Wat te doen als je huisarts niet naar je luistert?
Heb je na een raadpleging bij de huisarts ook weleens het gevoel dat je maar een kwart van je verhaal kon doen en de helft van het antwoord niet begreep? Twee Franse artsen willen daar iets aan doen.
“23 seconden, dat is de gemiddelde tijd die artsen hun patiënten bij het begin van de raadpleging geven, waarna ze hen onderbreken om zich te concentreren op wat zij op het eerste gezicht als belangrijk beschouwen”, stelt dokter Laurence Verneuil. “Een studie toonde aan dat patiënten die niet onderbroken worden slechts ongeveer 2 minuten nodig hebben om hun verhaal te vertellen. Als we weten dat een raadpleging in Europa gemiddeld 10,7 minuten duurt, dan is het eeuwige argument van artsen – geen tijd – weinig overtuigend.”
Echte ontmoeting
Professor Laurence Verneuil is dermatoloog-oncoloog en diensthoofd in het CHU Caen in Frankrijk. Samen met haar collega professor Anne Révah-Lévy, kinderpsychiater en diensthoofd in het ziekenhuis van Argenteuil, gaf ze onlangs het boek Docteur, écoutez! uit. Beiden zijn ook verbonden aan een onderzoekseenheid omtrent patiënten-ervaringen in het Saint-Louis- ziekenhuis in Parijs.
“De getuigenissen die verzameld worden, laten er helaas geen twijfel over bestaan: mensen krijgen te weinig gehoor bij hun arts”, benadrukt Anne Révah-Lévy. “De meeste patiënten vinden dat zelfs normaal. Want waar zou die arme arts nog tijd moeten vinden om naar iedereen te luisteren? Gaandeweg praten patiënten dus niet meer over wat ze doormaken, terwijl hun verhaal net de basis van de raadpleging zou moeten vormen.”
Luisteren is de essentie van een degelijke medische zorgverstrekking. De raadpleging moet een ontmoeting zijn van twee bronnen van kennis: die van de arts en die van de patiënt. De patiënt heeft een persoonlijke kennis van zijn ziekte, die de arts kan helpen bij het stellen van de juiste diagnose. Als artsen aandacht schenken aan wat hun patiënten doormaken, worden er minder foute diagnoses gesteld en wordt minder onnodige medicatie voorgeschreven. Er zijn minder bijkomende tests en minder opvolging nodig.”
Emotionele confrontatie
De raadpleging moet een ontmoeting zijn van twee bronnen van kennis: die van de arts en die van de patiënt.
Niet luisteren kan nare gevolgen hebben. Een patiënte van 85 jaar kreeg van haar arts cholesterolmedicatie waar ze spierpijn van kreeg, waardoor ze nog minder uit de zetel kwam. “Als een patiënt zijn verhaal niet kan doen, riskeer je dingen over het hoofd te zien”, vertelt Laurence Verneuil. “Let op, ik moet zelf schuld bekennen. Ik heb in het verleden ook al overhaaste conclusies getrokken. Maar door het schrijven van dit boek, heb ik mijn aanpak veranderd. Nu probeer ik elke raadpleging te zien als een unieke ontmoeting, waarbij beide partijen aan de diagnose meebouwen, in plaats van dat ik mijn patiënt een diagnose opleg, puur op basis van mijn eigen kennis.”
“Artsen leren een anamnese uitvoeren, vragen stellen”, verduidelijkt Laurence Verneuil. “In stilte luisteren leren we minder. Maar als een arts eerst naar het verhaal van zijn patiënt luistert, zijn alle vragen die hij daarna stelt sowieso minder irrelevant.”
Het is niet alleen je recht te vragen dat je arts naar je luistert, het is zelfs een plicht tegenover jezelf.
Met name in ziekenhuizen moet alles koste wat het kost rendabel zijn, wat de relatie tussen arts en patiënt ondermijnt. Maar bovenal stelt Anne Révah-Lévy vast dat “artsen de emotionele dimensie neigen uit de weg te gaan. Luisteren betekent dat je je ervoor openstelt dat de patiënt, ook al is het maar even, over zijn gevoelens praat. Met die gevoelens, vooral als het pijnlijke gevoelens zijn, hebben artsen het moeilijker: ze weten niet wat ze ermee aan moeten. Een studie bij vrouwen met kanker toonde aan dat hun niveau van angst en depressie veel lager lag na een raadpleging waarbij de arts naar hen had geluisterd en even de hand op hun schouder had gelegd.”
“Er zijn een paar trucjes die kunnen helpen om de arts te doen luisteren”, benadrukt Laurence Verneuil. “Maar weet vooral dat je geen ongelijk hebt. Het is niet alleen je recht te vragen dat je arts naar je luistert, het is zelfs een plicht tegenover jezelf. Want als je arts luistert, heeft dat in alle stadia een invloed op de kwaliteit van de zorg. Als de arts zijn aanpak moet veranderen, moet de patiënt dat ook doen. Als beiden – patiënt en arts – hun aandeel in de nodige verandering opnemen, dan wordt de raadpleging (weer) een ruimte voor uitwisseling, een heilzaam bondgenootschap, om tot de juiste zorg te komen.”
Wat je zelf kunt doen
– Laat je niet intimideren: je hebt gelijk om te vragen dat je gehoord wordt, het is de basis van je behandeling.
– Ga niet maniakaal op het internet zoeken in de hoop voldoende medische gegevens te verzamelen om als gelijke met je arts te praten. Het belangrijkste is dat je hem of haar vertelt wat je zelf over je ziekte weet en hoe je die ziekte ervaart, zodat je samen tot een oplossing kunt komen.
– Bereid je actief voor op de raadpleging door een lijstje op te stellen met punten die je wilt aanhalen.
– Formuleer je vraag om gehoord te worden expliciet: “Er zijn verschillende zaken waarover ik zou willen praten, zegt u mij waarmee ik het best begin…”
– Geef de voorkeur aan rustige vastberadenheid in plaats van agressieve eisen, want zo loop je het risico weerstand uit te lokken. “Als je arts je onderbreekt, neem dan meteen weer het woord”, adviseert Laurence Verneuil, “en maak duidelijk, zonder je op te winden, dat je echt wilt kunnen uitpraten, dat dat belangrijk voor je is en dat je, als je arts vindt dat er te weinig tijd is, wel een andere afspraak zal maken.”
– Aarzel tijdens de raadpleging niet om vragen te stellen als je je arts niet goed begrijpt.
– Als je arts bijkomend onderzoek voorschrijft, aarzel dan niet te vragen waarom en vergewis je ervan dat het echt nodig is.
– Stel je arts vragen over de eventuele bijwerkingen van de voorgeschreven medicatie. Als (sommige van) die bijwerkingen onaanvaardbaar lijken, vraag dan of er alternatieve middelen zijn.
– Aan het einde van de raadpleging vatten sommige artsen samen wat er is gezegd, om er zeker van te zijn dat de patiënt alles heeft begrepen. Als jouw arts dat niet spontaan doet, doe het dan zelf: “Dus, als ik het goed begrepen heb…”
Anne Révah-Lévy en Laurence Verneuil, Docteur, écoutez!, Albin Michel, 2016.
(Marie-Françoise Dispa)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier