Wereldaidsdag: ‘Er zijn nog veel misverstanden over hiv’
Het aantal hiv-diagnoses in België daalt en de ziekte is ook steeds beter te behandelen. Toch blijft preventie levensbelangrijk. Dorothy Mawusi Adobea probeert de Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap in Vlaanderen te sensibiliseren. ‘Omdat mensen nog steeds zo bang zijn van de ziekte, durven ze zich niet laten te testen.’
Zaterdag is het wereldaidsdag, al is deze dag, zeker in het Westen, nagenoeg achterhaald. Aids komt nauwelijks nog tot stand omdat het hiv-virus steeds vroeger wordt gedetecteerd en zo onder controle kan worden gehouden.
Er zijn twee grote groepen die meer risico hebben hiv op te lopen. Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, focust zich voornamelijk op mannen die seks hebben met mannen. Binnen het Instituut voor Tropische Geneeskunde is er ook het HIVSAM-project, dat zich focust op de Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap in Vlaanderen. Dorothy Mawusi Adobea (24) is hiv-preventieadviseur binnen dat HIVSAM-project.
‘SAM staat voor Sub-Sahara Afrikaanse migranten. De term migrant is weliswaar niet duidelijk afgelijnd. Wij gaan ervan uit dat iedereen die zich, onder andere, identificeert als Afrikaan tot de doelgroep behoort. We spreken dus ook voor Afro-Belgische jongeren. In de SAM-gemeenschap in Antwerpen is zo’n vijf procent seropositief. Eén op twintig van hen is dus in aanraking gekomen met het hiv-virus.’
‘Het cijfer bij de algemene Belgische bevolking ligt lager dan één procent. De SAM-gemeenschap vormt dus een kwetsbare groep. Vrouwen met Sub-Sahara Afrikaanse roots zijn nog kwetsbaarder. Zes procent van hen is besmet in vergelijking met drie procent bij de mannen.’
Hoe komt het dat vrouwen meer risico lopen?
Dorothy Mawusi Adobea: ‘Dat heeft biologische en socio-economische redenen. De biologische reden is omdat een vagina een groter slijmvliesoppervlak heeft die gevoeliger is voor wondjes waardoor het virus kan doordringen. Daarnaast is er de economische afhankelijkheid. Denk aan een vrouw zonder papieren. Of iemand zonder eigen woonst of job. Een man kan haar dan economisch ondersteunen, maar kan daarvoor in ruil onveilige seks vragen.’
‘Bovendien zijn voorbehoedsmiddelen rond de man gecentreerd. Het meest gebruikte voorbehoedsmiddel is de anticonceptiepil, maar die werkt natuurlijk niet tegen soa’s. Het condoom is ideaal, maar het is wel de man die het moet omdoen. Als je in een sociale zwakkere positie zit, is het niet evident hem daarvan te overtuigen. Ook dat brengt verhoogde risico’s met zich mee. Daarom delen we maar wat graag ook vrouwencondooms uit zodat vrouwen zelf meer de keuze kunnen maken zich te beschermen tegen soa’s.’
Is het anders werken bij een groep autochtone Belgen dan bij Afro-Belgen?
‘In het algemeen komt het er toch op neer dat ouders met hun kinderen over seks moeten praten en dat blijft voor iedereen wat awkward.’
Dorothy Mawusi Adobea: ‘In principe niet. Hoe langer ik in het veld sta, hoe langer ik ervan overtuigd ben dat het taboe in beide gemeenschappen even hardnekkig is. In het algemeen komt het er toch op neer dat ouders met hun kinderen over seks moeten praten en dat blijft voor iedereen wat awkward. De gedachte dat als je praat over seks, je het automatisch aanmoedigt, zit diepgeworteld.’
‘Het enige verschil is het aspect van religie. En dan niet per se de godsdienst op zich, maar het feit dat de rol en de mening van de pastoor in een kerkgemeenschap nog zwaar doorweegt. Die persoon geniet nog steeds veel aanzien. Als hij of zij niet mee wil werken, is het moeilijk om voor de gemeenschap te spreken. Gelukkig zijn er al veel pastoors die ons niet beletten informatie te geven. Al blijft condooms uitdelen nog taboe voor hen.’
‘De kerk is voor ons, preventieadviseurs, nochtans een echte hot spot. Daar bereiken we veel mensen uit de doelgroep. Bovendien is het een plek waar ook veel vrouwen zijn. Doorgaans merken we dat er op andere sociale events minder vrouwen aanwezig zijn, terwijl dat net degenen zijn die we zouden moeten bereiken.’
‘Vrouwen lopen meer risico besmet te geraken, maar los daarvan zijn ze ook zowat de caretakers van een gezin. Binnen een huishouden neemt zij veel beslissingen, zoals naar de dokter gaan om je te laten testen. Als je de vrouw des huizes weet te overtuigen, zullen de mannen ook wel volgen.’(lacht)
Hoe reageren mensen met een Sub-Sahara Afrikaanse achtergrond op jullie tussenkomst? Ik kan me voorstellen dat ze zich geviseerd voelen.
Dorothy Mawusi Adobea: ‘Ik krijg wel eens de vraag: “Waarom komen jullie enkel naar ons en niet naar witte mensen?” Dan leggen we dat simpelweg uit. Eén: dat is niet waar. (lacht) Er wordt voor iedereen gesproken, maar wij focussen ons nu eenmaal op de SAM-gemeenschap. En twee: de cijfers zijn nu eenmaal wat ze zijn. En dus moet de hiv-problematiek aangepakt worden, bij welke groep die ook ligt.’
‘Ik begrijp wel dat zulke mensen vaker worden gestigmatiseerd, maar in dit geval kan hun gezondheid op het spel staan. Uiteindelijk heeft iedereen baat bij een goeie preventie. Als je enkel de zwarte mensen eruit pikt, is het inderdaad stigmatisering, maar ik zie niet in wat er mis is met iederéén voor te lichten, en dat ik me daarbij focus op de Sub-Sahara Afrikaanse gemeenschap.’
Helpt het dan om zelf iemand te zijn met Ghanese roots?
Dorothy Mawusi Adobea: ‘Dat zou je denken, hé? (lacht) Maar dat is helaas niet altijd zo. Van collega’s heb ik al gehoord dat een witte persoon die komt spreken nog steeds veel meer aanzien geniet. Hem zullen ze sneller beschouwen als een autoriteit dan een zwarte persoon. Laat staan een jonge zwarte vrouw zoals ik.’
Is er een stereotiep beeld dat Belgen met Afrikaanse roots ‘allemaal’ hiv hebben?
Dorothy Mawusi Adobea: ‘Dat gevoel heb ik niet. Er zijn wel nog veel mensen die denken dat men in Afrika en masse seropositief is. Ze zijn echt in de jaren ’80 blijven hangen, denk ik. Terwijl er net in Afrika zoveel bergen worden verzet, omdat ze het stigma rond hiv van zich af hebben geschud. Iedereen kent daar wel iemand die hiv-positief is. Je kan er dus niet niet over praten. In Europa wordt er nog steeds ontwijkend over gedaan. Pas als we het taboe volledig kunnen doorbreken, kunnen we grote stappen vooruitzetten.’
‘Het stigma rond hiv doodt vandaag meer mensen dan de ziekte zelf.’
‘In Afrika is de angst voorhiv veel kleiner. In de zin van: als ik besmet word, is mijn leven niet voorbij. Ik neem mijn medicatie en ik kan voort. Hier leeft toch nog de gedachte dat je leven voorbij is, dat je langzaam zal aftakelen en vroeg zal sterven.’
Is angst dan geen goede emotie? Wie bang is, zal extra voorzichtig zijn.
Dorothy Mawusi Adobea: (twijfelt even) ‘Eigenlijk niet, want het is net die angst die jou belemmert om je te laten onderzoeken. Mensen zijn zo bang, dat ze ontwijkend gedrag vertonen. Ze willen de ‘vreselijke ziekte’ niet onder ogen komen. Terwijl die perfect behandelbaar is.’
‘Er zijn ook nog veel misverstanden over hiv. Te veel mensen denken nog dat je besmet kan raken door louter aangeraakt te worden, door van iemands glas te drinken, … Maar vooral: wie het virus oploopt, zal wel overal rondgepoept hebben, zal wel onverzorgd en onhygiënisch zijn. Men is vooral bang voor de reacties uit hun omgeving.’
‘Het zijn die stigma’s die ervoor zorgen dat het thema in de taboesfeer blijft hangen, mensen zich niet laten testen en pas in een later stadium doorhebben dat ze ziek zijn. Het stigma rond hiv doodt vandaag meer mensen dan de ziekte zelf.’
Gratis soa-test in het Helpcenter van het Tropisch Instituut in Antwerpen
In het helpcenter van het Instituut voor Tropische Geneeskunde kan je je gratis laten testen als je denkt een risico op een soa te hebben opgelopen, na onveilige seks bijvoorbeeld. Dat bespaart je meteen extra labo- en dokterskosten uit. Meer info: https://www.itg.be/n/helpcenter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier