Werkdruk en administratie belangrijkste oorzaken van burn-out bij artsen

© iStock

3 op 4 huisartsen en meer dan de helft van de specialisten denken dat de toenemende administratieve druk de belangrijkste reden is waarom dokters opgebrand geraken.

Bijna drie huisartsen op vier en meer dan de helft van de specialisten beschouwt de toenemende administratieve druk als de belangrijkste reden waarom dokters opgebrand geraken. Oorzaak nummer twee is voor één op twee de te hoge workload.

De lezersenquête van Artsenkrant bevroeg het medisch korps over een belangrijk actueel thema uit de gezondheidszorg: burn-out. De enquête gaf een aantal mogelijke oorzaken, verschillende antwoorden waren mogelijk. En met stip op één als oorzaak staat voor 64,6% van de artsen de toenemende administratieve druk. Bij de huisartsen loopt dat zelfs op tot 72,3% terwijl het ‘slechts’ voor 54,2% van de specialisten de hoofdoorzaak is. Iets meer Nederlands- (66,5%) dan Franstaligen (62,0%) hekelen de vele papieren tijgers als reden van burn-out.

Administratie

Dat formulieren en papieren een problematische evergreen blijven, blijkt ook uit de antwoorden op onze vraag over de toename van de administratieve druk. Niet minder dan 80,8% van de artsen beaamt dat de druk de jongste jaren gestegen is. Dat percentage loopt zelfs op tot 86,5% bij de huisartsen terwijl artsen-specialisten (74,3%) hiervan wat minder last hebben.

Eén arts op tien (10,7%) meent dat het aantal papieren tijgers in bedwang en onveranderd is gebleven -ook hier weer een belangrijk verschil tussen huisartsen (6,9%) en specialisten (17,7%). Zeldzaam zijn de artsen die een verminderde administratieve druk ervaren (1,8% bij huisartsen, 0,8% bij specialisten). En zelfs beweren verwaarloosbare aantallen artsen dat ze geen last hebben van administratie.

Assertieve patiënten

Terug naar de burn-out. Na administratieve druk is de op één na belangrijkste oorzaak volgens de helft van de respondenten (51,6%) de ’te hoge workload’. Die is iets problematischer bij artsen-specialisten (53,9%) en bij Franstaligen (53,3%) dan bij huisartsen (50,4%) en Nederlandstaligen (50,3%).

Verder wijst meer dan vier op tien (42,5%) de moeilijke combinatie werk/privéleven aan als oorzaak van burn-out. Huisartsen en specialisten antwoorden hierop zeer gelijklopend. Een significant groter aantal Franstalige (45,3%) dan Nederlandstalige (40,5%) artsen hebben moeite om privé- en beroepsleven aan elkaar te knopen. Daar staat dan weer tegenover dat de toevloed aan “mondigere en meer assertieve patiënten” voor meer burn-out zorgt bij Nederlandstalige (30,5%) dan bij Franstalige (23,3%) artsen. Globaal genomen ziet 37,5% ‘assertieve patiënten’ als een oorzaak van burn-out.

Nagenoeg evenveel artsen verwijzen naar de ’te individualistische cultuur in de gezondheidszorg’ en de ’te grote verantwoordelijkheid’ als reden van burn-out -respectievelijk 18,7% en 18,2%. Vooral bij artsen-specialisten weegt de verantwoordelijkheid zwaar door (23,0%), minder bij huisartsen (14,9%). (De Artsenkrant/Geert Verrijken)

1.811 enquêteformulieren (1.157 Nederlandstalige en 654 Franstalige) werden ingevuld. De respondenten waren voor 67,2% mannen en 32,8% vrouwen. Meer huisartsen (57,8%) dan specialisten (39,2%) beantwoordden de vragen en bijna de helft van de respondenten (47,8%) zei meer dan dertig jaar praktijkervaring te hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content