Vrije Tribune
‘Heeft die verpakking rond onze voeding dan echt geen enkel nut?’
‘Waarom verpakken we eigenlijk levensmiddelen? Over die vraag buigt Frank Devlieghere zich samen met een aantal collega’s naar aanleiding van zijn college voor de Universiteit van Vlaanderen.
Verpakt voedsel wordt steeds meer in vraag gesteld. Initiatieven zoals Plastic Attack wijzen de consumenten aan de supermarkten op de onzin van al die verpakkingen. Inderdaad, als je om je heen kijkt zie je op de meest onmogelijke plaatsen verpakkingen rondslingeren en ieder milieubewuste persoon, ook wij, ergert zich hier terecht mateloos aan. De laatste jaren zijn er bovendien steeds meer alarmerende berichten over massa’s plastiek afval in de zeeën. Het is duidelijk dat hier iets moet aan gedaan worden.
Heeft die verpakking rond onze voeding dan echt geen enkel nut?
Maar betekent dit dat we beter die verpakkingen afschaffen? Heeft die verpakking dan echt geen enkel nut? Waarom verpakken we eigenlijk levensmiddelen? Eén van de belangrijkste functies van verpakkingen van levensmiddelen is het garanderen van de houdbaarheid van het verpakte product. Tijdens het verpakkingsproces wordt in vele gevallen de samenstelling van de atmosfeer rond het levensmiddel gewijzigd en hierdoor het bederf geremd. Denk maar eens aan versneden sla, die nauwelijks 1 à 2 dagen vers blijft wanneer je deze sla zelf versnijdt en in de koelkast bewaart. Wanneer de producent van versneden sla het product onmiddellijk na versnijden verpakt dan kan er een houdbaarheid van minimaal 6 tot 8 dagen gegarandeerd worden.
Bovendien voorkomt de verpakking een besmetting van het verpakte product zodat bijvoorbeeld onze melk, die vóór het verpakken gesteriliseerd wordt om alle micro-organismen in de melk af te doden, een houdbaarheid van meerdere maanden tot een jaar krijgt in de verpakking. Onverpakt is melk maar enkele dagen houdbaar in de koelkast.
Wanneer de houdbaarheid van een product op die manier verlengd wordt, betekent dit meteen dat de producent, de winkel en de consument het product langer beschikbaar heeft en er dus een stuk minder voedselverlies zal optreden. Hier wordt in het debat rond verpakt voedsel dikwijls veel te weinig rekening mee gehouden. Voedselverlies wordt gezien als al het voedsel dat geproduceerd wordt en uiteindelijk niet door de consument wordt opgegeten.
De meest recente gegevens van het Vlaams Ketenplatform Voedselverlies geven aan dat meer dan 900 miljoen kg voedsel in Vlaanderen verloren gaat, wat neerkomt op een verspilling van zo’n 140 kg per inwoner per jaar. Duizelingwekkende getallen. Ongeveer 36% van dit verlies gebeurt op het niveau van de landbouw, 25% door de voedingsindustrie, maar de consument is tevens verantwoordelijk voor 23% wat betekent dat ieder van ons jaarlijks ongeveer 30 kg levensmiddelen aankoopt maar uiteindelijk niet consumeert. Voor een gemiddeld gezin is dit ongeveer 75 kg.
‘Een van derde van de mensen tussen de formuleringen ’te gebruiken tot’ en ’ten minste houdbaar tot’.’
Wat zorgt er nu voor dat een consument beslist om een aangekocht product niet meer op te eten? Uit onderzoek van onze onderzoeksgroep aan de Universiteit Gent blijkt dat bijna 60% van de mensen aangekocht voedsel weggooit op basis van de houdbaarheidsdatum. Ze hebben producten gekocht, maar zien op het moment dat ze het levensmiddel willen consumeren dat de houdbaarheidsdatum overschreden is en gooien het dan ook rigoureus in de vuilnisbak. Deze keuze blijkt wel af te hangen van het soort product. Zo’n 20% van de mensen durft wel eens vers vlees of vis te consumeren waarvan de houdbaarheid is overschreden terwijl dit aantal oploopt tot 61% voor frisdranken en 86% voor chocolade. Maar is dit de goede reflex?
Hierbij is het belangrijk te weten dat er twee soorten houdbaarheidsdata op het etiket kunnen staan: een ’te gebruiken tot’ of een ’tenminste houdbaar tot’ datum. Bij de eerste soort is het belangrijk om de houdbaarheidsdatum te respecteren, want het product is mogelijks niet meer veilig om op te eten na deze datum. Bij de ’tenminste houdbaar tot’ datum echter, is het geen enkel probleem het product na die datum nog op te eten. Het kan misschien wat minder lekker of knapperig zijn, maar je zal er zeker niet ziek van worden.
Nu blijkt dat één derde van de mensen het onderscheid tussen beide data helemaal niet kent en dus heel veel producten worden weggesmeten die nog perfect consumeerbaar zijn en zo de voedselverspilling door de consument onnodig groot is.
Maar ook in de winkel hebben we als consument de onhebbelijke gewoonte om te zoeken naar het pakje met de langste houdbaarheid, zelfs als we het aangekochte product de dag zelf zullen consumeren. Dit zorgt ervoor dat winkels met grote hoeveelheden producten die bijna de houdbaarheidsdatum hebben overschreden blijven zitten. Ook dit leidt tot voedselverlies met een enorme milieu-impact. Ook hieruit blijkt dat het belangrijk is om te investeren in campagnes om de consument het gebruik van de houdbaarheidsdatum beter aan te leren.
‘Hoe kunnen we nu weten of de impact van de verpakking op het milieu groter is dan de impact van het voedselverlies?’
Er zijn dus duidelijk twee kanten aan de medaille. Maar hoe kunnen we nu weten of de impact van de verpakking op het milieu groter is dan de impact van het voedselverlies? Recente studies, uitgevoerd in opdracht van OVAM en FOSTPLUS, hebben deze afweging gemaakt. En wat bleek? De klimaatimpact van de verpakking bleek bijna altijd vele malen lager te zijn dan deze van het verloren voedsel. Een verpakking moet natuurlijk doordacht ontwikkeld worden om met zo weinig mogelijk materiaal een zo lang mogelijke houdbaarheid van het verpakte levensmiddel te garanderen. In dit ontwikkelingsproces kunnen ook andere aspecten worden meegenomen zoals het al of niet gebruiken van gerecycleerd of biogebaseerd materiaal. Het integreren van al deze aspecten tot het vinden van een optimale verpakking vormen nog steeds een uitdaging voor de toekomst.
En wat kunnen we nu doen aan al die verpakkingen die in het milieu terecht komen? Wel, we moeten in eerste instantie naar onszelf durven kijken en er als consument voor zorgen dat verpakkingen bij de juiste afvalstroom ingezameld worden en niet langer achteloos achtergelaten worden. Verder zal de industrie stappen moeten zetten om deze ingezamelde verpakkingen zo efficiënt mogelijk te recycleren naar producten met een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde. Hier is men volop mee bezig, maar doorgedreven onderzoek blijft hier van groot belang.
Frank Devlieghere, vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid
Bruno De Meulenaer, vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid
Peter Ragaert, vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid en Pack4Food vzw
An Vermeulen, vakgroep Levensmiddelentechnologie, Voedselveiligheid en Gezondheid en Pack4Food vzw
Marilien Van Oudenhove, Pack4Food vzw
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier