De (s)preekstoel van Knack.be

‘Godsdienstvrijheid is de lakmoestest van alle mensenrechten’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

De Europese Commissie stelde afgelopen voorjaar een Speciale Gezant voor de Geloofsvrijheid aan. Voor De (s)preekstoel van Knack.be had Don Zeeman van de Evangelische Alliantie Vlaanderen (EAV) een gesprek met hem.

Heeft Europa een geweten? Anders gezegd: moet de Europese Unie zich bezig houden met de ethische kwesties in de wereld of moet ze zich beperken tot het behartigen van economische belangen? Op het eerste zicht zou je zeggen dat de EU meer bekommerd is om de vrije markt dan om de vrijheid van meningsuiting.

‘Godsdienstvrijheid is de lakmoestest van alle mensenrechten’

Toch zijn er politici in het grote Europese radarwerk die zich sterk maken voor de (mogelijke) morele rol van de unie. Een kleine twee jaar geleden verenigden een aantal Europarlementsleden zich in een nieuwe ‘intergroep’ die de naam FoRB&RT meekreeg, voluit Freedom of Religion or Belief and Religious Tolerance (Vrijheid van Godsdienst of Overtuiging en Religieuze Verdraagzaamheid). Inmiddels heeft de groep – die over de partijgrenzen heen gaat – twee jaarrapporten gepubliceerd die aantonen dat het met de godsdienstvrijheid in de wereld niet geweldig gesteld is. Tegelijk is er de overtuiging dat de EU over een aantal mogelijkheden beschikt om daar iets aan te veranderen.

De toestand van de godsdienstvrijheid in de wereld is ronduit dramatisch. In Europa merken we daar doorgaans niet veel van: we hebben geleerd de mensenrechten als een belangrijke verworvenheid te beschouwen en we weten de opvattingen van medeburgers te respecteren – of althans op een beschaafde manier te bestrijden.

‘Enerzijds verkondigen de meeste religies een vorm van verdraagzaamheid, anderzijds kunnen ze bijzonder repressief zijn, zeker wanneer ze zich in een meerderheidssituatie bevinden.’

De rol die de godsdiensten daarbij spelen, is dikwijls dubbel. Enerzijds verkondigen de meeste religies een vorm van verdraagzaamheid, anderzijds kunnen ze bijzonder repressief zijn, zeker wanneer ze zich in een meerderheidssituatie bevinden. Vervolging bestaat in grote lijnen in twee gedaanten: tussen rivaliserende godsdiensten of levensbeschouwingen, maar evengoed binnen de eigen religie.

Er zijn uit Afghanistan en vooral Pakistan schrijnende verhalen bekend van christenen die door moslims achtergesteld en lastig gevallen worden – herhaaldelijk worden ze ook tot gevangenisstraf en zelfs de doodstraf veroordeeld onder de ‘wet op de godslastering’. Tegelijk mag men ook niet vergeten dat veruit de meeste slachtoffers van de Islamitische Staat in Syrië en Noord Irak moslims zijn – een strijd tussen ‘geloofsgenoten’ dus.

Ook onderdrukking door atheïstische regimes

Uiteraard dient de vraag gesteld worden in hoeverre de wandaden van IS beschouwd moeten worden als religieus geweld of eenvoudigweg als terrorisme. Toch kunnen we er niet om heen dat de islam als motivatie voor het optreden van de strijders wordt ingeroepen. Overigens zouden christenen wat terughoudend mogen zijn om met de vinger te wijzen, want de geschiedenis van de kerk kent ook de gruwelen van de Kruistochten, en in de zestiende eeuw werden in Vlaanderen de aanhangers van de Hervorming bloedig bestreden door de katholieke Spaanse legers.

Daarnaast zien we in de geschiedenis voorbeelden van onderdrukking door atheïstische regimes ten opzichte van iedere vorm van religie. Het communisme had op dat vlak een bijzonder kwalijke reputatie, zeker binnen de toenmalige Sovjet Unie. Tegenwoordig speelt het conflict in dictatoriale landen als Noord-Korea. Het land staat al jarenlang op nummer 1 van de ‘Top 50’ van landen waar christenen het zwaarst vervolgd worden – een lijst die gepubliceerd wordt door de Nederlandse organisatie ‘Open Doors’.

Woorden of daden?

De intergroep FoRB&RT, die vooral getrokken wordt door de Nederlandse politici Peter van Dalen (afkomstig uit de Christenunie) en Dennis de Jongh (van de Socialistische Partij), evalueert de houding van de Unie op het vlak van de godsdienstvrijheid. In verschillende interviews hebben beide europarlementsleden zich al kritisch uitgelaten over de inspanningen van de EU.

Ook in het recente verslag van de intergroep steken ze hun kritiek niet onder stoelen of banken: ‘Ondanks de toenemende significante rol van de Europese Unie als transnationale speler op het vlak van de bevordering en bescherming van de vrijheid van godsdienst of overtuiging in de wereld, en haar inspanningen om de vrijheden een prioriteit te maken op haar agenda (meer bepaald in het actieplan voor de mensenrechten en de democratie voor de jaren 2015-2019), is het voor de intergroep duidelijk dat er een discrepantie is tussen het uitgesproken engagement en de daadwerkelijke verwezenlijkingen’. Met andere woorden: er zijn veel goede intenties, maar in de praktijk komt daar nog niet zoveel van terecht.

Luistert de Europese Commissie naar de parlementsleden? Zelf hebben ze regelmatig de indruk dat het niet zo is. Als blijk van goede wil, stelde de Commissie afgelopen voorjaar een Speciale Gezant voor de Geloofsvrijheid aan. De eer viel te beurt aan de Slowaakse christendemocraat Ján Fige?. Geen onbekende voor de commissie, want Figel’ was van 2004 tot 2009 zelf eurocommissaris, belast met Opleidingen, Training, Cultuur en Meertaligheid. Na zijn aftreden werd hij leider van de christendemocratische beweging in Slowakije en werd hij in eigen land minister van Transport, Post en Telecommunicatie. Nu keert hij terug in Brussel om zich met geloofsvrijheid bezig te houden, daar waar het gaat om het buitenlands beleid van de EU. Op een bijeenkomst van de FoRB-Intergroep, kort voor de zomer, werd zijn aanstelling gezien als een duidelijke stap vooruit in het Europese beleid.

Niet tevreden

'Godsdienstvrijheid is de lakmoestest van alle mensenrechten'
© EAV

Zelf beseft Figel’ dat er nog heel wat werk aan de winkel is: “Ik ben zeker nog niet tevreden met de huidige situatie omdat de vervolging in de wereld op dit moment alleen nog maar toeneemt. De verdrukking wordt ook steeds bloediger. We mogen daarom zeker niet passief blijven toekijken. De EU doet een aantal stappen in de goede richting, maar de inspanning zal intenser moeten worden. Mijn functie werd in het leven geroepen na een oproep van het Europees Parlement naar aanleiding van de voortdurende genocide in het Midden-Oosten. We moeten niet alleen commentaar geven op de situatie of erover klagen, maar we moeten in actie schieten. We moeten de slachtoffers helpen en de daders vervolgen. We kunnen meer doen voor mensen die in deze wereld vervolgd of gediscrimineerd worden”.

Welke ontwikkeling baart u op dit moment het meest zorgen?

“Vooral het gebrek aan wederzijds vertrouwen. Er wordt te weinig belang gehecht aan het opbouwen van een sterke gemeenschap, terwijl de samenhorigheid zo belangrijk is, zowel binnen Europa als daarbuiten. Europa was in de 20ste eeuw vooral een promotor van verdeeldheid. Vijandelijkheden, botsende ideologieën, met massale slachtingen als gevolg, we hebben het allemaal gezien. Met de Europese droom van de stichters voor ogen kan de Unie een voorbeeld worden van vreedzaam samenleven in ‘één huis’, in één gemeenschap. We moeten ons daar nog sterker aan toewijden. Doen we dat niet, dan zal de huidige eeuw niet veel beter zijn dan de vorige. Europa zou een belangrijke speler moeten zijn op het vlak van humaniteit en solidariteit. We kunnen het en we moeten het ook doen.”

De houding van Figel’ heeft een hoog ‘wir schaffen das’-gehalte. Maar kan Europa inderdaad iets doen aan de toestand van de vrijheid van godsdienst of overtuiging in de wereld? Ja, en vreemd genoeg spelen economische belangen daarbij een rol. Immers, bij internationale samenwerking kunnen er voorwaarden opgelegd worden op het vlak van de vrijheden en rechten. Anders gezegd: aan regimes die de fundamentele vrijheden aan hun laars lappen, kunnen bepaalde voordelen ontzegd worden.

