‘We kunnen maar echt van winst spreken als iedereen die er mee aan heeft gewerkt dat ook op een correcte wijze in loon en zekerheden vertaald ziet’, schijft Bieke Verlinden (SP.A).
Daar sta je dan. Een prille dertiger. Je contract bij een vorige werkgever is ten einde en je bent op zoek naar iets anders. Een vaste job lijkt niet meteen klaar te liggen en je besluit te solliciteren bij een bank waar ze iemand zoeken om kredietanalyses uit te voeren. Op de jobdag waarvoor je werd uitgenodigd sta je temidden van een groepje kandidaten met uiteenlopende profielen die net als jij gehoord hebben dat ze mogen beginnen. Wel ja, voor één week. Verlengbaar met nog eens een week. En als je flink je best doet kan je misschien wel een maandcontract versieren. En wie weet nog eens een maand. Bovendien: fruit en koffie tussendoor zijn gratis!
Het draait om macht, niet om geld.
Gratis koffie en fruit. Moeten we daar ondertussen al blij en dankbaar voor zijn? Ben ik de enige die verontwaardigd is over de manier waarop waardevolle zekerheden – werk, loon, bescherming – verkruimeld opgediend worden op een nepgouden schoteltje?
‘Gratis fruit en koffie, maar geen vast contract: is dat wat we willen?’
Vinden we het normaal dat dit soort contracten onevenredige machtssituaties in de hand werken, waar de werknemer maar naar de pijpen van de werkgever hoort te dansen? Hebben we ons daar niet net decennialang van proberen te ontvoogden? Er ís werk – getuige de tientallen ‘weekcontracten’ die tegenwoordig als werk worden verpatst. Waarom kan het werk dat op tafel ligt niet in een vaste baan gegoten worden? Die kredietanalyses moeten bij een bank toch áltijd gebeuren? Dat is toch niet zomaar een meerwerkje?
‘In tegenstelling tot wat de regering ons vertelt, vinden sommige werkgevers het geen probleem om méér te betalen voor hun personeel dan gewoon een vast loon.’
In tegenstelling tot wat de regering ons vertelt, vinden sommige werkgevers het blijkbaar ook geen enkel probleem om méér te betalen voor hun personeel dan gewoon een vast loon. Want in het loon van de interimmer zit niet alleen een uitbetaling van vakantiegeld en eventueel een eindejaarspremie, maar ook de fee voor het interimkantoor.
Het ‘hoger’ direct loon kan op de korte termijn fijn zijn, maar voor dat extraatje boet je aan heel wat zekerheden in. Want: wég verlofdagen, wég opbouw van een degelijk pensioen en wég andere soorten bescherming. Als je slechts een weekcontract hebt, moet je niet vrezen voor ontslag, maar mag je enkel hopen dat ze je terug vragen. En dan doe je maar best niet te moeilijk. Bij de bank waarvan sprake kregen drie collega’s om onverklaarbare redenen geen verlenging van hun contract. De personeelsverantwoordelijke kwam doodleuk even langs om aan te wijzen wie wel en wie niet mocht terugkomen. Geen uitleg, geen bedankje. Op die manier stijgt het concurrentieniveau en de werkdruk fors. En daar lijdt het ganse gezin mee onder, want dat de vaste rekeningen op het einde van de maand gewoon toekomen, op die zekerheid kan je wél rekenen .
Arbeid is meer dan loon.
Een overdreven marktdenken waar ieder gepresteerd uur zijn ‘rendement’ moet bewijzen maakt dat we werk uitkleden tot koopwaar. We doen de gelijkwaardige en evenredige positie van werkgever en werknemer teniet en duwen werknemers steeds meer in een afhankelijkheidspositie. Dat het jou niet kan raken, want jij doet toch je best? Dat deden die drie collega’s bij de bank ook.
‘Mensen kan je toch niet zomaar naar believen verhandelen of dumpen?’
Door toe te laten dat de werkgever zo’n dominante positie kan aannemen in de contractvorming, maak je jezelf ondergeschikt. Het werk dat je uitvoert wordt zo herleidt tot niets minder dan een gunst die jij krijgt van de werkgever, in de trant van: ‘Je mag al blij zijn dat hij je werk wíl geven.’ Dat is niet waar arbeid voor staat. In de definitie van socioloog Albert Mok is arbeid het verrichten van bezigheden die nut hebben voor wie de arbeid verricht, voor zijn of haar naaste omgeving en/of voor de maatschappij als geheel. Arbeid moet samenvallen met een degelijk bezoldigde activiteit, voldoende om goed van te leven en verbonden met een sociaal statuut dat rechten en bescherming (sociale zekerheid) inhoudt. Mensen kan je toch niet zomaar naar believen verhandelen of dumpen?
Stress en zorgen branden onze samenleving op
Wanneer de zekerheden waar we zo voor gestreden hebben opnieuw afbrokkelen en een onvolwaardige tewerkstelling gepromoot wordt onder het mom van ‘jobs, jobs, jobs’ (premier Michel toetert fier dat er 130.000 van dat soort ‘jobs’ bijkwamen!) dan vallen er meerdere slachtoffers: zij die uitgeput geraken door de bijkomende stress en zorgen van het bij elkaar sprokkelen van werkdagen, -weken, -maanden, -contracten en -opdrachten. Onze samenleving brandt stilaan op door het stijgend aantal burn-outs. Maar ook omdat er heel wat mensen uit angst om hun (instabiel) werk te verliezen meer tolereren op de werkvloer dan ze zouden moeten. Het valt op dat steeds meer verhalen van seksisme of gedwongen overuren de vakbonden bereiken.
‘Gaan we toelaten dat deze regering arbeid en inkomen uiteenrafelt door het uitbreiden van flexijobs en interimarbeid, het goedkoper maken van zware beroepen en het morrelen aan pensioenen?’
Met dat overdreven kapitalistisch denken, cijferen we ons steeds meer weg. Allemaal ten voordele van de winst van enkelen. En dat is een moderne samenleving niet waardig. Begrijp me niet verkeerd: er is niets mis met winst, maar wel met een systeem waarbij de kloof tussen zij die er bijhoren en zij die uit de boot vallen vergroot wordt voor het eigen gewin. Dan moeten we toch alert zijn en ons afvragen of dat de samenleving is die wij willen. Want we kunnen eigenlijk maar echt van winst spreken als iedereen die er mee aan heeft gewerkt dat ook op een correcte wijze in loon en zekerheden vertaald ziet.
We hebben gevochten voor regels om werknemers te beschermen tegen wanpraktijken die niet zo lang geleden nog bestonden. Maar blijkbaar betalen heel wat werkgevers vandaag graag wat extra om die regels te ontwijken, terwijl ze doodleuk verkondigen dat het om hoge loonkosten gaat. Een verhaaltje dat we niet hoeven te geloven, noch moeten tolereren. Daarom moeten we blijven strijden voor werk dat ruimte biedt voor een evenwichtig leven en een loon dat het mogelijk maakt om op een volwaardige manier deel te nemen aan de cruciale vlakken in de samenleving: wonen, voeding, kleding, vrije tijd, vakantie, sparen … We zien mensen nu weer meer en meer productieslaven worden die onderling concurreren terwijl boven hun hoofden winst wordt gemaakt.
Geen sprokkelarbeid, maar vast én zeker werk
Gaan we toelaten dat deze regering arbeid en inkomen uiteenrafelt door het uitbreiden van flexijobs en interimarbeid, het goedkoper maken van zware beroepen en het morrelen aan pensioenen? Moet het zomaar kunnen dat men een algemene arbeidsduurvermindering weghoont als onbetaalbaar, maar wel graag meer betaalt aan interimwerk om werknemers naar believen op te laten draven? Het aantal jonge mensen dat opbrandt door het voortdurende bijeen sprokkelen van freelanceopdrachten en tijdelijk werk stijgt onrustwekkend. Het is zwaar om stand te moeten houden in een samenleving die steeds meer verwacht terwijl je voortdurend deeltijdse jobs op elkaar moet afstemmen.
Er is werk voor iedereen en bovendien zijn de winstmarges van grote spelers al jaar na jaar stijgende. De rijkdom die zij hier mee creeëren komt in handen van enkelen en dient niet om te bouwen aan een betere samenleving. Herverdeling waar iedereen beter van wordt, en ondersteunende openbare diensten toegankelijk maken voor iedereen: dat is waar het over moet gaan. Dat doe je via aanvaardbare belastingen, een sterke sociale zekerheid en een maximale betrokkenheid van iedereen. Zonder oordeel, zonder afgunst. Arm en rijk vooruit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier