Louis Ide (N-VA)

‘GGO’s kunnen nuttig zijn in strijd tegen Zika-virus’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

‘De genetische modificatie van voedsel is minder revolutionair dan ze lijkt’, schrijft Louis Ide (N-VA). ‘Veel van de weerstand tegen GGO’s berust op een gebrek aan kennis over de materie.’

Toen een stelletje doctrinairen op het proefveld in Wetteren agressief tekeer ging, vroeg ik me af wat de augustijn Gregor Mendel daarvan zou gedacht hebben. Een van de activisten, Barbara Van Dyck, werd door de voormalige rector van de KULeuven uit de universitaire gemeenschap gesloten. Wie het personeelsbestand van de KULeuven raadpleegt, stelt vast dat de huidige rector ze weer in de armen sloot. Als de dame tot inkeer is gekomen, mag dat geen probleem zijn. Tot inkeer komen, wil hier voor alle duidelijkheid niet zeggen dat ze haar ideeën over GGO’s (genetisch gemodificeerde organismen) moet bijstellen. Neen, ‘inkeer’ wil hier zeggen dat ze het gebruik van geweld afzweert en dat ze bereid is te aanvaarden dat als ze de wetenschap of een wetenschappelijke theorie aanvalt -wat dus haar goed recht is- en de theorie overeind blijft, de theorie daardoor alleen maar sterker wordt.

GGO’s kunnen nuttig zijn in strijd tegen Zika-virus

Wanneer het over GGO’s gaat, is het moeilijk om het debat sereen te houden. Binnen de vijf minuten valt steeds de naam Monsanto en wordt de verdedigers van GGO’s verweten op de loonlijst van landbouwmultinationals te staan. Nochtans gaat het niet om een ophefmakende praktijk. Het is een logische verderzetting van een evolutie die al duizenden jaren bezig is.

Culturele bezorgdheid over onze voeding

'GGO's kunnen nuttig zijn in strijd tegen Zika-virus'
© Reuters

Veel van de weerstand tegen GGO’s berust op een gebrek aan kennis over de materie. Voor velen heeft de methode een hoog ‘hocus-pocus-gehalte’. Het voelt emotioneel als onnatuurlijk aan en nogal wat groene fundamentalisten cultiveren dat ook zonder enige wetenschappelijke grond. Zeker als het over onze voeding gaat, wordt de interesse van jan met de pet gewekt. Bewijs daarvan is het succes van Over eten gepresenteerd door Ilsen en Boukhriss-Terkessidis. Sinds de dioxinecrisis en de hormonenmaffia is er een soort van culturele bezorgdheid over onze voeding ontstaan.

Deze bezorgdheid hoeft geen slechte zaak te zijn, maar ze mag de rationaliteit niet uit het debat houden. De genetische modificatie van voedsel is minder revolutionair dan ze lijkt. Via kruisbestuiving gingen we op zoek naar het graangewas dat het meeste oogst opbracht. We fokten dieren selectief door steeds de grootste en sterkste exemplaren van onze landbouwdieren uit te kiezen. Hierdoor zijn deze nu veel groter dan een millennium geleden. We kruisten verschillende soorten bloemen op zoek naar meer kleurenpracht. Ook dit proces berustte volledig op de genetica, alleen had men er lang geen weet van.

Het grote verschil met genetische modificatie is dat bij fokken en kruisbestuiving grote hoeveelheden genen gewijzigd worden, zonder dat we op voorhand weten welke dat zullen zijn. Bij genetische modificatie kan men precies bepalen welk gen men wil wijzigen, toevoegen of verwijderen. Het ene proces is niet minder natuurlijk dan het andere. Een gewas als tarwe is ook een menselijke creatie. Het zou in het wild wellicht niet lang kunnen overleven omdat het zijn zaden niet ver kan verspreiden. Ongetwijfeld zullen er vroeger ook mensen weigerachtig gestaan hebben tegen het kruisen van soorten omdat ze het onnatuurlijk vonden. En nog steeds blijkt dit het geval te zijn. Zo wil Zweden geen import van sperma van het Belgisch witblauw rund omdat het om een onnatuurlijke soort zou gaan, die enkel kan baren via een keizersnede.

Opportuniteiten

Waar het zelden over gaat zijn de vele opportuniteiten die GGO’s bieden. En neen, dit is niet enkel op commercieel vlak. Professor David Zilberman van de University of California-Berkeley geldt als een autoriteit op het vlak van GGO’s. Hij is een van de weinigen die geloofwaardigheid geniet zowel bij de voor- als de tegenstanders van deze techniek. Hij wijst er op dat het uitgebreide onderzoek naar de veiligheid van GGO’s bijna unisono aantoont dat het veilig is. De impact bij een massieve uitrol op de biodiversiteit is miniem. De aangehaalde risico’s zijn ook steeds zuiver theoretisch of berusten op het uitlichten en uitvergroten van bepaalde resultaten (Henderson, Geek Manifesto). Zilbermann toont aan hoe genetisch gemodificeerde gewassen de voedselprijzen hebben doen zakken. Het zorgt er ook voor dat er minder pesticiden moeten gebruikt worden wat van groot belang is voor het milieu, de gezondheid van de consument en de landbouwer. Het laat ook toe om de productiviteit sterk op te drijven.

Dit laatste is geen onbelangrijk argument. De wereldbevolking zal de volgende decennia een zeer sterke toename kennen, vooral in arme en droge regio’s. De oprukkende woestijn zet ook migratiestromen in gang. GGO’s zijn een doortastende manier om hongersnood het hoofd te bieden. Ze kunnen ervoor zorgen dat de aangepaste gewassen ook in droge klimaten kunnen groeien. Op die manier verliest de landbouwbevolking in het Zuiden hun bron van inkomsten (niet op voorwaarde dat patenten niet leiden tot monopolies).

Zika-virus

Een ander voorbeeld van de mogelijkheden van GGO’s is de strijd tegen het Zika-virus, verspreid door de mug Aedes aegypti. Het Zika-virus komt ook voor in een andere mug (Aedes albopictus). Gelukkig slaagt deze mug er voorlopig niet echt in het Zika-virus te verspreiden of we hadden in Europa ook al te kampen met het virus. Het blijft wel nog maar de vraag of dit zo blijft en of er toch niet iets gebeurt waardoor de Aedes albopictus wél kan gaan verspreiden. En dus moeten we eens nadenken of wij de muggen niet genetisch kunnen gaan veranderen waardoor ze niet meer in staat zijn dit vreselijke virus te verspreiden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is daar momenteel mee bezig.

Paradoxaal genoeg staat nog een groot deel van de natuurbeweging negatief tegenover GGO’s. Voor een deel is dit te wijten aan de wanpraktijken van een aantal bedrijven met deze ‘nieuwe’ techniek. Toch mag dit geen reden zijn om de wetenschappelijke vooruitgang tegen te houden en al zeker niet om een proefveld dat de positieve maar ook eventuele negatieve gevolgen van GGO’s onderzoekt, te vernietigen. Stel je voor dat we twintig jaar geleden het internet hadden verboden omdat er sommigen misbruik hadden kunnen van maken…

Vooral Europeanen hebben angst

Wetenschap bewijst dat eventuele nadelen van GGO’s niet opwegen tegen voordelen

Het anti-kamp staat sterk omdat ze de ongetwijfeld goedbedoelde steun krijgen van een aantal publieke figuren. Hollywoodacteurs, topchefs, prinsen en rocksterren hebben zich al uitgesproken tegen GGO’s. Deze mensen krijgen makkelijker media-aandacht dan de wetenschappers die er onderzoek naar uitvoeren. Onderzoek dat trouwens voor een heel groot deel in Vlaanderen gebeurt. Het technologiepark in Zwijnaarde bij Gent is de op een na grootse onderzoeksite voor GGO’s ter wereld. Toch zijn het net vooral Europeanen die angst hebben. Amerikanen ‘verorberen’ al vele jaren GGO’s.

In het verleden heeft Europa een grote stap vooruit genomen door te kiezen voor een samenleving waarin wetenschap en onderzoek primeerden. Tegenwerpingen om religieuze of om emotionele redenen werden uiteindelijk opzij geschoven. Het resultaat was dat het continent een enorme voorsprong opbouwde op vlak van industriële productie, militaire capaciteit, geneeskunde, onderwijs, etc. Als we een rol willen blijven spelen in de wereld van morgen dan zal het noodzakelijk zijn dat we blijven inzetten op wetenschap en ons in de toekomst in zo’n gevallen niet laten leiden door emoties of overtuigingen. Een wetenschappelijk proefveld vernielen hoort daar niet bij, zeker als volgens de laatste stand van de wetenschap ondertussen duidelijk is dat de eventuele nadelen van GGO’s niet opwegen tegen de manifeste voordelen. Ecomodernisme heet dat.

Partner Content