Zieke hersenen doen ons aan zelfdoding denken

Hersenscans wijzen uit dat er minstens zes 'subtypes' van depressie zouden bestaan, gelinkt aan abnormale activiteit in verschillende hersenzones. © Xavier Truant
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Voor zover bekend is de mens de enige diersoort die zelfdoding kent. Het is dan ook niet zo gek dat wetenschappers naar de ingewikkelde werking van onze hersenen kijken om de neiging tot zelfdoding te verklaren. Want ook ons brein kan falen.

Het is een opvallend onderscheid in publicaties over zelfdoding: psychiaters en psychologen wijzen in populariserende boeken doorgaans moeilijke levensomstandigheden en maatschappelijke druk als oorzaak aan, terwijl auteurs van wetenschappelijke publicaties veeleer een verklaring zoeken in de werking van onze hersenen. Het menselijk brein is een anatomisch vrij eenvoudig orgaan, maar het heeft een complexe werking die we nog niet helemaal doorgronden. En als een hart of een nier in de fout kan gaan, waarom zouden onze hersenen dan niet kunnen falen?

Het vakblad Science bracht vorige zomer een nummer uit over zelfdoding en de strijd die wetenschappers ertegen voeren. Het overzicht begon in Denemarken. Dat land had in de jaren tachtig een van de hoogste suïcidecijfers van de wereld. Een kwarteeuw later was dat gedaald tot een van de laagste cijfers in landen met een hoog inkomen. Het succes van de Deense aanpak steunde op een combinatie van maatregelen die erop gericht waren de mogelijkheden tot zelfdoding terug te dringen. Bijvoorbeeld door potentieel dodelijke geneesmiddelen minder makkelijk beschikbaar te maken. De Denen investeerden ook sterk in ambulante teams om psychiatrische patiënten thuis op te volgen en in psychiatrische crisisteams die onmiddellijk kunnen optreden als er signalen zijn dat een patiënt in ernstige problemen komt. Een betere monitoring van kwetsbare groepen moet in de toekomst tot nog betere resultaten leiden.

Het idee dat depressies en zelfdodingsgedachten ziektes zijn, verlost mensen van het stigma dat het ‘aan hen’ ligt.

Het Deense succes belet niet dat het onder Deens bestuur vallende Groenland met voorsprong de wereldrecordhouder blijft qua aantal zelfdodingen: jaarlijks 51 per 100.000 inwoners. Dat cijfer zou te verklaren zijn door de lange donkere winters, de beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt, het ontbreken van ontspanningsgelegenheden en mogelijk ook de angst voor de gevolgen van de klimaatopwarming – die zich daar sterk manifesteert. Voorts bevat de top 10 landen uit de hele wereld. Wereldwijd sterven jaarlijks 800.000 mensen door zelfdoding, van wie driekwart in landen met een laag inkomen. In de top 10 van de laagste zelfdodingscijfers staan nogal wat landen uit het Midden-Oosten. Het laagste cijfer, 2,5 zelfdodingen per 100.000 inwoners, komt uit Koeweit.

Vlaamse inborst

België scoort met 14 doden per 100.000 inwoners per jaar vrij hoog op de wereldranglijst. Gemiddeld 6 mensen per dag, of 1800 personen per jaar, komen in ons land door zelfdoding om het leven. Driekwart van de slachtoffers zijn mannen – bij pogingen tot zelfdoding zijn vrouwen in de meerderheid. Er wordt soms naar de wat gesloten ‘Vlaamse’ aard verwezen om het hoge cijfer te verklaren, maar dat spoort niet met de vaststelling dat het zelfdodingscijfer in Wallonië hoger ligt dan in Vlaanderen.

Een van de weinige landen waar het suïcidecijfer almaar blijft stijgen, zo blijkt uit het artikel in Science, zijn de Verenigde Staten. Vooral op het Amerikaanse platteland neemt het aantal zelfdodingen toe. De grote beschikbaarheid van vuurwapens en de afwezigheid van een socialezekerheidssysteem worden als de belangrijkste oorzaken beschouwd, naast factoren als werkloosheid, uitzichtloosheid en sociaal isolement – een ‘laag sociaal kapitaal’ heet dat in het jargon. Gezondheidswerkers hameren erop dat de beste preventie tegen zelfdoding een verbod op vuurwapens zou zijn. Een studie in The American Journal of Public Health stelde vast dat de meeste wanhopige mensen slechts één middel voor zelfdoding zien: in het Amerikaanse geval dus vuurwapens. De studie stelde ook dat mensen bij wie gedachten aan zelfdoding opkomen vaak binnen het uur een poging ondernemen. Een wapen is in de VS dan het gemakkelijkste middel. Opvallend is ook dat als de onderzoekers in hun modellen vuurwapens statistisch wegfilteren, de verschillen in zelfdodingscijfers tussen stad en platteland wegvallen.

Er zijn nu al meer zelfdodingen in de warmste maanden van het jaar, en in warmere regio’s in de wereld.

Op Sri Lanka waren giftige pesticiden het populairste middel voor zelfdoding. Arme boeren dronken ze om uit hun uitzichtloze leven te stappen. Gezondheidswerkers slaagden erin het recordcijfer van 57 zelfdodingen per 100.000 inwoners van begin de jaren 1980 in dertig jaar te laten dalen tot 17 per 100.000 inwoners dankzij een verbod op pesticiden in de landbouw. Het is een van de opmerkelijkste resultaten ooit in de strijd tegen zelfdoding. Het verbod leidde overigens niet tot een vermindering van de landbouwopbrengsten.

Hersennetwerken

Voor zover bekend is de mens de enige diersoort die zelfdoding kent. Hij is waarschijnlijk ook de enige diersoort die het begrip ‘sterven’ in zijn denken meedraagt. Een controversiële hypothese, die onlangs nog werd verdedigd in een traktaat in Evolutionary Psychological Science, stelt dat depressies en zelfdodingsgedachten een neveneffect zijn van de ingewikkelde manier waarop onze hersenen zijn gaan opereren, in vergelijking met andere diersoorten. Onderzoek van hersenstructuren zou dan indicaties kunnen geven over het risico op zelfdoding.

Een recent overzicht van 131 eerdere studies (over in totaal 12.000 mensen) in Molecular Psychiatry besloot dat twee belangrijke hersennetwerken bij mensen met een ernstige psychische aandoening die zelfdodingsgedachten hebben anders functioneren dan bij mensen zonder psychische problemen. Eén netwerk ligt vooraan in het hoofd: de mediale en laterale ventrale prefrontale cortex. Het speelt een rol bij het verbinden van ervaringen aan emoties. Het andere netwerk helpt ons bij het nemen van beslissingen.

Een kwart van de mensen die een poging tot zelfdoding ondernamen, had problemen met hoe de hersenen basisinformatie – wat we zien, horen en denken – ervaren. De intensiteit van de connecties tussen belangrijke hersennetwerken zou bij hen lager zijn dan bij een ‘normale’ controlegroep. Het is nog niet duidelijk of alle mensen met psychische aandoeningen een bepaald risico op zelfdoding hebben. Het is niet uitgesloten dat de neiging tot zelfdoding als een aparte aandoening moet worden beschouwd. Dat onderscheid zou een wereld van verschil maken in het opsporen van risico’s op zelfdoding.

Het artikel in Science vertrok van de vaststelling dat depressie geen ziekte is, maar een amalgaam van ziektes waarvan sommige tot zelfdodingsgedachten kunnen leiden en andere niet. Hersenscans wijzen uit dat er minstens zes ‘subtypes’ van depressie zouden bestaan, gelinkt aan patronen van abnormale activiteit in verschillende hersenzones. Drie subtypes blijken moeilijk behandelbaar met klassieke antidepressiva. Twee kunnen gekoppeld worden aan een verhoogd risico op zelfdoding.

Studies van prikkeloverdragers en andere biologische parameters in de hersenen leveren niet zelden verwarrende resultaten op. Psychiaters en andere onderzoekers hopen dat computeralgoritmen op termijn in staat zullen zijn om door de bomen het bos te zien. Het idee dat depressies en zelfdodingsgedachten ziektes zijn, veroorzaakt door een probleem in de hersenen, kan mensen stimuleren om sneller hulp te zoeken: ze zijn dan immers verlost van het stigma dat het ‘aan hen’ ligt. Zo sluiten we weer aan bij diegenen die ter verklaring van zelfdoding wijzen op de maatschappelijke druk: je bent niet zelf verantwoordelijk.

Preventie via smartphone

Bij de preventie van zelfdoding, schrijft Science, kunnen smartphones in de toekomst een belangrijke rol spelen. Zelflerende algoritmen zouden informatie uit het woordgebruik en de toon van boodschappen kunnen koppelen aan beschikbare evidentie over het gedrag van mensen met zelfdodingsgedachten om signalen op te pikken dat het niet goed gaat. Vooral jonge mensen zouden zo gedetecteerd kunnen worden – op veel plaatsen in de wereld neemt het aantal jongeren met zelfdodingsgedachten toe. Facebook zou overigens al een automatische screening op de neiging tot zelfdoding uitvoeren, maar het is niet duidelijk hoe efficiënt die is. Het bedrijf wil het algoritme achter de screening niet publiek maken.

Er zijn wereldwijd al meer dan tienduizend apps beschikbaar om de psychische gezondheid van hun gebruikers te monitoren, waarvan 69 specifiek voor de preventie van zelfdoding ontwikkeld zijn. Maar een recent overzicht in BMC Medicine besluit dat liefst 93 procent daarvan onvoldoende informatie verschaft om zelfdodingsgedachten op te kunnen pikken, laat staan te verhelpen. Sommige apps geven zelfs foute telefoonnummers van hulplijnen. Dat is erg jammer, zeker in de wetenschap dat hulplijnen daadwerkelijk mensenlevens redden.

De gedachte aan zelfdoding kan ook worden uitgelokt door culturele en andere omgevingsfactoren. Een studie in BMJ Open schreef dat mensen die een vriend of familielid verliezen door zelfdoding, zelf ook gemakkelijker geneigd zullen zijn tot zelfdoding – toch minstens tijdelijk. Zulke mensen zouden extra gemonitord moeten worden, zeker als ze eerder al tekenen van psychische kwetsbaarheid vertoonden. Omdat zelfdoding een genetische component kan hebben, zijn ook mensen met een familiale voorgeschiedenis van zelfdoding kwetsbaar.

Slaapstoornissen en aids zouden het risico op zelfdoding verdubbelen, stelt een studie in The American Journal of Preventive Medicine, maar traumatische hersenaandoeningen zouden dat risico met liefst een factor negen verhogen. Zeventien ziektes werden gelinkt aan een – meestal lage – verhoging van de kans op zelfdoding. De helft van de mensen die zelfdoding pleegden in de context van een ziektebeeld, was minder dan een maand voor hun dood nog bij een arts op bezoek gegaan. Dat moet perspectieven bieden wat detectie en specifieke opvang betreft.

Recente studies in Psychological Medicine hebben aangetoond dat mensen met een lager intelligentieniveau een hoger risico op zelfdoding lopen. Dat heeft te maken met het feit dat ze gemakkelijker te kampen krijgen met socio-economische tegenslagen, zoals werkloosheid en alcohol- of andere verslavingen. Misbruikt worden als kind – seksueel, fysiek of emotioneel – is ook een belangrijke risicofactor om later in het leven zelfdodingsgedachten te krijgen. Hersenen in volle ontwikkeling kunnen gemakkelijk fout gestructureerd raken.

Ten slotte waarschuwt een studie in Nature Climate Change ervoor dat de klimaatopwarming tot een stijging van het aantal zelfdodingen kan leiden. Er zijn nu al meer zelfdodingen in de warmste maanden van het jaar, en meer in warmere regio’s in de wereld. Het is algemeen bekend dat ook fysiek geweld vaker voorkomt in warmere maanden of warmere regio’s. Het verband zou eveneens van toepassing zijn op de strijd die je met jezelf kunt voeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content