Hebben Geert en Jolien Noels gelijk? ‘Het meest extreme klimaatscenario is heel onwaarschijnlijk, maar nog altijd mogelijk’

VALENCIA, SPANJE - NOVEMBER 29: Overstromingen zoals degene die in Valencia eerder dit jaar plaatsvonden, dreigen vaker voor te komen wanneer klimaatverandering verder toeneemt. © Anadolu via Getty Images

Volgens het IPCC is het ergst denkbare klimaatscenario een stijging van 5°C boven het pre-industriële niveau tegen 2100. Dat scenario is volgens experts door de energietransitie heel onwaarschijnlijk geworden. ‘Maar we zitten nog altijd op een sneltrein richting een onaanvaardbaar heftige klimaatimpact.’

In een Knack-interview samen met zijn dochter Jolien, liet econoom Geert Noels vallen dat ‘de meeste klimaatwetenschappers het erover eens zijn dat het worstcasescenario is afgewenteld’. Noels zegt dat ‘we op de goede weg zijn’. Zijn dochter ging voort: ‘Hoewel de globale broeikasgasuitstoot nog altijd stijgt, zijn er al heel wat positieve stappen gezet tegen de klimaatopwarming.’ Jolien Noels is econome en werkt als klimaatexpert bij de OESO. Vooral de energietransitie van steenkool naar hernieuwbare energie heeft volgens haar een belangrijke rol gespeeld.

Het verhaal van vader en dochter Noels is volgens historicus en klimaatexpert Pieter Boussemaere niets nieuws: ‘Dat is al een jaar of vijf bekend.’ Boussemaere schreef in 2021 al een opiniestuk voor Knack over klimaatscenario’s, naar aanleiding van een studie in Nature die breed werd opgepikt door de Vlaamse en Nederlandse media. De auteurs van die studie vonden het misleidend om het worstcasescenario als de meest waarschijnlijke uitkomst te beschouwen.

© Nature

Maar sommige wetenschappers willen wel vasthouden aan het scenario van de stijging met 5°C, als waarschuwing voor de reële risico’s van klimaatverandering als de uitstoot van broeikasgassen toch weer spectaculair zou toenemen. 

Wat zijn klimaatscenario’s?

Detlef van Vuuren (Planbureau voor de Leefomgeving en Universiteit Utrecht) was als klimaatwetenschapper betrokken bij de ontwikkeling van klimaatscenario’s. Van Vuuren en zijn collega’s werd gevraagd om de Shared Socioecomic Pathways (SSP’s) te ontwikkelen, de nieuwste generatie klimaatscenario’s voor het IPCC, het klimaatpanel van de VN.

‘Het ergste scenario gaat uit van een hoge bevolkingsaangroei en nog meer gebruik van steenkool’, vertelt Van Vuuren. ‘De koolstofemissies die bij dat scenario horen zijn onwaarschijnlijk geworden, al kan de opwarming daar wel uitkomen als het klimaat gevoeliger blijkt voor de concentratie van CO₂ in de atmosfeer dan geschat wordt.’

De SSP’s zijn een opvolger van de Representative Concentration Pathways (RCP’s) die alleen de impact van verschillende CO₂-concentraties op de gemiddelde wereldtemperatuur in rekening brengen. De SSP’s houden ook rekening met het gevoerde beleid en veranderingen in populaties. Het ergste scenario bij de RCP’s kreeg de naam RCP8.5. Dat vertrok van een temperatuurstoename van 5°C boven het pre-industrieel gemiddelde.

Journalisten en onderzoekers hebben dat meest extreme scenario soms verkeerd geïnterpreteerd, geeft Van Vuuren toe: ‘Het was nooit de bedoeling van RCP8.5 om te voorspellen wat er zou gebeuren als we niets deden.’ Volgens Van Vuuren was het ‘rommelig’ om dat scenario als referentiescenario te gebruiken. ‘Al begrijp ik onderzoekers die vooral met klimaatimpact bezig zijn. Het is logisch dat ze de impact van het ergst denkbare scenario proberen te berekenen.’

Niet alleen het meest extreme scenario is onwaarschijnlijk geworden, ook het scenario met de minste stijging is bijna onmogelijk.


Maar klimaatscenario’s zijn niet zaligmakend: ‘We hebben als onderzoekers geen kristallen bol. Daarom spreken we ook van scenario’s en niet van voorspellingen. We kunnen bijvoorbeeld niet zeker zijn dat het klimaatbeleid zal uitgevoerd blijven worden.’

Wat is dan wel waarschijnlijk?

Als het zogenaamde worstcasescenario ‘waarschijnlijk’ niet meer tot de opties behoort, waar stevenen we dan wel op af? ‘Maar we zijn helemaal niet op de goede weg’, antwoordt Van Vuuren. ‘We zitten nog altijd op een sneltrein richting een onaanvaardbaar heftige klimaatimpact. Het goede nieuws is dat beleid effect kan hebben, maar het huidige beleid is onvoldoende.’

Niet alleen het meest extreme scenario is onwaarschijnlijk geworden, ook het scenario met de minste stijging is bijna onmogelijk. Het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, dat streeft naar een maximale stijging van 1,5°C, lijkt verder dan ooit. 2024 was het eerste jaar dat 1,5°C warmer was dan het pre-industriële niveau. Met het huidige klimaatbeleid stevenen we tegen 2100 af op een temperatuurstijging tussen de 2,5 en 3,5°C. ‘Dat is nog altijd een horrorscenario’, vindt Boussemaere. ‘Het is niet apocalyptisch, maar het zal ook gigantische gevolgen hebben.’ Van Vuuren noemt het minder relevant je blind te staren op het verschil tussen een stijging van 3,5°C en 4 of 5°C. ‘We moeten ruim onder de 2°C blijven om de ergste impact te voorkomen’, weet hij.

Zowel Van Vuuren als Boussemaere waarschuwt voor het feit dat de ergste klimaatscenario’s door externe factoren wel weer mogelijk kunnen worden. De verkiezing van Trump doet bijvoorbeeld nadenken over de mogelijkheid dat de energietransitie gestopt of zelfs omgekeerd kan worden. ‘Al is hernieuwbare energie zo aantrekkelijk worden, dat die kans klein is’, zegt Van Vuuren. 

Hij wijst ook op de toename van internationale conflicten de laatste jaren: ‘Klimaatonderhandelingen worden lastiger en de kans dat de Verenigde Staten nog een rol van betekenis zullen spelen bij de klimaatsteun aan ontwikkelingslanden lijkt miniem.’

Maar nog prangender is de vraag of het klimaat gevoeliger zal blijken voor toenames van de koolstofconcentratie in de atmosfeer dan eerder gedacht. ‘De laatste jaren is de temperatuur zo snel gestegen dat klimaatwetenschappers onrustig zijn over die gevoeligheid. Een stijging van 4 graden tegen het einde van deze eeuw is dus zeker niet volledig uitgesloten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content