Grootouders willen dat kleinkinderen erven
Zo’n 69 procent van de ondervraagden vindt het een goed idee dat grootouders de erfenis naar hun kleinkinderen laten gaan in plaats van naar de kinderen. Daarbij spreken ze zich ondubbelzinnig uit voor de mogelijkheid van een generatiesprong.
Omdat we langer leven en daardoor ook veel later erven, ontvangen kinderen steeds vaker een erfenis op het moment dat ze zelf al wat gespaard hebben. En net op dat moment hopen de kleinkinderen een huis te kopen, en kunnen ze een duwtje in de rug gebruiken. Onlogisch is een generatiesprong dus niet. ‘Toch gebeurt het in de praktijk nog niet zo vaak. En dan wordt de techniek vooral gebruikt om de dubbele betaling van successierechten te vermijden. Want telkens als een erfenis overgaat van de ene generatie op de andere, worden er opnieuw successierechten op betaald’, zegt Duytschaever.
Wie wil dat zijn kleinkinderen rechtstreeks een deel van de nalatenschap erven, kan dat uitdrukkelijk vastleggen in een testament. Maar omdat ze geen automatische erfgenamen zijn, mogen ze enkel het gedeelte erven dat buiten de wettelijke reserve valt. Dat deel is voorbehouden aan bijvoorbeeld de langstlevende echtgenoot of de eigen kinderen. Sinds begin 2012 kunnen grootouders aansturen op een erfenis- of generatiesprong. Het eigen kind kan de erfenis verwerpen, waardoor dat erfdeel rechtstreeks overgaat op de volgende generatie. De kleinkinderen nemen dus de plaats van de ouder in, en erven rechtstreeks van de grootouder.
Het lijkt er wel op dat het toch vooral de kleinkinderen zelf en de grootouders zijn die het idee van de generatiesprong genegen zijn. Driekwart van de ondervraagden die jonger zijn dan dertig jaar vinden de generatiesprong een goed idee en ook 70 procent van de 65-plussers is het idee genegen. Bij de generaties daartussen is het enthousiasme iets minder groot: 67 à 68 procent vindt de generatiesprong een goed idee. (S.V.)
Erven en schenken
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier