Gouverneurs Berx en Van Cauter: ‘Bij sommige verantwoordelijken ontbreekt het aan moed’
2020 was het jaar dat de Vlaming zijn gouverneur herontdekte. Niemand was strenger in de leer dan zij om corona te bestrijden. De gouverneurs Cathy Berx en Carina Van Cauter over een bewogen jaar, in een zeer persoonlijk interview.
Of dit de eeuw van de vrouw wordt, zoals premier Alexander De Croo (Open VLD) in zijn boek schreef, is nog niet beslist. Dat 2020 het jaar was dat vrouwelijke politici in dit land eindelijk de erkenning kregen waar ze al zo lang op wachtten, is intussen wel duidelijk. Nooit eerder waren er zo veel vrouwelijke ministers als in de nieuwe federale regering, en ook twee van de vijf Vlaamse gouverneurs zijn vrouwen. Cathy Berx is dat al sinds 2008 in Antwerpen, en in juli kreeg zij het gezelschap van Carina Van Cauter in Oost-Vlaanderen.
De twee geven hun eerste gezamenlijke interview in een fraai salon van de ambtswoning van de Oost-Vlaamse gouverneur aan de Vlasmarkt in Gent. Zoals het een chic herenhuis betaamt, hangen de muren vol met kunst van Vlaamse meesters als Emile Claus en Constant Permeke. ‘Voor mijn kantoor vond ik in de provinciale collectie een vroeg werk van Michaël Borremans: jonge vrouw mét mondmasker. Dat vond ik wel passend voor het verschroeiende begin van mijn mandaat als gouverneur.’
De twee zijn generatiegenoten, juristen en verdedigers van vrouwenrechten. Cathy Berx: ‘Deze federale regering is voor het eerst een echte afspiegeling van onze samenleving. Er zijn evenveel vrouwen als mannen, die verschillende opleidingsniveaus, leeftijden en achtergronden hebben. En we hebben een transgender als vicepremier.’
‘En allemaal sterke vrouwen’, voegt Carina Van Cauter daaraan toe. ‘Gelijkwaardigheid vind ik zeer belangrijk. Je moet een vrouw geen minister of gouverneur maken omdat ze een vrouw is, wél omdat ze de meest geschikte kandidaat is. Zo moeilijk kan dat trouwens niet zijn, er zijn genoeg bekwame vrouwen die het verschil kunnen maken in de politiek.’
Een van de opvallendste beleidsprioriteiten van deze regering is de strijd tegen geweld op vrouwen. Dat probleem werd nog pijnlijker tijdens de lockdown.
Cathy Berx: Wist u dat de twee hoogste pieken van klachten daarover werden bereikt op 15 augustus, wat bij ons Moederdag is, en tijdens het Allerheiligenweekend? Dat is wel erg wrang.
Mevrouw Van Cauter, u hebt daar als parlementslid bijna uw levensdoel van gemaakt.
Van Cauter: Ik had het voorrecht om lid te zijn van de commissie seksueel misbruik. Daar hebben we veel en goed wetgevend werk verricht en ervoor gezorgd dat er aandacht kwam voor de slachtoffers. Daar ben ik trots op. Er is de afgelopen decennia gelukkig een lange weg afgelegd. De samenleving kijkt daar nu ook helemaal anders tegenaan. Ik heb dat zelf ondervonden.
Berx: Wat bedoel je, Carina?
Van Cauter: Ik… ben als kind seksueel misbruikt.
Berx:(totaal verbouwereerd) Meen je dat echt? Wat is er dan gebeurd?
Van Cauter: In 1972 ben ik als tienjarig meisje door een onbekende man ontvoerd en was ik het slachtoffer van seksueel misbruik. Na een tijd heeft hij mij gedumpt in een zak langs de straat. Een fietser heeft mij gevonden. (Vechtend tegen de tranen) Sorry, ik wist niet dat dit mij zo veel jaren later nog zo zou aangrijpen. Wat ik zo erg vind, is dat mijn vader kort nadien is overleden en dat hij niet meer kon meemaken dat het met mij goed is gekomen. Dat geldt helaas niet voor zo veel andere vrouwen.
Berx: Wat is er met de dader gebeurd?
Van Cauter: Toen ik als jurist afstudeerde, vroeg ik meteen mijn dossier op om te zien hoe het onderzoek was gevoerd, want de dader is nooit gevonden. De brief met het antwoord van de procureur-generaal heb ik nog altijd. Hij schreef: ‘Beste mevrouw, alle dossiers uit 1972 zijn vernietigd.’ Daar moest ik het mee doen. Ik was bijna vermoord!
Berx: Dus de dader loopt nog rond?
Van Cauter:(na een lange stilte) Dat is mogelijk. Ik denk niet dat er toen veel moeite is gedaan om hem te vinden. De kranten schreven dat ik het slachtoffer was van een sadist. Het woord ‘pedofiel’ gebruikte men niet eens. Het heeft in dit land te lang geduurd voordat men zulke zaken ernstig nam. Net daarom ben ik opgelucht dat ik daar als parlementslid iets aan kon bijdragen. Onze samen- leving pikt dat niet langer. Niet dat alles nu perfect loopt. Veel vrouwen zijn nog altijd bang om een klacht in te dienen, maar het is nu bijvoorbeeld wel een onderdeel van de basisopleiding van de politie om die klachten ernstig te nemen. Wat in Antwerpen is gebeurd met Julie Van Espen mag zich niet meer herhalen. Daarom bezocht ik ook haar ouders. Op de terugweg naar huis heb ik in de auto zitten huilen. Als gouverneur bezoek ik jaarlijks de gevangenissen van Oost-Vlaanderen. Ik zal van die gelegenheid gebruik maken om aandacht te blijven vragen voor die problematiek.
De eerste telefoon na uw aanstelling was naar Cathy Berx. Waarom?
Van Cauter: Zij is van alle Vlaamse gouverneurs het langst op post en ik had enkele praktische vragen. Ik was verrast dat zij zo vriendelijk was. (lachend) Ik dacht dat Cathy eerder een afstandelijke en strenge vrouw was.
Berx: (verbaasd) Oei. Echt? Ik was heel blij voor haar. Niet alleen omdat ik een vrouwelijke collega kreeg, maar vooral omdat Carina een politica is die zich focust op de essentie en niet bezig is met polarisering en politieke spelletjes.
In 1972 ben ik als tienjarig meisje door een onbekende man ontvoerd en was ik het slachtoffer van seksueel misbruik.
Carina Van Cauter
Welke raad kreeg u van de Antwerpse gouverneur?
Van Cauter: Onder meer om wekelijks te overleggen met alle burgemeesters. In Oost-Vlaanderen was dat geen traditie.
Berx: Ik heb elke week contact met alle 69 burgemeesters in Antwerpen. Nu doen we dat met een teleconferentie. Dat overleg is nuttig omdat we zo elkaars problemen leren kennen en samen de beste oplossingen kunnen uitwerken. Die eensgezindheid creëert meteen ook een stevig draagvlak voor de maatregelen die genomen moeten worden.
Zijn alle burgemeesters elke week present?
Van Cauter: In de mate van het mogelijke wel. Dat zijn er 60 in totaal.
Berx: Bart De Wever neemt daar niet aan deel, maar ik spreek hem vaak genoeg. We kennen elkaar al meer dan dertig jaar. We hebben nog samen gestudeerd (De Wever studeerde eerst twee jaar rechten voordat hij overschakelde op geschiedenis, nvdr).
Waarom neemt hij niet deel aan dat overleg?
Berx: Dat zou u hem moeten vragen. Het is nochtans heel nuttig. Veel problemen stoppen niet aan de grens van een stad of gemeente. Denk maar aan ruimte voor water in de strijd tegen wateroverlast en droogte, het herstel of de creatie van natuurgebieden enzovoort. Een gouverneur denkt en werkt boven- lokaal. Als je alle burgemeesters verzamelt en je denkt collectief, dan geeft hen dat vertrouwen. Ze weten dat ze er niet alleen voor staan. U mag niet vergeten dat zij zich weleens in de steek gelaten voelen door de zogenaamde hogere overheden.
Dit was het comebackjaar van de gouverneurs. Dankzij corona heeft de Belg zijn gouverneur herontdekt.
Berx: Gouverneurs werken meestal in de luwte, behalve bij een grote crisis en wanneer het provinciale rampenplan wordt afgekondigd. Ik heb nooit zo veel persconferenties gegeven als dit jaar. Een virus kent geen grenzen, en een gouverneur staat op het kruispunt van de verschillende bestuurlijke niveaus in dit ingewikkelde land: tussen gemeenten en steden, provinciaal, Vlaams en federaal. Onze kracht is dat wij ver van het politieke kabaal mensen bij elkaar kunnen brengen.
Van Cauter: De gouverneur mag geen vedette zijn die op de voorgrond staat, behalve bij een ramp. Laat corona nu net een crisis zonder voorgaande zijn.
Toen Carina Van Cauter samen met de nieuwe gouverneurs van Limburg en Vlaams-Brabant werd aangesteld, deden enkele media denigrerend over de functie van gouverneur. Steekt dat?
Berx: Bart Brinckman van De Standaard schreef in een stukje dat onze functie puur protocollair en zonder enige inhoud is. We stellen eigenlijk weinig voor, volgens hem. Dat was kort voor de tweede golf uitbrak. Ik heb hem vriendelijk laten weten dat decorum en protocol niet aan mij besteed zijn. Veel belangrijker is wat gouverneurs doen in de strijd tegen de klimaatverstoring en op het vlak van energietransitie, mobiliteit enzovoort.
Van Cauter: Daar ben ik het helemaal mee eens. Alleen weten de meeste mensen dat niet. 2020 was trouwens niet het jaar van de comeback van de gouverneurs, maar wel het jaar van het zorgpersoneel, de beoefenaars van de essentiële beroepen. Chapeau. Ik heb daar veel slapeloze nachten aan over- gehouden: zijn er nog genoeg verpleegkundigen voor de nachtdiensten in de woonzorgcentra? Waar kan ik extra personeel vinden? Blijven mensen verkommerd alleen achter? Wat als die zes resterende bedden op onze afdelingen intensieve zorg morgen ingenomen zijn? Wat als er een zwaar verkeersongeval of een brand bovenop komt? Ik kan de dagen niet tellen dat er ’s middags geen tijd was om iets te eten. Dit is geen protocollaire functie. Het is vooral hard werken.
Onze kracht is dat wij ver van het politieke kabaal mensen bij elkaar kunnen brengen.
Cathy Berx
Zijn er grote verschillen in aanpak tussen al die burgemeesters?
Van Cauter: Over heel praktische maatregelen verschillen de meningen weleens, maar niet over het uiteindelijke doel, namelijk het bewaken van de volksgezondheid. Dan vervagen de partijgrenzen. Heel wat burgemeesters stimuleren mij om strenge maatregelen te nemen, bijvoorbeeld om de commerciële verkoop door verenigingen te beperken.
Hebt u burgemeesters moeten terechtwijzen?
Berx: (fel) Geen enkele keer. De premier heeft gelijk als hij zegt dat het draagvlak voor maatregelen verdwijnt als ze ter discussie worden gesteld door andere autoriteiten. Dat gebeurde vooral tijdens de eerste golf. Iedereen werd daar tureluurs van.
Mevrouw Berx, u moest wel enkele akkefietjes uitvechten met burgemeester De Wever, onder andere over een koopzondag.
Berx: Ik vond het hallucinant toen hij vlak voor de lockdown opriep om nog een laatste keer massaal te komen shoppen op de Meir. Zoiets ondermijnt de motivatie van de burgers om de gevraagde maatregelen te volgen. In Singapore, Taiwan en Japan komen de mensen hun huis niet uit. Daar dragen zelfs de kleuters een maskertje. Misschien had men het ook bij ons moeten verplichten toen het virus flink huishield. Maar als een politicus of een expert maatregelen in het belachelijke trekt, draagt niemand nog een masker. Zeker niet in Antwerpen, waar de bewoners toch altijd net iets recalcitranter zijn dan elders.
Wat is de belangrijkste les die u geleerd hebt tijdens deze gezondheidscrisis?
Berx: Dat je altijd moet blijven luisteren naar de experts, de collega’s, de burgers. Betrokkenheid tonen en uitleggen waarom iets gevraagd wordt. Je moet consequent zijn in je beslissingen, want mensen vergelijken hun toestand altijd met die van anderen en voelen zich snel verongelijkt als ze de indruk hebben dat de andere iets meer mag.
Van Cauter: Er bestaan heel wat draaiboeken voor crisissen, maar veel van die scenario’s zijn onderling niet op elkaar afgestemd.
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
Van Cauter: Er lagen draaiboeken klaar voor woonzorgcentra en ziekenhuizen, maar zonder te weten wat er bijvoorbeeld in de praktijk moest gebeuren als de helft van het personeel besmet raakt en niet langer beschikbaar is. Het is soms te veel theorie, en te weinig aandacht voor praktische oplossingen. Het was een gepuzzel om in hoge nood extra verpleegkundigen te vinden. Bel je dan thuishulp of defensie? Niemand die het goed wist, en dan moet je improviseren. Iedereen is bijgesprongen: de Civiele Bescherming, studenten, vrijwilligers van het Rode Kruis, zelfs Artsen Zonder Grenzen.
Wordt er in de administratie te veel in ‘bubbels’ gedacht, waardoor iedereen op zijn eiland zit zonder te weten wat bij de buren gebeurt?
Berx: Elk draaiboek moet de toets aan de realiteit doorstaan. Papier zonder praktische oplossingen is waardeloos. Bij sommige verantwoordelijken ontbreekt het bovendien aan moed. Er werden weleens argumenten bedacht om niet te hoeven doen wat moest en kon gebeuren. Nood breekt wet. Niemand mag zich verschuilen achter regels om zijn verantwoordelijkheid te ontlopen. Zeker in geval van nood moet men zoeken naar mogelijkheden in de regels, niet naar beperkingen.
Zoals?
Berx: Neem nu alles wat te maken heeft met databanken, privacy en GDPR-regels (de Europese privacywetgeving, nvdr). Velen waren bang om gegevens uit te wisselen, maar dat is cruciaal bij het bestrijden van een pandemie. De uitwisseling van data verliep te lang stroef, en dat speelt ons parten. Als de gezondheid van mensen op het spel staat, bieden de GDPR-regels voldoende mogelijkheden om data en informatie uit te wisselen.
Van Cauter: Wij zijn allebei juristen, wij weten zeer goed wat wettelijk kan. Bij een uitbraak moet je snel kunnen schakelen. Bij de tracing is het bijvoorbeeld belangrijk dat je zo snel mogelijk alle potentieel besmette personen kunt opsporen. Daarbij zou het nuttig zijn dat contactopspoorders via een toegang tot het Rijksregister het telefoonnummer van een potentieel besmette persoon kunnen opvragen. Dat kan vandaag niet. Nog een voorbeeld. Iemand die besmet is, moet verplicht thuisblijven. Toch zijn er mensen die hun voeten vegen aan de quarantaineplicht. Ik ken een geval waarbij zo iemand zijn hele straat besmette. De gezondheidsinspectie zou in dat geval een bevel tot quarantaine moeten kunnen doorgeven aan de politie, die vervolgens kan optreden. Dat mag niet.
Berx: Medische informatie mag men niet misbruiken. Er bestaat sinds 2003 wel een decreet waardoor een gezondheidsinspecteur dat bevel wél kan geven, maar men durft het niet toe te passen. Laten we toch een beetje pragmatisch denken in plaats van de angst te laten regeren.
Wij zijn allebei juristen, wij weten zeer goed wat wettelijk kan.
Carina Van Cauter
Wat vindt u van het gezaag en geklaag van de Vlaming?
Berx: Belgen zijn het gewoon om hun vrijheid te beleven en te gaan en te staan waar ze willen. Dan is het natuurlijk confronterend wanneer dat niet meer kan. Dat hakt er wel in.
Je zou denken dat de sterftecijfers dat ook doen.
Berx: Klagen mag. Dat kan opluchten – zolang we ons maar aan de regels houden. Het is ook cultureel ingebakken dat de Belg bij elke regel snel een uitzondering zoekt en zichzelf nooit echt als een deel van het probleem beschouwt. Tourist LeMC zingt dat je met de liefde niet onderhandelt, maar met dat virus doe je dat evenmin. Ik vond het onbegrijpelijk dat sommige kranten op een bepaald ogenblik tips begonnen te geven waar je wel nog kon feesten.
Van Cauter: Toen ik enkele jaren geleden een nieuwe erfrechtregeling voorstelde, kreeg ik alleen maar vragen over uitzonderingen en uitwijkmogelijk- heden. Dat zit er diep in bij ons. In plaats daarvan zeg ik: wees positief om ‘negatief’ te blijven. Als ik de tranen zie in de ogen van de zorgkundigen in de woonzorgcentra en ziekenhuizen, of in de ogen van kleinkinderen om hun overleden oma, dan heb ik het gehad met dat geklaag.
Hoe kijkt u terug op uw beslissing om de avondklok in te stellen?
Berx: Ik sta daar nog altijd achter, vooral omdat het een onderdeel was van een uitgebreid palet aan maatregelen, zoals het vervroegd sluiten van de horeca en het verplichte thuiswerken. U mag niet vergeten dat de besmettings- cijfers op dat ogenblik pijlsnel stegen in Antwerpen. Het was een noodzakelijke maatregel want als je de cafés in de zomer sluit, moet je voorkomen dat de mensen elders samenkomen. Anders heeft het geen zin.
Oost-Vlaanderen heeft geen avondklok ingesteld?
Van Cauter: Op dat ogenblik was ik nog geen gouverneur.
Berx: Men had in Brussel, Luik en Henegouwen beter ons voorbeeld gevolgd. Ik heb nog geprobeerd om half september samen met de andere gouverneurs een open brief te schrijven voor strengere maatregelen, maar dat is toen niet gelukt.
Hoe komt dat?
Van Cauter: Ik vond een open brief niet de juiste manier. Ik verkies om zoiets persoonlijk aan te kaarten.
U kreeg veel tegenwind vanwege de avondklok.
Berx: In Antwerpen is er zelfs een gevel beklad met ‘Berx Führer’. Mensen hebben een schietschijf nodig. Ik neem het hen niet kwalijk.
Hoe aantrekkelijk is de functie van gouverneur?
Van Cauter: Ik vind het een diverse functie omdat je met zo veel mensen en thema’s te maken krijgt. Ik was als lid van de commissie justitie veel bezig met wetgeving. Als gouverneur kan ik in de praktijk mee sturen hoe het loopt. In het parlement blijft het werk vaak erg theoretisch. Ik zie dit zeker niet als een uitloopbaan.
Toch is de perceptie anders. De meeste Vlamingen zullen zeggen dat de materies die u aanhaalt eerder de verantwoordelijkheid zijn van de Vlaamse of federale regering, en daarna van de steden en gemeenten.
Berx: Je kunt die problemen alleen oplossen als je alle bestuurlijke niveaus overstijgt. Maar het klopt dat de gouverneur daar niet altijd de credits voor krijgt. Dat hoeft ook niet.
Van Cauter: Je hoeft niet te weten dat de gouverneur daarmee bezig is. De burger moet wél zien dat het vooruitgaat.
In Antwerpen is er zelfs een gevel beklad met ‘Berx Führer’. Mensen hebben een schietschijf nodig. Ik neem het hen niet kwalijk.
Cathy Berx
Wijlen Steve Stevaert zei dat hij zich verveelde als gouverneur.
Berx: Provincies zijn niet te vergelijken. Misschien dat hij zich verveelde in Limburg, maar ik doe dat zeker niet in Antwerpen met zijn wereldhaven, de farma- en diamantsector en zo veel meer. Het gaat er ook om hoe je als gouverneur die functie invult. De functie is geen doel op zich, wel wat je ermee doet.
Van Cauter: Ik zal het eens omdraaien. Ik ken verschillende parlementsleden die ontslag namen omdat ze hun job niet boeiend genoeg vonden of omdat ze te weinig vrijheid kregen van hun partij.
Het ambt van gouverneur blijft wel een politieke benoeming.
Berx: Je moet de politiek tot in zijn kleinste vezel begrijpen om dat politieke spel goed te kunnen spelen. Dus helpt het als je uit die wereld komt.
Moet het een functie voor het leven zijn? En wie evalueert u?
Berx: Je moet als gouverneur kunnen investeren in de diepte. Crisismanagement bouw je op met de jaren. Maar een gouverneur heeft geen vastheid van betrekking, zoals men meestal denkt.
Er is slechts één Belgische gouverneur ooit ontslagen, en dat was tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Van Cauter: Maar wij worden wél geëvalueerd. Dat gebeurt door de commissie Binnenlands Bestuur, en elke maandag hebben we een overleg met de federale minister van Binnenlandse Zaken.
En waarom de gouverneur niet laten verkiezen?
Berx: Dat lijkt me een dom idee.
Waarom? In de VS doen ze het wel.
Berx: Die functies zijn niet te vergelijken. Een gouverneur in de VS moet je eerder vergelijken met de minister-president bij ons.
Van Cauter: Met verkiezingen ben je als gouverneur weer verplicht om te scoren en verlies je de luxe om in de luwte te kunnen werken.
In het parlement schreef u wetten en had u een grote impact op de samenleving. Mist u dat niet?
Van Cauter: Ik was op een moment in mijn carrière gekomen dat ik de dagelijkse praktijk miste. Ik heb het partij- politieke spel met gemak achter mij kunnen laten.
Berx: Het meest fantastische aan deze job is dat wij de enige functionarissen zijn die echt op de lange termijn kunnen werken, los van partijpolitiek. Een voorbeeld daarvan is de klimaatuitdaging of de transitie naar een circulaire economie. Ik ben daar elke dag mee bezig. Daarom heb ik ook het gevoel dat ik elke dag iets bijleer. In het parlement voelde ik me elke dag dommer worden.
Carina Van Cauter
— 1962: geboren in Merchtem
— 1986: licentiaat in de rechten (KU Leuven)
— 2000: provincieraadslid voor de Open VLD in Oost-Vlaanderen
— 2007-2019: volksvertegenwoordiger voor Open VLD
— 2019: Vlaams Parlementslid
— juli 2020: wordt provinciegouverneur Oost-Vlaanderen
Cathy Berx
— 1969: geboren in Berchem
— 1998: doctor in de rechten (UAntwerpen)
— 2003-2008: ondervoorzitter van CD&V
— 2004-2008: volksvertegenwoordiger voor CD&V
— 2008: provinciegouverneur Antwerpen
De kerstinterviews van Knack 2020
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier