‘Wil je later niet naar het woonzorgcentrum? Stort je dan nú in het verenigingsleven’

Wie op latere leeftijd actief blijft, heeft doorgaan ook nog veel sociale contacten. © Getty Images
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

We hebben veel meer impact op onze oude dag dan we zelf beseffen. ‘Eigenlijk zou je daar vanaf je vijftigste al over moeten nadenken’, zeggen gerontologen Daan Duppen en Dirk Doucet.

U wilt later zelf kunnen bepalen hoe u uw oude dag doorbrengt? Dan moet u nú actie ondernemen. In hun boek Zorgen voor morgen, dat deze week verschijnt, leggen gerontologen Daan Duppen (VUB) en Dirk Doucet (Zorggroep Zusters van Berlaar) uit dat niet alleen overheden en zorgorganisaties ervoor kunnen zorgen dat ouderen de regie over hun leven zo veel mogelijk zelf in handen houden. Daarnaast moeten we ook zelf onze verantwoordelijkheid nemen, maar dat gebeurt vandaag nog veel te weinig. ‘De meeste mensen associëren ouder worden uitsluitend met negatieve dingen en daarom willen ze er zo weinig mogelijk over nadenken’, zegt Dirk Doucet. ‘Nochtans hebben veel tachtigplussers, zelfs als ze zorgbehoevend zijn, nog een behoorlijke levenskwaliteit. Doorgaans komt dat doordat ze daar vroeger zelf – al dan niet bewust – voor hebben gezorgd. We hebben namelijk veel meer impact op ons latere leven dan we zelf beseffen.’

Hoe dan?

Dirk Doucet: Om te beginnen moet je je bewust zijn van de mogelijke consequenties van een ongezonde levensstijl. Als je bijvoorbeeld heel veel gebakjes en andere zoetigheden eet, dan bestaat de kans dat je diabetes ontwikkelt en later een lagere levenskwaliteit zult hebben. Als je obees bent of veel te weinig beweegt, is het risico groter dat je minder mobiel zult zijn. En wil je op je 85e nog naar het theater gaan of vrienden kunnen opzoeken, dan moet je daar rekening mee houden in de manier waarop je vandaag eet en beweegt.

Duppen: Een actieve levensstijl kan ook helpen om cognitieve problemen te voorkomen. Op sommige aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer hebben we geen greep, maar er zijn ook vormen van dementie die wel voor een stuk met onze levensstijl samenhangen. Je huidige levensstijl kan de kans om cognitieve problemen te krijgen dus vergroten of verkleinen.

Doucet: Daarnaast is ook je sociale netwerk bepalend. Er zijn mensen die daar na hun pensioen niet veel meer in investeren. Ze hebben genoeg aan hun partner en gaan de deur niet vaak meer uit. Dat is hun goed recht, maar er zijn wel consequenties. Al is het maar omdat ze dan niet veel mensen meer om zich heen hebben wanneer hun partner overlijdt. Meestal zijn ze dan ook al op een leeftijd gekomen dat het veel moeilijker is om nog een netwerk uit te bouwen. Het is dus zeker aan te raden om je leven lang vriendschappen en andere contacten te onderhouden.

Of je op je 85e nog naar het theater kunt, hangt voor een groot deel af van hoeveel je vandaag beweegt.

Duppen: Wie op latere leeftijd nog altijd actief is, heeft meestal ook meer sociale contacten. Blijf je bewegen, dan doe je dat vaak in groepsverband, waardoor je weer nieuwe mensen ontmoet. Al is er nooit één oplossing voor iedereen. Daarom is het belangrijk dat er heel uiteenlopende activiteiten worden aangeboden.

Doucet: Uit onderzoek van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat maar een kleine minderheid van de zestigplussers actief is in het verenigingsleven. Opvallend is dat zo’n 60 procent er wel in zou willen stappen als ze daartoe worden uitgenodigd. Met andere woorden: ze hebben een duwtje in de rug nodig om zich bij een vereniging aan te sluiten. Op dat vlak zouden lokale overheden, dienstencentra en allerlei organisaties een cruciale rol kunnen spelen.

Zodra je met pensioen bent, stort je je dus het best in het verenigingsleven?

Doucet: Ik hoop dat mensen dat al veel vroeger doen. Na je pensioen krijg je natuurlijk veel meer vrije tijd, maar aan de andere kant valt je professionele netwerk weg. Als je dan niet veel contacten in je privéleven hebt, dreig je in een groot zwart gat te vallen. Het is dus een goed idee om daar al voor je 65e bewust mee bezig te zijn.

Duppen: Ik sprak een tijd geleden met een man die lange tijd lid was geweest van een wandelclub. Niet alleen genoot hij van de wandeltochten, hij had er ook heel fijne sociale contacten. Maar toen hij ouder werd, kon hij de anderen niet meer bijhouden en moest hij afhaken. Daardoor verloor hij een bezigheid waar hij veel aan had én een groot stuk van zijn netwerk. Het is dus verstandig om niet in één maar in verschillende sociale netwerken te investeren.

Daan Duppen: ‘Het is niet omdat je huis is aangepast dat het ook op de juiste plek staat.’
Daan Duppen: ‘Het is niet omdat je huis is aangepast dat het ook op de juiste plek staat.’

Uit onderzoek blijkt dat vooral mensen met een klein of zelfs helemaal geen sociaal netwerk in een woonzorgcentrum terechtkomen. Wil dat zeggen dat je beter al vroeg potentiële mantelzorgers om je heen verzamelt?

Duppen: Als je op een dag zorgbehoevend wordt, zal je partner waarschijnlijk spontaan voor je zorgen. Ook heel goede vrienden zouden dat misschien nog doen, maar voor mensen die iets verder van je af staan, is dat al veel minder evident. Zodra je zorgbehoevend bent, is het meestal ook een grote stap om zelf om hulp te vragen. Daarom zou je er eigenlijk voor moeten zorgen dat je in je omgeving mensen hebt die dat uit zichzelf voorstellen. We moeten daar zelf in investeren, maar het helpt natuurlijk dat er tegenwoordig allerlei initiatieven worden opgezet om de netwerken in een buurt of wijk te versterken of te verbreden.

Veruit de meeste Vlamingen willen nooit naar een woonzorgcentrum verhuizen. Heb je ook dat zelf in de hand?

Doucet: Voor een stuk wel. Wil je lang zelfstandig kunnen blijven wonen, dan is het in de eerste plaats belangrijk dat je je huis tijdig aanpast. Dat wil onder meer zeggen dat de deuren breed genoeg zijn voor een rollator of rolstoel en dat er niet te veel trappen zijn. De badkamer moet over een inloopdouche en verhoogd toilet beschikken. Daar wacht je beter niet mee tot die aanpassingen echt noodzakelijk zijn geworden.

Duppen: Maar het is niet omdat je huis is aangepast dat het ook op een goede plek staat om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Wat dan wel een geschikte locatie is, verschilt – alweer – van persoon tot persoon. Sommigen vinden het bijvoorbeeld belangrijk om in de buurt te wonen van familieleden die hen eventueel kunnen helpen, anderen verkiezen hun vertrouwde wijk waar ze veel mensen kennen. Veel mensen vinden het vooral een must om dicht bij allerlei voorzieningen te wonen. Het is dus echt niet zo dat iedereen vasthoudt aan zijn eigen huis, dat vaak veel te groot is geworden. Voor veel oudere mensen is een aangepaste woning op een goede locatie in de buurt een aanvaardbaar alternatief.

Dirk Doucet: ‘Veel mensen hebben een duwtje in de rug nodig om zich bij een vereniging aan te sluiten.’
Dirk Doucet: ‘Veel mensen hebben een duwtje in de rug nodig om zich bij een vereniging aan te sluiten.’

Wanneer moet je daarover beginnen na te denken?

Doucet: Zodra je de vijftig voorbij bent. Daarmee zeg ik niet dat je op die leeftijd al moet verhuizen naar een woning waarin je ouder kunt worden, maar wel dat je je al eens moet afvragen hoe en waar je later zou willen wonen. Veel mensen blijven dat uitstellen tot het te laat is. Zodra ze in de zeventig zijn, zien ze het meestal niet meer zitten om te verhuizen. Dus blijven ze vaak wonen in een huis dat onaangepast en moeilijk bereikbaar is.

Als je in een aangepast huis op de juiste plek woont, is de kans groot dat je nooit in een woonzorgcentrum terechtkomt?

Doucet: Dan vergroot je die kans in elk geval. Al zullen er altijd zwaar zorgbehoevende mensen zijn voor wie er geen andere mogelijkheid overblijft. Daarom is het toch wel belangrijk om je daar een beetje op voor te bereiden. Als je niet meer alleen thuis kunt wonen, waar zou je dan terecht willen komen? Veel mensen weigeren daarover na te denken. Zelfs als ze fysieke problemen krijgen, laten ze de situatie aanslepen tot het echt misgaat. Dan vallen ze, komen ze in het ziekenhuis terecht en krijgen ze te horen dat ze niet meer terug naar huis kunnen. Doorgaans kunnen ze dan helemaal niet kiezen in welk woonzorgcentrum ze terechtkomen. Ze verhuizen simpelweg naar de voorziening waar op dat moment plaats is. Ook als dat niet in hun eigen omgeving is en ze er niemand kennen.

Jullie raden mensen ook aan om een zorgvolmacht op te stellen, waarin ze kunnen vastleggen hoe en door wie hun persoonlijke en financiële belangen moeten worden behartigd als ze dat zelf niet meer kunnen.

Doucet: Ook de zorgvolmacht is een manier om zelf de architect te blijven van je latere leven. Wel moet je goed beseffen dat zo’n document geen statisch gegeven is. Naarmate je ouder wordt, veranderen je wensen vaak nog doordat je nieuwe inzichten krijgt. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat iemand die op zijn zeventigste opschrijft dat hij nooit naar een woonzorgcentrum wil daar tien jaar later anders over denkt. Niet alleen is het goed om gaandeweg je zorgvolmacht aan te passen, maar ook om daarover te praten met de mensen in je omgeving. Het is heel belangrijk dat zij weten wat je precies wilt.

Duppen: Eigenlijk is dat niet onlosmakelijk verbonden met ouder worden. Vanaf een jonge leeftijd zou je ervoor moeten zorgen dat de mensen in je directe omgeving weten wat je wensen zijn als je die om de een of andere reden niet meer zelfs duidelijk kunt maken. Ik heb het daar zelf al met mijn vriendin over gehad en wij zijn pas veertig. Dat is wat we bedoelen met tijdig je latere leven voorbereiden. Daar is het soms te laat voor, maar nooit te vroeg.

Dirk Doucet en Daan Duppen, Zorgen voor morgen – Word en blijf architect van je latere leven, Uitgeverij vrijdag, 128 blz., 20 euro.

7 tips voor een onafhankelijke oude dag

1. Beweeg genoeg of doe aan sport

2. Investeer in je vriendschappen

3. Sluit je bij minstens twee verenigingen aan

4. Besef dat wat je vandaag eet impact heeft op je oude dag

5. Stel al vroeg een zorgvolmacht op en blijf die aanpassen

6. Verhuis op tijd naar een woning op een goede plek

7. Beslis in welk woonzorgcentrum je wilt wonen als je echt niet thuis kunt blijven

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content