Ewald Pironet

‘Hebben mensen als Coens en Rousseau wel de statuur om moeilijke beslissingen door te drijven?’

De meeste traditionele partijen hebben sinds kort nieuwe voorzitters. Moeten we daarmee naar de oorlog?

‘Alles zal hetzelfde zijn, alleen een beetje erger’, zegt de Franse schrijver Michel Houellebecq over de wereld na corona. Zullen we echt anders gaan leven, wonen, werken en ontspannen als het coronavirus bezworen is? Of zal het leven gewoon weer worden zoals voorheen, ‘alleen een beetje erger’? In elk geval zullen de komende weken, maanden en jaren belangrijke beslissingen moeten worden genomen, die zullen bepalen hoe onze samenleving er de volgende decennia zal uitzien. Hoe zullen we de toegenomen werkloosheid en armoede aanpakken, bijvoorbeeld? En hoe zullen we de overheidsfinanciën enigszins op orde brengen? Ook als daarover niets wordt beslist, zal dat onze samenleving vormgeven, want niets doen is ook iets doen.

Hebben mensen als Coens en Rousseau wel de statuur om moeilijke beslissingen door te drijven?

Net op dit cruciale moment zullen alle traditionele partijen in ons land een nieuwe, meestal onervaren voorzitter hebben. Joachim Coens leidt sinds begin december de CD&V. Daarvoor was hij gedelegeerd bestuurder van de haven van Zeebrugge en schepen en burgemeester in Damme. Een andere neofiet is Conner Rousseau, die in november voorzitter werd van de SP.A. Hij was van 2017 tot 2019 directeur Communicatie bij de Vlaamse socialisten, werd vorig jaar onverwachts lijsttrekker in Oost-Vlaanderen en werd verkozen in het Vlaams Parlement. Veel kilometers in de politiek staan er bij hen nog niet op de teller. Het is nog maar de vraag of zij al de statuur hebben om moeilijke beslissingen door te drijven.

Open VLD had al een opvolger moeten hebben voor Gwendolyn Rutten, maar de voorzittersverkiezing werd uitgesteld door de coronacrisis. Dezer dagen mogen de leden eindelijk kiezen en iedereen gaat ervan uit dat het een tweestrijd wordt tussen Egbert Lachaert en Bart Tommelein. Lachaert is gemeenteraadslid in Merelbeke, was in 2013 heel even Vlaams Parlementslid en is sinds 2014 Kamerlid. Tommelein was al van alles: woordvoerder, Vlaams Parlementslid, volksvertegenwoordiger, senator, staatssecretaris en viceminister-president – maar sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 is hij toch vooral burgemeester van Oostende. Een van beiden zal voorzitter worden van de Vlaamse liberalen, één jaar na de federale verkiezingen en na talloze heilloze informatierondes om een nieuwe federale regering te vormen. Zal de nieuwe Open VLD-voorzitter daar beterschap in kunnen brengen?

De situatie is niet echt hoopgevend. Zeker niet in een land waar partijvoorzitters zo veel macht naar zich toe hebben getrokken.

Aan de andere kant van de taalgrens volgde Georges-Louis Bouchez in november Charles Michel op als MR-voorzitter. Bouchez was schepen in Bergen, raakte vorig jaar niet verkozen in de Kamer en werd opgevist in de Senaat. De koning benoemde hem, samen met Coens, rond de jaarwisseling tot informateur en toen leerde iedereen hem kennen als een losbol. Niet meteen de beste eigenschap in deze uitzonderlijke crisistijd.

Bij de CDH staat sinds januari vorig jaar voormalig viceminister-president Maxime Prévot aan het hoofd. De Franstalige christendemocraten hebben nog 3,7 procent van de stemmen en vijf Kamerzetels. Ze zijn het afschrikwekkende voorbeeld van wat er met een traditionele partij gebeurt als die niet langer een boodschap heeft en niet meer is dan een losse verzameling politici die vooral hun eigen zetel nastreven.

En dan is er nog de PS, waar Paul Magnette in oktober Elio Di Rupo opvolgde als partijvoorzitter. Magnette was in 2013-2014 al een poos partijvoorzitter en deed ervaring op als federaal minister en als Waals minister-president. Magnette speelde evenwel veel vertrouwen kwijt nadat hij in maart een akkoord met N-VA-voorzitter Bart De Wever had opgeblazen, tot grote verbijstering en onvrede van onder meer zijn Vlaamse tegenhanger Conner Rousseau. Is Magnette dan de man op wie je vandaag kunt bouwen?

Alleen Bart De Wever, door politicoloog Carl Devos in deze Knack omschreven als ‘een klasbak’, steekt erbovenuit. De N-VA wil graag besturen, maar mag ze straks mee onderhandelen over een nieuwe regering? De onrust daarover neemt toe in de grootste Vlaamse partij.

De situatie is niet echt hoopgevend. Zeker niet in een land waar partijvoorzitters zo veel macht naar zich toe hebben getrokken. En zeker niet nu we de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog beleven. ‘Alles zal hetzelfde zijn, alleen een beetje erger’, zei Houellebecq. Hopelijk blijft het bij ‘een beetje’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content