met meerderheidspartijen N-VA, MR, CD&V en Open Vld voor het wetsvoorstel. Sp.a en PVDA onthielden zich, PS en Défi stemden tegen.
Homokoppels
Daarnaast heeft de plenaire Kamer donderdag een wetsvoorstel van Groen en Ecolo goedgekeurd dat bepaalde potentiële problemen voor adopterende homoseksuele koppels de wereld uit moet helpen. De tekst werd – op de onthouding van Vlaams Belang na – unaniem goedgekeurd.
“Steeds meer homoseksuele paren bouwen een gemeenschappelijk ouderschapsproject uit waarbij de ene partner de wettelijke ouder van het kind is en de andere het wil adopteren om eveneens de wettelijke ouder van dat kind te worden”, verduidelijken auteurs Stefaan Van Hecke en Muriel Gerkens.
Soms botsen ze echter op problemen. Denk bijvoorbeeld aan gevallen waarbij de andere biologische ouder niet wil instemmen met de adoptie. Of wanneer het koppel uit elkaar gaat en de ander het ouderlijk gezag over zijn of haar kind verliest.
Het wetsvoorstel dat donderdagavond groen licht kreeg, moet dergelijke situaties in de toekomst voorkomen. Opvallend daarbij is nog dat het al om de derde tekst gaat waar Stefaan Van Hecke deze legislatuur vanuit de oppositie een meerderheid voor vindt.