Minder pijn door een spijkermat? Pijnexpert legt uit
Elke dag een half uur op een spijkermatje liggen: het klinkt als een marteling maar voor sommigen werkt het magisch. Wat doet zo’n matje met je lijf?
Meer dan 6000 pinnetjes prikken genadeloos in mijn rug. Ik lig op mijn spijkermatje, sluit de ogen en begin in stilte te tellen. Na twee minuten is de priemende pijn van de kunststof spijkertjes weggeëbd en tintelt mijn rug in een aangename, warme gloed. Mijn spieren ontspannen, mijn hoofd loopt leeg, ik dommel even in. Na een halfuurtje recht ik me opnieuw, mijn rug helemaal rood, het spijkertjespatroon in mijn huid gestempeld. Als na een saunabezoek of een stevige massage, zo voel ik me.
En zo gaat het haast elke dag, ’s avonds na het werk, sinds een vriendin me vorige zomer over haar spijkermatje heeft verteld. Ze runde in Brugge al jaren een eigen yogaschool toen ze plots geveld werd door borstkanker. Of yoga haar tijdens de herstelperiode had geholpen, vroeg ik. Yoga niet zozeer, zei ze, maar haar spijkermatje wél. Om de zorgen even te vergeten. Om makkelijker in slaap te vallen. ‘Probeer het zelf eens. Voor je het weet, ben je er verslaafd aan.’
Gouden tip
Het online aanbod aan spijkermatjes is overweldigend. Tal van merken adverteren in webwinkels en op social media. Ook Decathlon biedt het matje sinds februari aan (en verkocht er in de eerste drie maanden zo’n 120 in België). De matjes zien er zowat allemaal hetzelfde uit: niet zozeer als het traditionele spijkerbed van de Indiase fakirs maar veeleer als een zachte bedding met daarop een symmetrisch patroon van kunststof schijfjes voorzien van driehoekjes met een scherpe punt. Voor 35 euro kocht ik in een webwinkel mijn eigen exemplaar. ‘Verlicht stress en angst. Bevordert nachtrust en vermindert slapeloosheid. Versterkt het lichaam’, beloofde het reclamepraatje.
Een deel van de stress- processen in je lichaam wordt gekalmeerd.
Bart Morlion, hoofd pijncentrum UZ Leuven
Het matje werkt vast niet bij iedereen. ‘Ik kan niet beslissen of het comfortabeler is om je in een pluimveeplukmachine te laten zakken of van een glijbaan met schuurpapier te glijden’, schrijft een recensent van de Britse krant The Independent over zijn wedervaren. Maar bij mij werkte het wél. Meer nog, toen ik last kreeg van nierstenen hielp het me vreemd genoeg ook om pijnlijke kolieken de baas te kunnen. Ik raadde het matje ook aan aan een dorpsgenote die herstelde van een burn-out. ‘De spanning smelt weg’, mailde ze een week later. ‘Dank voor de gouden tip.’ En ook een Knack-collega is enthousiast. ‘Zalig’, schrijft hij over zijn exemplaar. ‘Aangeraden door een vriend die lijdt aan helse hoofdpijnen. Sinds ik mijn matje gebruik, voel ik me rustiger.’
Allemaal anekdotiek natuurlijk. Maar mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld. Ik wilde weten: ben ik verblind door kwakzalverij of doet het matje echt iets met ons lichaam?
Lagerugpijn
Uit de databank van Belgische persartikels word ik nauwelijks wijzer. Blijkbaar is in ons land haast nog niet over de spijkermat geschreven, een paar lovende recensies in vrouwenbladen uitgezonderd. Ook de persdiensten van enkele Vlaamse universiteiten kunnen niet meteen academici aanreiken om duiding te geven bij de werking ervan. Vervolgens doorploeter ik databanken met academische artikels zoals Google Scholar en ResearchGate. Vaststelling: er is nauwelijks wetenschappelijk onderzoek verricht naar het matje. In Zweden – waar het in 2009 plots populair werd nadat het tot ‘kerstcadeau van het jaar’ was uitgeroepen – voerden enkele wetenschappers van de Karlstad-universiteit in 2011 wel een gerandomiseerde gecontroleerde pilootstudie uit naar mogelijke heilzame effecten. Zesendertig deelnemers met spanningspijnen in rug of nek werden onderverdeeld in twee groepen: één groep werd gedurende drie weken behandeld met 15 minuten dagelijkse rust op het spijkermatje. Resultaat? ‘Er werd een significante vermindering van de ergste pijnintensiteit vastgesteld.’ De academici voegen er wel aan toe dat de enthousiaste reacties van de deelnemers niet gecontroleerd konden worden in statistische analyse. Ze pleitten voor meer onderzoek.
In 2021 publiceerden Italiaanse onderzoekers van de Universiteit van Padua de bevindingen van hun onderzoek naar de werkzaamheid van een spijkermat in combinatie met therapeutische oefeningen bij de behandeling van chronische lagerugpijn. Ze besluiten dat het matje patiënten een ‘extra voordeel biedt bij pijnverlichting’ en een nuttig instrument kan zijn voor de langetermijnbehandeling van lagerugpijn.
Placebo-effect
Een handvol wetenschappelijke studies volstaat uiteraard niet om grote conclusies te trekken. Bovendien is me nog steeds niet duidelijk wat het spijkermatje precies doet. Ik klop aan bij Skepp, de Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale. Daar verwijst een arts me door naar Bart Morlion, hoofd van het pijncentrum van het Universitair Ziekenhuis Leuven. Morlion, bekend van het tv-programma Topdokters op Vier, verdiept zich al dertig jaar in chronische pijn. Hij heeft geen ervaring met het spijkermatje, maar hij kan wel duiding geven bij de achterliggende mechanismen die een rol spelen.
Morlion wijst onder meer op het placebo-effect: ‘Alleen al de verwachting dat je iets hebt gekocht waarvan geclaimd wordt dat het de pijn zal verminderen en waarvan vrienden zeggen “bij mij werkt dat goed”, activeert pijndempende systemen in je hersenen die kunnen bijdragen tot pijnstilling. Al spreek ik liever over de “cognitieve modulatie van pijn” want “placebo-effect” heeft zo’n negatieve connotatie. Het is therapeutisch ontzettend waardevol. En met name bij pijntherapie zijn de placebo-effecten enorm groot.’
Maar er is meer. Morlion: ‘Wanneer je op zo’n spijkermatje gaat liggen, worden de huidsensoren van je rug gestimuleerd. Eigenlijk krijg je op heel veel verschillende plekken tegelijk een overactivatie van heel dunne pijnzenuwvezels. Bepaalde pijnkanaaltjes die verantwoordelijk zijn voor het sturen van pijnsignalen naar je hersenen worden dus overgeactiveerd. En dat geeft een averechts effect – een dempend effect. Je kunt het vergelijken met wat wij elke dag in de pijnkliniek gebruiken, zoals zalven op basis van chilipeper. Ze prikkelen en voelen onaangenaam als je ze hebt aangebracht. Maar daarna volgt een warme gloed.’
Gelukshormoon
Daarnaast speelt volgens Morlion nog een ander mechanisme. ‘Wanneer je pijnprikkels binnenkrijgt, wordt automatisch een tegenmechanisme geactiveerd in je brein, het zogenoemde afdalende pijndempende systeem. Daarbij spelen enkele stofjes een belangrijke rol: endorfine, noradrenaline en het gelukshormoon serotonine komen vrij. In je hersenen heb je een plekje met een heel hoge concentratie aan opioïdereceptoren. Als die geactiveerd worden – onder meer door endorfines – worden er zenuwbanen geactiveerd die terugkoppelen naar je ruggenmerg en de inkomende pijnsignalen actief onderdrukken.’
Het mechanisme verklaart volgens Morlion deels ook enkele andere effecten die optreden. ‘Bijvoorbeeld dat je je wat minder angstig gaat voelen en dat je wat meer tot rust komt. Je krijgt ook een beïnvloeding van wat we ons autonoom zenuwstelsel noemen. Een deel van de stressprocessen in je lichaam wordt gekalmeerd. De uitscheiding van bijvoorbeeld cortisol, een heel typisch stresshormoon uit de bijnier, wordt onderdrukt.’
Acupunten
Een laatste element dat Morlion aanstipt, verwijst naar de traditionele Chinese geneeskunde. ‘Wanneer je duizenden punten op je rug tegelijkertijd stimuleert, dan is de kans groot dat je ook inwerkt op een aantal klassieke acupunten, die we kennen uit de acupunctuur en acupressuur.’
Frans Copers, medeoprichter en ex-voorzitter van de Belgische Shiatsu Federatie, legt uit dat oosterse geneeskunde werkt met meridianen of energiebanen. Hij beoefent al bijna vijftig jaar shiatsu, een Japanse acupressuurmethode. ‘Elk orgaan in ons lichaam heeft één meridiaan, en daarop liggen bepaalde knelpunten’, zegt Copers. ‘Door er een naald in te steken, erop te duwen of er warmte aan toe te voegen, voeg je als het ware energie toe aan je organen. Wanneer je op een spijkermatje ligt, stimuleer je de punten op je blaasmeridiaan, want die begint tussen de ogen en loopt verder over de schedel naar de rug. De middelste tak ervan loopt langs de wervelkolom van de schedelrand tot je sacrum. Op die meridiaan liggen verschillende punten die verbonden zijn met de organen.’ Copers voegt eraan toe dat er nog veel controverse over bestaat. ‘Het wordt wetenschappelijk nog altijd niet aanvaard. Of toch niet in België, hoewel ik flink heb gelobbyd voor erkenning. In Nederland en Zwitserland worden acupuntbehandelingen wél erkend.’
Volgens Bart Morlion vindt zelfs de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) acupunctuur een valabele methode in gezondheidszorg. ‘En in het Verenigd Koninkrijk staat acupunctuur in de richtlijnen van de National Health Service mee vermeld als een vorm van therapie die aangeboden moet worden. In de Belgische richtlijnen vind je dat niet terug. Maar wanneer ik van mening ben dat een patiënt baat kan hebben bij een acupunctuurbehandeling – meestal vragen ze er zelf om – dan verwijs ik door naar een acupuncturist die vroeger bij ons gewerkt heeft. Het is wel zo dat de bewijsvoering zwak tot hoogstens matig is. Heel wat studies spreken over “beneficial effects”, wat natuurlijk nog niet hetzelfde is als “effectief”.’
Met dank aan de Sovjets
Het spijkermatje heeft zijn wortels in de duizenden jaar oude oosterse geneeskunde en de Indiase Vedische filosofie. Maar het ontwerp van het matje dat je nu in onlinewinkels ziet, gaat terug op een uitvinding uit de Sovjet-Unie. Volgens Russische media kwam Ivan Kuznetsov, een muziekleraar uit Tsjeljabinsk, begin jaren tachtig met het idee nadat hij had gelezen over acupunctuur. Kuznetsov ontwierp een rubberen band geperforeerd met naalden en noemde zijn uitvinding de ‘Iplicator’. In de jaren tachtig voerden verschillende ziekenhuizen in Moskou onderzoeken naar de werking. De naalden werden uiteindelijk vervangen door plastic pinnetjes en de Iplicator raakte ingeburgerd in sovjethuishoudens.
Na de implosie van de Sovjet-Unie begon een bedrijf uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije het matje van Kuznetsov ook in Europa te verdelen. Iplikator uit de Slovaakse stad Kosice, opgericht door ene Valentin Dikarev, bracht vervolgens ook zijn eigen matjes op de markt. En het moet gezegd: leg de Slovaakse Iplikator D3 naast de vele spijkermatjes die vandaag op sociale media circuleren, en de gelijkenis is treffend. Volgens The New York Times is het Zweedse Shakti een van de grootste fabrikanten van spijkermatjes. Op de website van het bedrijf staat dat oprichter Om Mokshananda in Zweeden opgroeide onder de naam Johan Hellbom: ‘Om vestigt zich op een berg in de Indiase Himalaya om zich onder te dompelen in ascetische meditatie. Na twee jaar op de berg komt het besef van de onderlinge verbondenheid van de mensheid en hoe we samen een hoger geluk kunnen bereiken. Hier besluit Om de oude spijkermat voor de moderne mens te perfectioneren. De Shaktimattan zag het levenslicht.’
Maar volgens Dikarev klopt dat verhaal niet. ‘Wij zijn in 1993 met de productie van ons D3-matje begonnen. De moeder van Mokshananda verkocht vanaf de jaren 2000 onze D3 en andere matjes in Zweden’, zegt Dikarev. ‘Vervolgens stuurde ze haar zoon naar India om de productie van een namaak-Iplikator op te starten. Er werden wat kleine wijzigingen in het ontwerp aangebracht, een nieuwe naam bedacht – Shaktimat – en er werd een nieuwe ontstaansgeschiedenis verzonnen.’ Knack legde de beschuldiging voor aan Mokshananda.
‘We hebben de Iplikator D3 niet gekopieerd, maar er zijn zeker overeenkomsten’, reageert hij vanuit de Himalaya. ‘We hebben het product verder geëvolueerd. Ik ben dus niet naar India gekomen om hier zaken te kopiëren. Ik ben naar hier gekomen om als monnik te leven, en deed ervaring op met acupressuur en het spijkermatje. Vervolgens heb ik de Shaktimat gecreëerd.’ De voorbije 16 jaar heeft zijn bedrijf naar eigen zeggen 1,5 tot 2 miljoen spijkermatjes verkocht. En Kuznetsov? ‘Zijn verhaal is tragisch geëindigd’, zegt Dikarev. ‘In 2005 is hij gestorven. Hij was net een nieuwe uitvinding aan het testen, een soort spijkerpak dat heel het lichaam met pinnetjes stimuleert. Zijn hart heeft het begeven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier