Bieke Verlinden (SP.A) over de discussie over gratis kinderopvang. ‘Dit dossier vraagt om een duidelijke keuze, een echte investering in de toekomst.’
Onze samenleving is in sneltempo geëvolueerd naar een model waarin tweeverdieners de norm zijn. Niet alleen vanuit een emancipatiedrang, maar ook vanuit een welbepaald economisch perspectief. Welnu, een maatschappij die verwacht dat we ons leven en onze economie op die manier organiseren, kan niet buiten de noodzaak van kinderopvang en welzijnszorg. Want zonder kinderopvang kan je niet gaan werken, geen opleiding volgen en niet deelnemen aan de maatschappij naast het gezin. Maar bovenal is kinderopvang een geweldig instrument om te investeren in de ontwikkeling, de kansen en het welbevinden van ons allemaal.
‘Gratis kinderopvang is niet voldoende om kwaliteit en toegankelijkheid van de sector op te lossen’
Ons economische model, dat volledig georiënteerd is op marktprincipes, bracht ons heel wat rijkdom. Maar de vraag is: heeft die welvaart ons ook welzijn vergroot? Brengt het ons geluk, voldoening en waardering om die welvaart steeds maar verder te blijven nastreven en aanzwengelen? Het huidige model lijkt steeds minder in staat om de achterliggende opdracht van het samenleven te realiseren: hoger maatschappelijk welzijn creëren voor iedereen. Steeds meer groeit de tendens dat iedereen terugplooit op zichzelf. Er is steeds minder ruimte voor het besef dat solidariteit het samenleven voor iedereen beter maakt, arm en rijk. Goede en betaalbare kinderopvang is daar misschien wel het sterkste voorbeeld van.
Solidariteit
Ik hoor het u al denken: gratis bestaat toch niet? Misschien niet, maar solidariteit wel. Want het was solidariteit die ons welvaart bracht: betaalbaar naar school, naar de dokter, de tandarts, naar de universiteit, op pensioen, per trein of per wagen op verlichte wegen enzovoort. Dankzij een evenwichtig systeem van sociale bijdragen en belastingen en vanuit de overtuiging dat investeren in maatschappelijke dienstverlening ons allen vooruitstuwt, dragen we bij aan en plukken we elke dag de vruchten van dat gezamenlijke project.
Dat solidariteitsdenken wordt door neoliberalen onder vuur genomen. Zij stellen zich de ontmanteling van zorg en welzijn als overheidstaak tot doel. Het gevolg: elke investering in publieke diensten – zoals kinderopvang – is taboe geworden. En ‘om de kosten te drukken’ snijdt iedere besparing grote stukken uit de kwaliteit van de dienstverlening. Een verrottingstactiek waarbij men bewust desinvesteert waardoor diensten niet meer goed functioneren, de boel op termijn ontploft en alles rustig aan de private sector overgelaten kan worden. Die kan er dan zijn verdienmodel op loslaten, dat enkel oog heeft voor snel financiëel rendement en geen rekening houdt met de lange termijn en een herverdeling van kansen.
Het rendement van een kind
Goede kinderopvang werkt aan de ontwikkeling van onze jongste kinderen: respect voor autonomie, praten en uitleggen, bewegen, voorlezen en fijne contacten tussen peuters onderling, voldoende beweging, structuur en grenzen. Een kind moet er grond onder de voeten krijgen, zich veilig voelen en leergierig kunnen ontdekken. Maar dat kan natuurlijk enkel als je investeert in voldoende en bedreven personeel.
Als de uitgangspunten enkel de leefbaarheid van de voorziening en de responsabilisering van de ouders zijn, wordt het welbevinden van het kind al eens vergeten.
Dat kost geld, ja. Maar het levert zo ontzettend veel op! Goede kinderopvang is eigenlijk gewoon een keuze. Een keuze die een gigantische maatschappelijke return heeft, economisch én sociaal. Vandaag echter sluimert het discours van een besparingslogica steeds hardnekkiger doorheen ons denken over kwaliteit. Zorgen voor kinderen moet langzaam maar zeker plaats ruimen voor efficiëntie en rendement. Zo kent het nieuwe kinderopvangdecreet uit 2014 wel enkele goede uitgangspunten, maar zet het steeds meer de individuele verantwoordelijkheden van de ouder centraal en laat die concurreren met de rendabiliteit van de voorziening. Dat vertaalt zich niet bepaald in gelijke kansen en meer kwaliteit. Want als rendabiliteitsdenken de overhand haalt, komt de betaalbaarheid onder druk.
Dat wil niet zeggen dat privécrèches geen kwaliteit kunnen leveren, dat betekent enkel dat die kwaliteit een prijskaartje zal hebben. En op die manier komt de toegankelijkheid van de kinderopvang natuurlijk in het gedrang. Als de uitgangspunten enkel de leefbaarheid van de voorziening en de responsabilisering van de ouders zijn, wordt het welbevinden van het kind al eens vergeten. De hervormingen in de kinderopvang die deze regering doorvoerde baarden heel wat perverse neveneffecten. Eén constante: de zwaarste klappen vallen in de hoek waar de meest kwetsbare gezinnen zich bevinden.
Toegankelijkheid
Om te beginnen maakte deze regering dan ook heel bewust de opvang duurder énkel voor mensen met het laagste inkomen. Hun factuur werd verdrievoudigd. Resultaat? Net die kinderen die het meeste baat hebben bij kinderopvang komen er niet meer in. De overheid ontdoet zich daarbij van haar rol om ongelijkheden weg te werken. Want net in die gezinnen spelen kwetsbaarheden een grote rol: het is daar waar financiële beperkingen gezonde huisvesting onmogelijk maken, dotersbezoeken worden uitgesteld en minder speelgoed en boeken voor handen zijn, laat staat de mentale ruimte om voor te lezen.
Soms ook spelen de zwakke pedagogische vaardigheden van ouders. Goede kinderopvang kan voor deze kinderen heel wat compenseren en jonge kinderen mee een gezonde en warme start in het leven geven. Kinderopvang kan bijdragen aan een warme thuis, door mentale vrijheid te creeëren en ouders te ontzorgen en hen in staat stellen om méér te doen dan overleven tot aan het einde van de maand.
De stress die armoede met zich meebrengt weegt op een gezin: een vicieuze cirkel waarbij de kinderen die er in opgroeien vaak maar weinig successen kennen en zich al van jongs af aan een last of minderwaardig gaan voelen. Goede en ondersteunende kinderopvang kan dan een stimulans en een springplank zijn voor het kind én het gezin.
Kwaliteit
Daarnaast verhoogde deze regering ook de opvangratio (het aantal kindjes per verzorger), zowel bij crèches als bij onthaalouders. Internationaal onderzoek stelt dat écht waardevolle opvang een ratio van 1 op 4 hanteert (zo werkt men in scandinavische landen!). Maar in Vlaanderen trok de minister die ratio toch maar op, naar 1 begeleider voor maar liefst 8 kindjes.
Zonder een zekere basis van gelijke zorg voor kinderen, kunnen we niet spreken van gelijke kansen en dit is op zijn beurt een bedreiging voor het voortbestaan van de democratie.
Heeft u al eens 8 baby’s tussen de armen gehouden, getroost, gevoed, in bed gestopt, aangekleed, gekoesterd en geknuffeld? Dat gaat natuurlijk niet. En toch is het de dagelijkse realiteit voor kinderverzorgers. Dat heeft zijn impact op hun draagkracht, met meer langdurige ziekte en burn-out tot gevolg. Op die manier wordt de continuïteit van de zorg vanzelfsprekend ondermijnd. Zelfs de kleinste kleuter weet dat het niet leuk is wanneer hij voortdurend nieuwe juffen krijgt. Ook dat heeft gevolgen wat betreft gelijke kansen en ontwikkeling.
Daarmee is het verhaal niet af. Er zijn nog maatregelen die maken dat de individuele factuur stijgt. Het aanrekenen van verzorgingsproducten of afvalkosten en het invoeren van een boete voor een dag afwezigheid in het kinderdagverblijf: het zijn stuk voor stuk mokerslagen en barrières voor kwetsbare gezinnen. En zo zorgen we ervoor dat onze gezamenlijke toekomst al heel vroeg en onherstelbaar uit elkaar groeit. Filosofe Joan Tronto omschrijft het zo: “De basis van de ongelijkheid onder de mensen wordt gelegd door ongelijke zorg voor kinderen. Zonder een zekere basis van gelijke zorg voor kinderen, kunnen we niet spreken van gelijke kansen en dit is op zijn beurt een bedreiging voor het voortbestaan van de democratie.”
Welvaart én welzijn
Al deze maatregelen werden ingevoerd onder het mom van betaalbaarheid. De rekening moet kloppen, heet het dan. Het is het rad van het valse rendementsdenken dat dit beleid ons op korte termijn voor de ogen draait. De extra leerondersteuning, taalstimulering, opvoedingsprogramma’s en hun langetermijneffect op opleidingsgraad, criminaliteit en werkloosheid worden in die cijfers niet meegerekend. Terwijl net dáár het belangrijkste rendement voor de samenleving ligt. Het wordt tijd dat we onze gezamenlijke verantwoordelijkheid opnieuw voorop zetten en verder kijken dan de snelle winst. Want als dit beleid écht rendement voor ogen heeft, dan doet het zo ongeveer alles verkeerd.
De problematiek van kinderopvang vraagt om een duidelijke keuze. Om een échte investering in de toekomst. Gratis kinderopvang alléén zal de kwaliteit en toegankelijkheid van de sector niet oplossen. Zeker als dat ‘budgetneutraal’ moet gebeuren, bestaat de kans dat de minister nog maar eens aan de opvangratio gaat morrelen of dat er op andere vlakken ‘ingeleverd’ moet worden. Maar ik geloof wel dat het een juiste keuze is: voor iedereen toegankelijke, kwaliteitsvolle en voldoende kinderopvang opdat álle kinderen zich van bij het begin erkend weten door een samenleving die in hen investeert. Zo zorgen we ervoor dat we samen welvaart én welzijn blijven creëren. Voor iedereen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier