Waarom u beter véél minder naar de dokter zou gaan

© Getty Images
Ann Peuteman Redactrice bij Knack
Ewald Pironet Senior writer

De wachttijden in de gezondheidszorg lopen verder op. Dat komt doordat er te weinig verpleegkundigen zijn, maar ook door ons verwende gedrag. ‘We moeten dringend onze verwachtingen bijstellen.’

Een halfjaar wachten voor een afspraak bij een dermatoloog, huisartsen die geen nieuwe patiënten meer aannemen en operaties die een maand worden uitgesteld omdat het ziekenhuis een paar operatiezalen sluit. Uitzonderlijk is het allemaal niet meer. De gaten in de gezondheidszorg worden niet alleen groter, ze breiden zich ook over meer domeinen én over heel Vlaanderen uit. Dat blijkt duidelijk uit een nieuwe enquête van Zorgnet-Icuro, een netwerk van 755 Vlaamse algemene en universitaire ziekenhuizen, woonzorgcentra, revalidatiecentra, centra voor geestelijke gezondheidszorg en psychiatrische ziekenhuizen. ‘Velen denken dat we een heel sterk plan moeten bedenken om het personeelstekort op te lossen, maar zelfs daarmee zal het niet lukken’, zegt gedelegeerd bestuurder Margot Cloet. ‘Zeker omdat de zorgvraag vanaf 2030 zal exploderen als de grote groep babyboomers de zorgleeftijd bereikt. Vanaf dan zal het aanbod al helemaal niet meer kunnen volgen.’

Door meer op dagopnames in te zetten, wordt het personeelsprobleem alleen maar verschoven.

Willy Vertongen (Mederi)

Liefst 57 procent van de algemene ziekenhuizen die aan de enquête deelnamen, heeft nu al bedden moeten sluiten wegens personeelstekort en 46 procent heeft om dezelfde reden activiteiten afgebouwd. Bij revalidatieziekenhuizen loopt dat zelfs tot 60 procent op. Gebrek aan personeel speelt ook de Vlaamse woonzorgcentra parten: 6 procent heeft een opnamestop afgekondigd en 12 procent overweegt dat in de komende maanden te doen. ‘In de vorige regeerperiode was de schaarste in de zorg vooral een financieringsprobleem: door besparingen waren er tekorten ontstaan’, zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris van ziekenfonds Solidaris. ‘Vandaag is het in grote mate een arbeidsmarktprobleem geworden. Er is nu wel meer geld om zorgverleners in dienst te nemen, maar we vinden niet genoeg mensen om al die vacatures in te vullen.’

Oren uitspuiten

Een eerste gapend gat in de zorg wordt veroorzaakt door een tekort aan huisartsen. Steeds vaker moet je dagen wachten voor je bij je huisarts op consultatie kunt en veel praktijken hebben een patiëntenstop afgekondigd. Vlaanderen telt liefst 227 ‘huisartsarme gemeenten’ met minder dan 9 huisartsen per 10.000 inwoners. Het gevolg is dat mensen soms tientallen kilometers ver moeten rijden om een huisarts te zien, veel te lang wachten om op consultatie te gaan of zich bij de spoeddienst melden omdat ze geen andere mogelijkheid hebben. ‘Ziekenhuizen signaleren 20 tot 25 procent meer aanmeldingen op de spoeddienst’, zegt Cloet. ‘Vaak gaat het om patiënten met problemen die even goed door een huisarts kunnen worden behandeld.’

Dat de vraag naar huisartsgeneeskunde zoveel groter is dan het aanbod, komt doordat de artsen die tot de grote babyboomgeneratie behoren met pensioen beginnen te gaan, maar ook door de steeds grotere en complexere zorgvraag. Volgens verschillende onderzoeken is de nieuwe generatie artsen ook niet meer bereid om nog zo veel uren te werken als hun voorgangers. ‘De overheid is er veel te lang van blijven uitgaan dat er voor elke huisarts die met pensioen gaat één nieuwe nodig is’, zegt Callewaert. ‘Maar doordat de artsen die tegenwoordig afstuderen een beter evenwicht willen tussen hun werk en privéleven, moet het aantal huisartsen dat van de universiteit komt groter zijn dan het aantal dat stopt. Het is dus niet langer verdedigbaar om jonge mensen die bereid zijn om in dat beroep te stappen de toegang te ontzeggen. De huidige numerus clausus voor huisartsen moet dringend op de schop.’

Bij huisartsenvereniging Domus Medica denken ze daar anders over. ‘Als we de sluizen nu openzetten zonder iets te veranderen aan het model waarbinnen we werken, zitten we over vijftig jaar nog met hetzelfde probleem’, zegt voorzitter Jeroen van den Brandt. ‘Het is ook een trage oplossing, want het duurt jaren om bijkomende huisartsen op te leiden.’

Volgens Van den Brandt is het tekort aan huisartsen relatief: ze zijn er wel, maar ze werken vaak op de verkeerde plek. ‘Veel jonge collega’s vestigen zich in centrumsteden, want daar zijn de wachtdiensten goed georganiseerd en is er vaak praktijkondersteuning’, zegt hij. ‘Daardoor komen ze in veel gevallen niet terecht in de gemeenten waar de nood het hoogst is. Voor ons is het dus een belangrijke opdracht om huisartsen die afstuderen naar de juiste plaats te lokken. Dat kan onder meer door met de gemeentebesturen samen te werken.’

Daarnaast zouden Vlaamse huisartsen hun tijd ook efficiënter kunnen besteden. Hun Nederlandse collega’s verzorgen immers anderhalf tot twee keer zoveel patiënten. ‘Er kan veel tijd worden gewonnen door met praktijkverpleegkundigen of praktijkassistenten te werken’, zegt Van den Brandt. ‘Al is het zeker niet de bedoeling dat huisartsen nooit meer zelf bloed afnemen of oren uitspuiten, zoals in Nederland het geval is.’ Vandaag spenderen huisartsen ook veel tijd aan kwalen waarvoor je eigenlijk geen dokter hoeft te zien, zoals een heel lichte luchtweginfectie. ‘Daar moeten we met onze patiënten over praten zodat ze zich er meer bewust van worden dat ze niet voor elk hoestje naar de dokter hoeven te gaan’, zegt Van den Brandt. ‘Wel moet iedereen die zich zorgen maakt, zoals een jonge moeder die het gevoel heeft dat er iets niet pluis is met haar baby, altijd bij ons terechtkunnen.’

Elke dag zien huisartsen gemiddeld ook drie patiënten die alleen maar langskomen omdat ze een medisch attest nodig hebben voor hun werkgever, school of sportclub. Alle Vlaamse kinderen die bij een basketbalclub zijn aangesloten, bijvoorbeeld, moeten jaarlijks naar de huisarts. ‘Parapluattesten noemen wij dat’, zegt Van den Brandt. ‘Organisaties eisen die alleen om zich in te dekken tegen eventuele claims wanneer er iets misloopt, maar het kost ons wel veel tijd en de samenleving veel geld.’

Botox en fillers

Ook aan sommige specialisten is er een tekort. Dat bleek in 2017 al uit een steekproef van Knack, waarbij we een afspraak probeerden te maken bij 75 artsen. De gemiddelde wachttijd bij een dermatoloog bedroeg 9 weken, bij een oogarts en gynaecoloog telkens 13 weken. Wel bleken er toen grote regionale verschillen te zijn, terwijl het probleem zich ondertussen over heel Vlaanderen lijkt te hebben verspreid. Uit de enquête van Zorgnet-Icuro blijkt ook dat er in ziekenhuizen vooral vacatures zijn voor die minder lucratieve specialismen, zoals dermatologie, pediatrie, geriatrie en psychiatrie.

De numerus clausus voor huisartsen moet dringend op de schop.

Paul Callewaert (Solidaris)

Een van de oorzaken van dat tekort is dat veel artsen in opleiding niet snel geneigd zijn om te kiezen voor een specialisme dat minder goed wordt bezoldigd dan andere. Dat veel van die minder dikbetaalde specialisten hun inkomsten op allerlei manieren proberen aan te vullen, werkt de schaarste nog meer in de hand. Ze doen dat niet alleen door zich te deconventioneren, zodat ze hun patiënten boven op de officiële tarieven supplementen kunnen aanrekenen, maar ook door winstgevende behandelingen aan te bieden die niet worden terugbetaald. Soms doen ze dat in hun eigen praktijk, maar steeds vaker ook in privéklinieken. Zo zijn er steeds meer dermatologen die zich bezighouden met botoxbehandelingen en fillers. Het gevolg is wel dat patiënten die zich zorgen maken over een verdacht vlekje langer moeten wachten om een specialist te kunnen zien. Hetzelfde geldt voor tandartsen, die meer en meer implantaten en facings aanbrengen. ‘Daarom zouden we erkende artsen beter verplichten een minimumpercentage van hun werktijd te besteden aan onderzoeken en behandelingen die binnen de ziekteverzekering vallen’, zegt Callewaert. ‘Anders zullen we het op termijn helemaal niet redden.’

Zo goed als alle experts zijn het erover eens dat de loonkloof onder artsen moet worden verkleind en dat er moet worden gesleuteld aan het aantal artsen dat voor elk specialisme wordt toegelaten. ‘Het zijn de Vlaamse ministers van Onderwijs en Welzijn die daarover kunnen beslissen op basis van een advies van de planningscommissie’, zegt Cloet. ‘Dat er nog altijd specialismen zijn die druk uitoefenen om de schaarste in hun beroepsgroep in stand te houden, is gewoon de omgekeerde wereld.’

Vicieuze cirkel

Toch is het niet zozeer door een gebrek aan dokters dat zo veel ziekenhuizen hun activiteiten moeten terugschroeven. Dat komt vooral doordat er niet genoeg zorgpersoneel is. In december 2022 waren er volgens de VDAB 2307 openstaande vacatures voor verpleegkundigen. Dat is dubbel zoveel als vijf jaar geleden. ‘De instroom van artsen en tandartsen vergroten, is geen probleem. Er zijn meer dan genoeg jonge mensen die geneeskunde willen studeren’, zegt Cloet. ‘Maar dat geldt niet voor zorgpersoneel. En als er niet genoeg verpleegkundigen zijn om te assisteren en de patiënten te verzorgen, dan kunnen artsen simpelweg niet opereren.’

Dat tekort aan zorgpersoneel hangt samen met de stijgende zorgvraag, maar daarnaast zijn er ook te weinig jonge mensen die verpleegkundige, zorgkundige of verzorgende willen worden. Daarbij komt nog dat steeds meer mensen die in de zorg werken er op den duur de brui aan geven. Het is veelzeggend dat een vierde van de Vlaamse verpleegkundigen niet in de zorgsector aan het werk is. Uit verschillende onderzoeken blijken het eerder de hoge werkdruk en de onregelmatige uren dan het loon te zijn die potentiële werkkrachten afschrikken. ‘Door de pandemie is verpleegkunde een nog minder aantrekkelijk beroep geworden dan het al was’, weet Callewaert. ‘De werkdruk liep toen zo hoog op dat mensen eronder bezweken, uitvielen of zelfs helemaal afhaakten. Degenen die wel aan de slag zijn gebleven, hebben het daardoor nog zwaarder en dreigen er op hun beurt onderdoor te gaan. Zo zijn we in een vicieuze cirkel vastgelopen.’

© belga image

Volgens de enquête van Zorgnet-Icuro dragen vooral de diensten geriatrie (min 20 procent), intensieve zorg (min 15 procent), algemene inwendige ziekten (min 12 procent) en revalidatie (min 10 procent) daar de gevolgen van. Ook 10 procent van de medisch-technische diensten, zoals radiologie, CT en MRI, werd afgebouwd wegens personeelstekort. Dat niet alle afdelingen evenveel onder het personeelstekort te lijden hebben, komt onder meer doordat ziekenhuizen vaak activiteiten afbouwen op de minst lucratieve diensten. Daarnaast is niet elke afdeling even aantrekkelijk voor verpleegkundigen. Vooral jong zorgpersoneel kiest vaak voor een spannende en uitdagende werkplek, zoals de spoeddienst of het operatiekwartier en minder voor een dienst zoals geriatrie. Niettemin is ook 10 procent van de operatiezalen gesloten, waardoor vele tientallen operaties per dag worden uitgesteld.

Ook in woonzorgcentra raken vacatures voor verpleegkundigen en zorgkundigen niet meer ingevuld. 9 procent haalt zelfs de door de overheid vastgelegde ondergrens op het vlak van personeelsbezetting niet meer. ‘Dat is een gigantisch probleem’, zegt Cloet. ‘Er zijn woonzorgcentra waar ’s nachts één zorgkundige instaat voor een groep van dertig bewoners. Dat is niet alleen hard werk, maar ook een enorme verantwoordelijkheid. Op die manier komt de basiszorg echt in het gedrang.’

Om de gaten toch nog een beetje op te vullen, werkt de helft van de bevraagde algemene ziekenhuizen met uitzendkrachten en 43 procent met zogenaamd projectverpleegkundigen, die een vast contract hebben bij een detacheringsbureau. ‘Al die zelfstandigen kunnen zelf kiezen wanneer en hoeveel ze willen werken, met als gevolg dat de vaste werkkrachten de minder populaire shifts moeten invullen’, legt Cloet uit. ‘Daardoor wordt het moeilijker om de klok rond permanentie te organiseren, ontstaan er spanningen op de werkvloer en besluiten nog meer mensen om zelfstandige te worden.’ De inzet van al die zelfstandigen heeft ook impact op de betaalbaarheid van de zorg. Voor een projectverpleegkundige betaalt een werkgever ongeveer dubbel zoveel als voor iemand die in vast dienstverband werkt. Dat komt voor een deel door de hoge vergoedingen die zulke projectbureaus aanrekenen. ‘Er zijn woonzorgcentra die maandelijks 40.000 euro aan projectverpleegkundigen uitgeven omdat ze gewoon geen ander personeel meer kunnen vinden’, vertelt Cloet. ‘Zowel maatschappelijk als ethisch is het onverantwoord om structureel voor die aanpak te kiezen.’

Dezelfde vijver

Een andere manier waarop men het personeelstekort in de ziekenhuizen probeert op te vangen, is door patiënten sneller naar huis sturen. Daarom heeft minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) het aantal ingrepen dat in een dagziekenhuis mag plaatsvinden onlangs uitgebreid. Uit de enquête van Zorgnet-Icuro blijkt ook duidelijk dat activiteiten in dagziekenhuizen niet worden afgebouwd. Integendeel zelfs. ‘Voor behandelingen in een dagziekenhuis is minder personeel nodig. Dat komt onder meer doordat er geen nachtbezetting is’, zegt Cloet. Het gevolg is wel dat de vraag naar thuisverpleging enorm toeneemt. ‘Terwijl er ook een tekort aan thuisverpleegkundigen is’, zegt Willy Vertongen, ceo van thuisverpleegkundedienst Mederi en bestuurder bij Vlozo, de koepelorganisatie van onafhankelijk woonzorgcentra. ‘Door meer op dagopnames in te zetten, wordt het personeelsprobleem dus alleen maar verschoven.’ Dat gebeurt tegenwoordig overal in de zorgsector. Voeren woonzorgcentra bijvoorbeeld een opnamestop in omdat er niet genoeg zorgpersoneel is, dan moeten ouderen langer op de dienst geriatrie van een ziekenhuis blijven en zijn daar weer meer verpleegkundigen nodig. En omgekeerd.

We moeten de onbeperkte keuzevrijheid van de patiënt ter discussie stellen.

Margot Cloet (Zorgnet Icuro)

Ondertussen proberen zorgvoorzieningen en -organisaties ook de hele tijd verpleegkundigen van elkaar af te snoepen. ‘Diensten voor thuisverpleging, ziekenhuizen, woonzorgcentra en huisartsenpraktijken vissen allemaal in dezelfde vijver van verpleegkundigen’, zegt Vertongen. ‘Iedereen probeert het beste aas aan zijn haak te hangen om zo veel mogelijk vissen binnen te halen. Maar daarmee lossen we de algemene schaarste niet op.’ Vooral in de thuisverpleging wordt alles uit de kast gehaald om genoeg zorgverleners aan te trekken. ‘Praktijken die te weinig personeel hebben, lokken elkaars verpleegkundigen weg door hen de hemel op aarde te beloven’, zegt Jürgen De Smet van ZorgConnect. ‘Maar er zijn ook een paar grote spelers die zo veel mogelijk privépraktijken met zelfstandige verpleegkundigen proberen over te nemen. Een duurzame oplossing is dat natuurlijk niet. Wat als ze straks weer te weinig personeel hebben? Gaan ze dan nog meer praktijken overnemen?’

Meer betalen

Volgens sommige gezondheidszorgexperts zouden veel tekorten vanzelf wegsmelten als iedereen zou doen waar hij voor is opgeleid. Gynaecologen investeren bijvoorbeeld heel veel tijd in het nemen van uitstrijkjes terwijl ook huisartsen dat kunnen doen. Net zoals opticiens oogartsen veel werk uit handen kunnen nemen, huisartsen vaccinaties naar de apothekers kunnen doorschuiven, tandartsen de mogelijkheid hebben om mondhygiënisten in te schakelen en thuisverpleegkundigen veel taken aan thuiszorgdiensten kunnen overlaten. ‘Alleen willen ze dat meestal niet’, stelt Callewaert. ‘Zorgverleners klagen wel de hele tijd over de werkdruk, maar ze steigeren zodra je nog maar suggereert dat ze sommige taken uit handen zouden kunnen geven. Sommigen vragen er zelfs nog werk bij.’

De vraag is ook of er nog wel veel winst te boeken valt met zo’n herverdeling van taken nu er in haast alle domeinen van de zorg tekorten zijn. ‘Het heeft in elk geval geen zin om de hete aardappel naar elkaar te blijven doorspelen’, zegt Cloet. ‘Maar dat wil niet zeggen dat de wet op de uitoefening van de gezondheidsberoepen (die de voorwaarden voor elk gezondheidsberoep bepaalt, nvdr) niet moet worden hertekend. Frank Vandenbroucke doet daar op dit moment een nieuwe poging toe, maar weer halen verschillende beroepsgroepen alles uit de kast om het tegen te houden.’

Ondertussen worden de gaten in de zorg almaar groter en dat blijft natuurlijk niet zonder gevolg. Patiënten moeten geduld oefenen, zich verder verplaatsen en vaak ook nog eens meer geld neertellen. ‘Door de schaarste is er onmiskenbaar een opwaartse druk op de prijzen ontstaan’, legt Cloet uit. ‘Niet alleen doordat sommige artsen steeds hogere supplementen aanrekenen, maar vooral ook doordat patiënten die zich dat kunnen veroorloven bereid zijn om meer te betalen als ze dan sneller een arts kunnen zien. Daardoor vallen mensen die het minder breed hebben steeds vaker uit de boot. Zij kunnen het zich niet veroorloven om hoge supplementen te betalen bij een specialist of naar een andere stad te rijden voor een consultatie bij een huisarts. Daardoor hebben we in de praktijk een gezondheidszorg op twee snelheden.’

Een echte oplossing lijkt er niet te zijn. De inzet van technologie kan her en der nog wel wat tijd besparen. Dat gaat van apps waarmee je verdachte huidvlekjes kunt opsporen tot videoconsultaties en spraaksoftware waarmee medische dossiers sneller kunnen worden aangevuld. Daarnaast kan het ook helpen om de administratieve taken van zowel artsen als verpleegkundigen te reduceren en de zorg nog efficiënter te organiseren. ‘Maar er is vooral een mentaliteitswijziging nodig’, vindt Callewaert. ‘Mensen zien onze zorg nog te veel als een verdienmodel. Om de schaarste aan te pakken, moet het hele systeem veranderen.’

Vallen de gaten in de zorg nog wel te dichten? Margot Cloet denkt alvast van niet. ‘Op geen enkele manier zullen we het aanbod de komende jaren in die mate kunnen uitbreiden dat het aan de vraag voldoet’, zegt ze. ‘Als we onze degelijke ziekteverzekering willen behouden, zullen we er zuiniger mee moeten omgaan. Ik vrees dat we onder meer de onbeperkte vrije keuze van de patiënt ter discussie zullen moeten stellen, want in het huidige prestatiegerichte systeem maakt die medisch shoppen mogelijk. Je arts schrijft je geen scan voor? Dan ga je gewoon bij een van zijn collega’s langs. Daarbij komt nog dat we bij het kleinste hoestje verwachten om nog dezelfde dag onze eigen huisarts te kunnen zien en voor elke kwaal een geneesmiddel willen. Dat is simpelweg niet meer houdbaar. We zullen onze verwachtingen moeten bijstellen. Of we dat nu leuk vinden of niet.’

IN CIJFERS

57% van de algemene ziekenhuizen moet bedden schrappen wegens personeelstekort.

227 Vlaamse gemeenten hebben minder dan 9 huisartsen per 10.000 inwoners.

2307 openstaande vacatures voor verpleegkundigen telde de VDAB in december 2022.

9% van de woonzorgcentra haalt de minimaal vereiste personeelsbezetting niet.

Afbouw van medische activiteit wegens personeelstekort:

-20% geriatrie

-15% intensieve zorg

-12% algemene inwendige ziekten

-10% revalidatie

-10% medisch-technische diensten (radiologie, CT, MRI)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content