Of Europa daartoe de politieke moed heeft, is de vraag, zeker als daardoor eigen voordelen verloren gaan. Voor Ján Fige? hoeven economie en mensenrechten elkaar zeker niet tegen te werken. “De Europese Unie zou leidinggevend moeten zijn op het vlak van de menselijkheid. Als humaniteit en solidariteit op de voorgrond komen, dan krijgen we meer welvaart. Het respect voor de menselijke waardigheid is enorm belangrijk. Als we ons er niets van aantrekken, dan zullen we de prijs daarvoor betalen. We moeten humaniteit, een beter leven voor iedereen, bevorderen. De Europese Unie mag zich niet beperken tot louter technische zaken, of alleen handelsbelangen. Er hoort ook een menselijke dimensie te zijn en godsdienst maakt deel uit van de geschiedenis van de mensheid”.

U bent aangesteld als ‘speciale gezant’. Heeft u het recept om de toestand te verbeteren?

“Er zijn op zijn minst een aantal ingrediënten. Onderwijs is zonder meer doorslaggevend. Daardoor worden hoofden en harten geopend. Het is een tegengif voor onwetendheid. Zonder kennis neemt de intolerantie alleen maar toe. Een goede opvoeding wijst op de rijkdom van verscheidenheid. Onderwijs maakt mensen sterker, maakt hen tot betere burgers en leert ze politieke verantwoordelijkheden op te nemen. Het gaat niet alleen om vrijheid, maar ook om verantwoordelijkheid. Vrijheid is de ene kant van de medaille, verantwoordelijkheid de andere. In het onderwijs moet je dat kunnen leren”.

Waarom is er eigenlijk zo’n gebrek aan godsdienstvrijheid in de wereld?

“Veel onderdrukkende regimes en overheden beschouwen religie als een obstakel bij het verwezenlijken van hun doelen. Hun belangen zijn uiteenlopend, zoals het behouden van de macht of het vestigen van een nieuwe wereldorde in overeenstemming met hun eigen opvattingen. Denk aan het Kalifaat als uiting van militant islamisme. We zouden moeten erkennen dat menselijkheid en geloof samen kunnen gaan. Godsdienstvrijheid is een onmisbaar onderdeel van de menselijke waardigheid. Waar de vrijheid om te geloven wordt geëlimineerd komt er een deficit wat betreft burgerlijke en politieke rechten. Godsdienstvrijheid is de lakmoestest van alle mensenrechten”.

Figel’ weet uit eigen ervaring wat het betekent om in een land te wonen dat de godsdienstvrijheid niet respecteert. Tot het einde van de jaren ’80 bevond Slowakije zich binnen de invloedsfeer van de Sovjet Unie en bestond persoonlijke vrijheid doorgaans alleen op papier. Zijn vader stierf in 1987, twee jaar voor de val van de Muur en mocht de vrijheid niet proeven – een feit Ján nog altijd betreurt. Aan de andere kant was de val van het communisme in zijn ogen een hoopvol teken: Mijn vader heeft er alleen maar op kunnen hopen, wij kennen die situatie nu wel. De les is dat we nooit sceptisch of fatalistisch moeten worden. We moeten toegewijd blijven aan onze dromen”.

Is uw eigen gelovige achtergrond een motivatie om dit werk te doen?

“Ik ben christen, maar natuurlijk werd de Europese Unie niet alleen voor christenen opgericht. Toch ligt mijn taak helemaal in dezelfde lijn van mijn overtuiging dat we één grote familie op aarde vormen. Waardigheid is er voor iedereen, zonder onderscheid. We zijn allemaal verschillend, en toch gelijkwaardig. Dat moeten we blijven benadrukken. Het gaat niet zozeer om verschillende godsdiensten, maar wel om het gebruiken van de inspiratie die we uit onze overtuiging en filosofie halen. Op die manier realiseren we meer menselijkheid in de wereld. Op dat vlak kunnen gelovigen en humanisten elkaar vinden”.

Het mandaat van Ján Fige? duurt in eerste instantie 1 jaar, al hoopt hij zelf sterk op een verlenging. Dat zal nodig zijn om tot resultaten te komen, want deze problematiek wordt niet binnen 12 maanden opgelost. Of het aanstellen van een ‘speciale gezant’ alleen maar een symbolisch gebaar is, of tot tastbare resultaten gaat leiden, is nu nog een vraag. Wat wel zeker is, is dat de Intergroep voor de Vrijheid van Godsdienst of Overtuiging de ontwikkeling nauwlettend zal volgen. De zaak is te belangrijk om ze te laten rusten …

(Opgetekend door Don Zeeman, Algemeen Secretaris van de Evangelische Alliantie Vlaanderen)

Partner Content