We dragen allemaal de stempel van de coronacrisis: 4 gevolgen voor onze gezondheid
Nu het einde van de pandemie in zicht is, wordt duidelijk dat de schade voor zowel de fysieke als de mentale gezondheid groot is. Niet alleen door het coronavirus, maar nog meer door lockdown en beperkende maatregelen die ons dwongen onze levensstijl aan te passen.
De mentale impact van de lockdown was niet alleen groot voor mensen met een psychische kwetsbaarheid, maar bleek zelfs nog groter voor mensen zonder psychische aandoeningen. Dat tonen diverse bevragingen uit binnen- en buitenland. Gevoelens van angst, depressie en eenzaamheid namen opvallend toe, terwijl de opgelegde rust personen met psychiatrische aandoeningen aanvankelijk leek goed te doen, zeker tijdens de eerste lockdown.
Tele-Onthaal meldde tijdens de tweede en derde coronagolf een sterke stijging van het aantal meldingen van jongeren over psychische problemen, eenzaamheid en suïcidale gedachten. Studenten hadden het zwaar te verduren, maar ook de economische onzekerheid veroorzaakte veel stress bij de werkende bevolking. Veel mensen liepen op de toppen van hun tenen, met soms uitbarstingen van geweld in de opgelegde thuissituaties. Partners en kinderen kregen klappen. Politiediensten ontvingen meer meldingen van ouderenmishandeling, vooral afhankelijke ouderen waren slachtoffer. Het al dan niet volgen van de maatregelen en het geloof in complottheorieën brachten een nooit eerder gezien tweespalt in families teweeg. Kortom, de pandemie ging ons niet in de koude kleren zitten.
Stress, coronakilo’s, te veel zitten en sociaal isolement zullen ons nog even parten spelen.
Wandelen werd populairder dan ooit. We herontdekten België met onze nieuwe wandelschoenen of per elektrische fiets. De hele bevolking leek zich in het weekend te begeven naar fraaie natuurgebieden, bossen en parken, waar de parkings de toestroom soms niet konden slikken. Lang niet iedereen ging mee in die hype. Velen bleven thuis in de zetel zitten, bingewatchten of gingen zich te buiten aan alcohol en chips. Het gemiddelde gewicht schoot met enkele kilogrammen omhoog. Coronakilo’s die ook het gevolg zijn van thuiswerken.
Thuiswerkers hadden nog minder lichaamsbeweging en we Zoomden van de ene vergadering naar de andere meeting, zittend op dezelfde bureaustoel. Het veroorzaakte een piek in nek- en rugklachten, waardoor kinesitherapeuten overuren moesten draaien. Telewerken gaf de verkoop van ergonomisch bureaumateriaal een flinke boost. Overigens gingen we niet minder, maar meer werken. De uitval door burn-out is groter dan ooit. Stress, coronakilo’s, te veel zitten en sociaal isolement zullen ons nog even parten spelen. Op de één of andere manier dragen we allemaal het stempel van deze coronacrisis. We zijn nog maar aan het rechtkrabbelen.
Dit zijn de gevolgen van de coronacrisis op de gezondheid:
1. Aanhoudende klachten
Een onduidelijk aantal personen heeft 3 maanden na het doormaken van een milde, matige of ernstige corona-infectie nog steeds klachten, vooral vermoeidheid, kortademigheid en hoofdpijn.
Op vraag van de Ligue des Usagers des Services de Santé (LUSS), de Franstalige koepelorganisatie van patiëntenverenigingen, ging ook het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in december 2020 van start met een studie over de noden en opvolging van mensen met langdurige covid. Halverwege mei werden de eerste bevindingen gerapporteerd, gebaseerd op de verzamelde literatuur.
5 tot 36% van de patiënten blijft tot 12 weken na het begin van de acute corona-infectie symptomen vertonen.
Veel nieuwe inzichten zijn er tot op heden niet. Zo blijven onderliggende mechanismen vooralsnog hypothetisch. Over de precieze definitie bestaat nog geen consensus, waardoor het moeilijk blijft om in te schatten hoeveel mensen eraan lijden. Zeker is dat 3 symptomen bijzonder vaak voorkomen – vermoeidheid, kortademigheid en hoofdpijn – en dat die niet gelinkt kunnen worden aan een andere oorzaak. Daarnaast worden concentratiestoornissen, angst, depressieve stemming, slaapproblemen, ‘mist in het hoofd’, misselijkheid en duizeligheid geregeld gemeld. Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis schat het KCE dat 5 tot 36% van de patiënten tot 12 weken na het begin van de acute corona-infectie symptomen blijft vertonen. Na 12 weken daalt dat aantal wel tot tussen 2 en 15%. Dat de cijfers zo ver uiteenliggen, heeft met de verschillende definities te maken die diverse onderzoekgroepen hanteren.
Er is een duidelijke impact op de levenskwaliteit. Zo is een niet onbelangrijk aantal van de personen met langdurige covid (volgens 1 studie gaat het om 45%) geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt.
(Lees verder onder de foto)
Dat voorheen gezonde mensen zo lang last kunnen hebben van een corona-infectie is moeilijk te verklaren. Zelfs de link met het coronavirus is niet altijd duidelijk. Waarschijnlijk zijn er meerdere mechanismen bij betrokken en is er ook wisselwerking tussen die mechanismen. De wetenschappelijke gegevens erover zijn nog erg beperkt. Voorlopig hebben wetenschappers enkel hypothesen geformuleerd die niet veralgemeend mogen worden en die nog verder zullen evolueren.
Het KCE bracht de huidige kennis over mogelijke verklaringen onder in 2 categorieën van mechanismen die de oorzaak kunnen zijn van langdurige covid. De eerste categorie groepeert mechanismen die verbonden zijn aan specifieke orgaanschade die werd opgelopen tijdens de infectie en waarvan de blijvende symptomen een gevolg zijn. Zo kunnen er letsels in de longen zijn, of een verslechtering van het samentrekken van de hartspier. Dergelijke orgaanletsels kunnen meestal wel geobjectiveerd worden.
De tweede categorie bevat mechanismen die niet verbonden zijn aan specifieke en objectief vastgestelde orgaanschade, zoals abnormale immuun- of ontstekingsreacties. Die groepeert men onder functionele veranderingen. De klachten zijn veeleer vaag en de ontstaansmechanismen onduidelijk. Verder onderzoek moet meer klaarheid scheppen. Het KCE houdt de vinger aan de pols.
Langdurige covidklachten verbeteren na vaccinatie
Een groep personen die 8 maanden na een corona-infectie, waarvoor ze kort gehospitaliseerd werden, nog kampten met klachten, werd bevraagd in een kleinschalig Brits onderzoek. De studie toont aan dat de coronavaccinatie, met gelijk welk vaccin, hun toestand zowat 5 weken na de prik zeker niet verslechterde, maar mogelijk zelfs ietsje verbeterde. Het onderzoek is veel te beperkt om grote uitspraken te doen, maar kan personen met langdurige Covid-19 al enigszins geruststellen.
2. Post-intensieve-zorgsyndroom
De helft van de ernstig zieke covidpatiënten die langere tijd op een afdeling intensieve zorg verbleven, ontwikkelt langdurige fysieke, psychologische en cognitieve klachten.
Het hoeft niet te verbazen dat je niet meteen fris als een hoentje bent na een verblijf op intensieve zorg. Integendeel. Zeker personen die beademd werden, hebben nog een lange revalidatie voor de boeg. Niet alleen covidpatiënten, maar iedereen die met een levensbedreigende aandoening een tijdlang op intensieve ligt, krijgt te maken met het post-intensieve-zorgsyndroom (PICS). Maar tijdens de pandemie zijn er plots meer mensen met PICS.
PICS werd voor het eerst beschreven in 2012 en wordt gekenmerkt door lichamelijke klachten, vooral als gevolg van spierzwakte door het wegsmelten van de spiermassa, concentratieproblemen, geheugenstoornissen, angst, depressie en soms ook posttraumatisch stresssyndroom. Het kan 1 tot meerdere jaren duren voor men opnieuw de oude is. Omdat PICS nog vrij onbekend is, worden de symptomen soms toegeschreven aan langdurige covid, maar daar heeft dit syndroom niets mee te maken.
(Lees verder onder de foto)
3. We werkten ons krom in de zetel
Online lesgeven aan de strijkplank? Gebeurt vaker dan je zou denken, zeker als de eveneens thuiswerkende partner het bureau of de eettafel al heeft aangeslagen.
Sinds we massaal zijn gaan thuiswerken is het aantal rug- en nekklachten fors toegenomen. Voor maart 2020 was het eerder uitzondering dan regel, maar door de coronacrisis is het de norm geworden: thuiswerken. En dat gebeurt niet altijd in optimale omstandigheden. Nogal wat telewerkers klappen na het ontbijt de laptop open aan de keukentafel. Online lesgeven aan de strijkplank? Gebeurt vaker dan je zou denken, zeker als de eveneens thuiswerkende partner het bureau of de eettafel al heeft aangeslagen. En al kan het best knus zijn om een paar uurtjes met de laptop in de zetel te duiken, ergonomisch is het in geen geval.
(Lees verder onder de foto)
Geen wonder dat het aantal nek-, schouder- en rugklachten sterk is gestegen sinds onze thuisomgeving onze vaste werkplek is geworden. Een onderzoek van IDEWE, dienst voor preventie en bescherming op het werk, toont aan dat 58% van de telewerkers in het afgelopen jaar te maken kreeg met een pijnlijke rug. Dat is 10% meer dan de gemiddelde kantoorwerker. Ook nek- en schouderklachten komen opvallend vaker voor bij thuiswerkers: 53% rapporteert nekklachten (tegenover 36% gemiddeld) en 39% pijn in de schouders (tegenover 25% gemiddeld). Een bevraging van Attentia geeft dezelfde tendens aan: 60% van de respondenten ervaart meer fysieke problemen door het thuiswerken. De top 3: rugpijn (56%), hoofd- en nekpijn (30%) en last aan de ogen (10%). In de lente trok de beroepsvereniging van kinesisten Axxon al aan de alarmbel omdat hun praktijken bomvol zaten door een explosie van klachten. Heel wat kinesisten werken met wachtlijsten of moesten zelfs een patiëntenstop invoeren.
Hoe creëer je thuis een ergonomische(r) werkomgeving?
De belangrijkste oorzaak van die tsunami aan rug- en nekklachten: een verkeerde zithouding. De beste remedie: ergonomisch meubilair, bij voorkeur in de vorm van een in de hoogte verstelbare desk en een instelbare bureaustoel. Vooral de aanschaf van een goede bureaustoel is het overwegen waard nu we zo veel thuiswerken en het ernaar uitziet dat dat niet snel zal veranderen. Maar ergonomisch(er) thuiswerken kan ook al door de volgende richtlijnen in acht te nemen.
- Zit rechtop met je rug tegen de leuning van de stoel, je voeten naast elkaar op de grond. Kruis je benen niet, want zo belast je je rug. De afstand tussen je knieholte en de stoel is ongeveer een handbreedte.
- Je bekken moet op gelijke hoogte of iets hoger zijn dan je knieën. Is je tafel te hoog (en niet instelbaar), zet je bureaustoel dan wat hoger of leg een kussen op je (gewone) stoel. Is de tafel te laag (en niet instelbaar), verhoog ze dan door blokken onder de poten te plaatsen. Het werkblad van de tafel is op ellebooghoogte.
- De holte van je lage rug moet ondersteund worden door de rugleuning van je stoel. Daarom heeft een bureaustoel doorgaans een bolle vorm onderaan. Zit je op een gewone stoel, voorzie dan extra lendensteun met een kussen in je onderrug.
- Idealiter werk je aan een desktop met een voldoende groot beeldscherm (19 inch). Nogal wat beeldschermwerkers werken echter aan een laptop, waarbij ze hun hoofd constant vooroverbuigen en naar beneden kijken. Gevolg: nek- en rugklachten. Hoe voorkom je dat? Zorg ervoor dat de titelbalk van je scherm op ooghoogte is. Een stapel boeken onder je laptop kan een oplossing zijn, maar je maakt beter gebruik van een laptophouder, een extern toetsenbord en een aparte muis. Het is een budgetvriendelijke ergonomische basisuitrusting voor wie vaak thuis aan de laptop werkt. Het toetsenbord ligt op 10 à 15 centimeter van de tafelrand, de muis ligt ernaast en het scherm staat recht voor je op een armlengte afstand.
Een goede zithouding is cruciaal, maar het is minstens even belangrijk om regelmatig van houding te veranderen. En daar wringt nogal eens het schoentje bij thuiswerkers. Wie op kantoor werkt, strekt vanzelf meer de benen: je wandelt even naar de printer, naar een collega of naar een vergadering op een andere verdieping. Thuis ben je minder geneigd om pauzes in te lassen en ga je langer ononderbroken door. Het IDEWE-onderzoek toont aan dat 4 op de 5 thuiswerkers doorgaans een uur of langer aan hun beeldscherm gekluisterd zitten (tegenover 66% bij de gemiddelde beeldschermwerker). Bovendien valt de verplaatsing naar en van het werk weg. Waar je vroeger misschien dagelijks naar de bushalte wandelde of naar je werk fietste, kom je nu op sommige dagen amper de deur uit.
Enkele tips om meer te bewegen:
- Sta elke 30 minuten even op. Haal de post uit de brievenbus, neem een kop koffie, ga even de tuin in. Een wandeling of fietsritje tijdens je middagpauze is een aanrader.
- Varieer je werkhouding: wissel zittend en staand werken af. Je kunt aan de meeste keukenaanrechten prima staand werken bij wijze van intermezzo. Let er wel op dat het werkblad ongeveer op ellebooghoogte is.
- In plaats van een videocall met een collega, kun je ook telefoneren en intussen rondwandelen. Maak er sowieso een gewoonte van om rechtop te staan tijdens een telefoontje, zodat je toch even een andere houding aanneemt.
4. Hart onder druk
Sinds vorig jaar zitten we gemiddeld 2,4 uur per dag meer en is het percentage Belgen dat voldoende beweegt met 6% gezakt. Het mag duidelijk zijn: de coronapandemie doet hart en bloedvaten geen deugd.
(Lees verder onder de foto)
De cijfers van Sciensano liegen er niet om. Het verplichte telewerken, het online vergaderen, de sluiting van indoor sportfaciliteiten en de beperking van sociale contacten eisen hun tol. Sedentair leven is een bekende risicofactor voor hart- en vaatziekten. Volwassen Belgen zaten het afgelopen jaar gemiddeld 8,2 uur per dag, terwijl dat in 2018 nog 5,8 uur was. Ondanks de stijgende populariteit van wandelen verminderde het aantal Belgen dat wekelijks de aanbevolen 150 minuten matig intensief beweegt van 56% naar 50%. Daarmee staan we aan de Europese top op het vlak van sedentaire levensstijl. Minstens 1 op de 5 Belgen kwam het voorbije jaar minstens 2 kilogram bij, terwijl de helft van de bevolking al kampte met overgewicht. Overgewicht en obesitas verhogen het risico op hart- en vaatziekten en op diabetes type 2, dat op zich ook een ongunstige impact heeft op hart en bloedvaten. Meer stress is er door corona zeker, en ook dat jaagt het risico op hartinfarcten en beroertes de hoogte in.
Nu het einde van de crisis in zicht is, wordt het tijd om de negatieve gevolgen voor hart en bloedvaten in handen te nemen. Veruit de meeste risicofactoren voor hart- en vaatziekten hebben met gedrag te maken, met hardnekkige gewoontes die je niet zomaar kunt omkeren. Toch is het erg belangrijk om, naarmate we ouder worden, zoveel mogelijk over te schakelen naar een gezondere levensstijl. Hoe begin je daaraan? In de eerste plaats met kennis over de concrete risicofactoren, over hun impact en met een massa praktisch, wetenschappelijk onderbouwd advies om deze risico’s te beperken. Die informatie vind je in Uw hart, uw levenspartner – het cardiovasculair risico, een 80 pagina’s tellende brochure die gratis wordt aangeboden door het Fonds voor Hartchirurgie.
4. Hart onder druk
Sinds vorig jaar zitten we gemiddeld 2,4 uur per dag meer en is het percentage Belgen dat voldoende beweegt met 6% gezakt. Het mag duidelijk zijn: de coronapandemie doet hart en bloedvaten geen deugd.
(Lees verder onder de foto)
De cijfers van Sciensano liegen er niet om. Het verplichte telewerken, het online vergaderen, de sluiting van indoor sportfaciliteiten en de beperking van sociale contacten eisen hun tol. Sedentair leven is een bekende risicofactor voor hart- en vaatziekten. Volwassen Belgen zaten het afgelopen jaar gemiddeld 8,2 uur per dag, terwijl dat in 2018 nog 5,8 uur was. Ondanks de stijgende populariteit van wandelen verminderde het aantal Belgen dat wekelijks de aanbevolen 150 minuten matig intensief beweegt van 56% naar 50%. Daarmee staan we aan de Europese top op het vlak van sedentaire levensstijl. Minstens 1 op de 5 Belgen kwam het voorbije jaar minstens 2 kilogram bij, terwijl de helft van de bevolking al kampte met overgewicht. Overgewicht en obesitas verhogen het risico op hart- en vaatziekten en op diabetes type 2, dat op zich ook een ongunstige impact heeft op hart en bloedvaten. Meer stress is er door corona zeker, en ook dat jaagt het risico op hartinfarcten en beroertes de hoogte in.
Nu het einde van de crisis in zicht is, wordt het tijd om de negatieve gevolgen voor hart en bloedvaten in handen te nemen. Veruit de meeste risicofactoren voor hart- en vaatziekten hebben met gedrag te maken, met hardnekkige gewoontes die je niet zomaar kunt omkeren. Toch is het erg belangrijk om, naarmate we ouder worden, zoveel mogelijk over te schakelen naar een gezondere levensstijl. Hoe begin je daaraan? In de eerste plaats met kennis over de concrete risicofactoren, over hun impact en met een massa praktisch, wetenschappelijk onderbouwd advies om deze risico’s te beperken. Die informatie vind je in Uw hart, uw levenspartner – het cardiovasculair risico, een 80 pagina’s tellende brochure die gratis wordt aangeboden door het Fonds voor Hartchirurgie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier