Wat is de ideale temperatuur voor een marathon?

© Reuters

Marathons zijn massa-evenementen geworden waarbij het comfort van het publiek botst met dat van de lopers. Want een aangename temperatuur voor de toeschouwers is al snel veel te warm, zelfs gevaarlijk voor de lopers.

De ideale temperatuur om een marathon of een andere lange wedstrijd te lopen, schommelt rond 10 tot 12°C. Want bij die temperatuur raak je de overtollige warmte van je spieren gemakkelijk kwijt. Terwijl de temperatuur nog hoog genoeg is om je comfortabel te voelen.

Maar veel belangrijker voor de veiligheid is een bovengrens: wanneer wordt het te warm en dreigt de gezondheid van de deelnemers ernstig in gevaar te komen. Nochtans lijken weinig mensen zich daar zorgen over te maken.

Tot het zover is. Want toen de organisatoren van de Rotterdamse marathon in 2007 de wedstrijd halverwege annuleerden voor de trage recreanten vanwege de ongebruikelijk hoge temperatuur, kwamen ze zwaar onder vuur te liggen.

Rampenplan De Amerikaanse arts William Roberts geeft hen nochtans groot gelijk. Meer zelfs, als het van Roberts had afgehangen, waren ook edities van 2008 en 2001 van de 20 kilometer van Brussel waarschijnlijk nooit van start gegaan.

In 2008 was het die dag 23°C warm en in 2011 zelfs 25°C. Met een luchtvochtigheid van 83-93% in 2008 en 77-97% in 2001.

Onverantwoord hoog voor een massaloop, zo stelde Roberts vorig jaar nog in het gezondheidsmagazine Bodytalk.

Meestal kijken we alleen naar de temperatuur als we het over warm weer hebben. Die zegt inderdaad iets over het risico op oververhitting, maar niet voldoende. Want de luchtvochtigheid en de windsnelheid wegen minstens even zwaar door.

Het lichaam koelt immers vooral af door de verdamping van zweet en dat lukt erg slecht naarmate de luchtvochtigheid hoger en de windsnelheid lager zijn. Zoals in die bewuste jaren.

De cijfers geven Roberts overigens gelijk. In 2011 telde het Rode Kruis tijdens de 20 kilometer van Brussel 540 interventies. Dertien mensen belandden in het ziekenhuis en viel er 1 dode. In 2008 gingen er 578 deelnemers onderuit.

Deze massale opvang verliep nochtans zonder problemen omdat het Rode Kruis al sinds jaar en dag een regelrecht rampenplan hanteert voor de organisatie van de hulpverlening op die ene dag. Een realisatie die veel te weinig bekend is en waarvoor het Rode Kruis veel te weinig lof krijgt.

De bevolking is de klos

Roberts heeft bovendien recht van spreken. Hij heeft ervaring zat als hoofd van de medische dienst van de Twin Cities Marathon (van Minneapolis naar Saint Paul), een van de grote marathons in de Verenigde Staten en hij heeft deze problematiek ook grondig bestudeerd.

Roberts aanvaardt dat mensen een risico lopen op een hitteslag of een hartaanval. Dat is nu eenmaal een onvermijdbaar risico van sport en ondanks dat brengt sporten op langere termijn nog altijd meer op voor de gezondheid dan een passieve levensstijl.

Maar wanneer het individuele risico oploopt, vindt Roberts het verantwoord om een massa-evenement af te gelasten. Vooral omdat een groot aantal slachtoffers de algemene medische dienstverlening in een regio of stad in gevaar kan brengen en dat houdt een onverantwoord ernstig risico in voor de bevolking.

“Do not start”

Roberts werkte een daarom als chief of medical staff een ‘do not start’ voorstel uit voor de Twin Cities Marathon zodat hij een eventuele annulering met cijfers kon motiveren. Hij vindt overigens dat elke organisator van lange duurlopen een gelijkaardig plan moeten uitwerken op basis van gegevens die ze horen blij te houden.

De basis van zijn voorstel waren de historische gegevens van temperatuurmetingen met de natte bol en het aantal uitvallers per 1000 finishers tijdens de Twin Cities Marathon.

Metingen van de natteboltemperatuur houden rekening met de luchttemperatuur, de luchtvochtigheid, wind en bezonning. Ze vallen veel lager uit dan de gewone luchttemperatuur en zijn complex, gevoelig voor foute resultaten en achterhaald.

Maar ze geven wel een betere kijk op het risico op oververhitting voor de lopers en daar draait het uiteindelijk om. Roberts kon ook niet anders dan voortbouwen op de enige historische gegevens waarover hij beschikte.

Bij veel organisatoren lijkt de beslissing om hun marathon of lange duurloop al dan niet van start te laten gaan, echter nog altijd nattevingerwerk te blijven. Zij moeten dan ook niet komen zeuren wanneer ze achteraf op hun hoofd krijgen. Een degelijk plan is een minimumvereiste voor een optimalisatie van de voorziene opvang aan de omstandigheden.

Niet vuurbestendig

Aan de andere kant blijft elke deelnemer natuurlijk wel verantwoordelijk voor eigen lijf en leden en vooral bij de amateurs schort er wat aan dat besef. Een flink aantal van hen verschijnt ronduit slecht voorbereid aan de start. Bij de 20 kilometer van Brussel halen sommige lopers zelfs de eerst 5 kilometer niet.

Bij de amateurs die zich wel goed voorbereiden doen de problemen zich vaak voor bij een plotse ommekeer van het weer. Wanneer de temperaturen na een lange periode van koel, zacht en vochtig weer beginnen op te lopen. Ze krijgen dan niet de kans om te acclimatiseren, maar dat kan je hen niet verwijten.

Topsporters en de fysiek topgetrainde amateurs hebben slechts zelden problemen met zware omstandigheden. Kijk maar naar de Iron Man en de Honolulu Marathon, die altijd bij warm en vochtig weer worden betwist. Zij ondervinden minder hinder van de hitte dan de meeste minder getrainde vrijetijdslopers en kennen hun lichaam ook beter.

Jan Etienne, Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content