Wereld Malaria Dag: Malaria loopt sterk terug, maar niet onder Belgische reizigers
Wereldwijd verliest malaria terrein maar toch zijn er steeds meer Belgen die malaria oplopen tijdens hun reis naar de tropen. Dat zegt het Instituut voor Tropische Geneeskunde naar aanleiding van Wereldmalariadag op 25 april.
Vorig jaar waren er 327 mensen die in het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) de diagnose van malaria kregen. 29 van hen werden gehospitaliseerd in het Universitair ziekenhuis van Antwerpen (UZA). De meerderheid liep de parasitaire ziekte op in Afrika, een minderheid in Zuidoost-Azië.
“Als we de cijfers van de laatste vijf jaar bekijken, zien we een stijgende lijn in het aantal malariadiagnoses”, zegt arts Ula Maniewski van de reiskliniek van het ITG. “Terwijl de ziekte in het Zuiden teruggedrongen wordt, blijkt dat in België niet het geval te zijn”.
Gevaarlijke mug
“De mug is het gevaarlijkste dier op aarde”, zegt Maniewski tijdens de persconferentie in het ITG in Antwerpen. “Ze kan verschillende infectieziektes overbrengen. Malaria is er daar een van die kan evolueren tot een zeer ernstige, zelfs dodelijke ziekte”.
De inspanningen die de afgelopen jaren werden gedaan om de ziekte wereldwijd terug te dringen zijn succesvol. In de periode van 2010 tot 2015 daalde het aantal nieuwe malariagevallen met meer dan twintig procent. Het aantal dodelijke slachtoffers liep terug van bijna een miljoen per jaar tot minder dan de helft daarvan.
“De goede cijfers die we op wereldvlak zien, gelden echter niet voor België”, zegt Maniewski. “Belgen reizen tegenwoordig meer en ze kiezen vaker voor een verre bestemming. Ook zijn ze zich te weinig bewust van het risico op malaria in grote delen van Afrika ten zuiden van de Sahara en meer lokaal in bepaalde gebieden van Zuidoost-Azië.”
Mogelijk speelt de toename in het aantal avontuurlijke reizen naar de tropen een rol bij de stijging van malaria in België.
Volgens cijfers van Eurostat maakten Belgen in 2012 12,3 miljoen trips. In 2015 waren dat er al 13,9 miljoen. Mogelijk speelt de toename in het aantal avontuurlijke reizen naar de tropen een rol bij de stijging van malaria in België, al zegt Maniewski dat verder onderzoek vereist is bij deze cijfers. “Wat heel erg belangrijk is om nu al te benadrukken, is dat mensen zich veel beter moeten beschermen tegen muggen als ze kiezen voor een risicobestemming.”
Regenseizoen
Vlaming Wim Van den Brande reisde in september 2016 met zijn gezin naar Rwanda om er zijn vakantie door te brengen. “Mijn vrouw is afkomstig uit Rwanda, dus was het voor mij al de derde keer dat we daar op familiebezoek gingen”, zegt hij. “We zouden vooral in de hoofdstad Kigali verblijven dus dacht ik dat het niet nodig was om malariapillen te nemen en dat muggenwerende zalfjes zouden volstaan. Ik hield er echter geen rekening mee dat het vakantiehuis dat we gehuurd hadden in moerasachtig gebied lag. Het was regenseizoen en er waren extreem veel muggen.”
Na zijn terugkeer in België kreeg Van den Brande griepsymptomen die steeds ernstiger werden. Uiteindelijk werd malaria geconstateerd en werd hij voor behandeling opgenomen in het ziekenhuis, waar hij vier dagen op intensieve verzorging moest verblijven.
“Belgische reizigers, inclusief mensen van Afrikaanse origine die in ons land wonen, zijn kwetsbaarder voor een malaria-infectie dan de lokale bevolking in Afrika”, zegt Maniewski. “Ze worden niet permanent blootgesteld aan malaria en hebben daardoor geen weerstand opgebouwd. Ze onderschatten te vaak het gevaar dat ze lopen.”
Nadat hij was genezen, herviel Van den Brande enkele weken later opnieuw. Dat is eerder zeldzaam maar kan volgens de artsen wijzen op een bijkomend probleem waarvoor ze willen waarschuwen: de resistentie van malaria tegen de bestaande medicatie.
Menselijk gedrag niet vergeten
Ondanks de vooruitgang die wordt geboekt bij het terugdringen van malaria blijkt het zeer moeilijk om de ziekte uit te roeien. Een van de redenen hiervoor heeft te maken met menselijk gedrag, zegt Sarah O’Neill, medisch antropologe aan het ITG.
“Onderzoek wijst uit dat besmette mensen vaak stoppen met de medicatie zodra zij zich beter voelen terwijl het belangrijk is om de voorgeschreven hoeveelheid medicatie uit te nemen om alle parasieten met zekerheid te doden. Ook zien we dat mensen in het Zuiden zich soms zelf gaan behandelen met kruiden of rituelen”, zegt O’Neill.
“Het is erg belangrijk dat sociale wetenschappers naast artsen meewerken aan onderzoeksprojecten rond malaria”, zegt ze. “Het zijn deze wetenschappers die proberen te achterhalen waarom mensen hun muggenwerende middelen of muskietennetten niet gebruiken.”
Soms blijkt dat antwoord heel eenvoudig maar belangrijk om mee te nemen in volgende campagnes. “In Cambodja zien we bijvoorbeeld een voorkeur voor kleurrijk textiel”, zegt O’Neill. “Mensen gaan liever zelf een rood of oranje muskietennet op de markt kopen dan het groene of witte muskietennet uit het malariaprogramma te gebruiken.”
“Lokale bevolkingen in Azië of Afrika slapen ook vaak in één groot bed met alle jonge kinderen samen. De muskietennetten uit het programma zijn te klein om hen allen te beschermen. Ook hier zien we dat ze zelf een muskietennet zoeken dat vaak van slechte kwaliteit is, en dat het aangeboden net gebruikt wordt om mee te vissen of om over hun groentetuintje te spannen. Die menselijke factor moeten we dus altijd meerekenen.” (IPS)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier