Waarom sterven mensen met een lager inkomen jonger? ‘Het ligt niet alleen aan de sigaret’
Nee, gezond zijn roken en drinken allerminst. Maar levensstijl is niet de belangrijkste reden waarom mensen met een laag inkomen vroeger sterven, leidt topeconoom Johannes Spinnewijn af uit Nederlandse data.
De wetenschap lijkt het erover eens dat lichaamsbeweging en voeding de sleutel zijn tot een lang leven. ‘Biologisch klopt dat’, zegt Johannes Spinnewijn, Belg en hoogleraar aan de London School of Economics. ‘Maar we kunnen de gezondheidskloof niet dichten door ons enkel te richten op ongezonde gewoontes. Het is bovendien te gemakkelijk om bepaalde groepen met een schuldgevoel op te zadelen vanwege hun gedrag.’
‘Waar je woont, bepaalt bijvoorbeeld voor een derde hoe je gezondheid evolueert en dus ook wanneer je sterft. Het probleem heeft een grotere sociale component, die vandaag onzichtbaar is omdat we niet alles even goed monitoren. Zo wordt iemands rookgedrag nauwgezet opgevolgd, maar zijn blootstelling aan luchtvervuiling niet. Zulke zaken spelen niet toevallig vooral bij mensen met een laag inkomen.’
Spinnewijn en collega’s komen tot dat inzicht in een nieuw onderzoek naar het verschil in levensverwachting tussen arm en rijk. Bijzonder is dat ze daarvoor kunnen putten uit een schat aan individuele data voor bijna 18 miljoen Nederlanders.
‘Waar je woont en je sociaal-economische status bepalen in grote mate je gezondheid.’
Sneller oud
‘We wisten dat mensen in de hoogste inkomensklasse gemiddeld 10 jaar langer leven dan mensen met de laagste inkomens. Die hardnekkige kloof bestaat al tientallen jaren. Aan de gezondheidszorg zelf ligt het alvast niet, die is nagenoeg universeel in Nederland en in principe ook in ons land’, zegt Spinnewijn.
Wanneer ze door de lens van chronische ziekten naar de sterftekans kijken, zien de onderzoekers dat mensen met een laag inkomen sneller verouderen. Het zijn de hart- en vaatziekten, ademhalingsziekten en diabetes die het meest bijdragen tot dat verschil in veroudering.
De data tonen dus dat chronische ziektelast een belangrijke motor is voor de ongelijkheid. Rest de vraag wat die hogere ziektelast juist veroorzaakt. ‘Het klassieke antwoord luidt dan: levensstijl. Of iemand rookt, drinkt, hoeveel die weegt en beweegt. Dat is ook waar de medische wereld op focust en het is de hoeksteen van ons preventiebeleid’, legt hij uit.
Chronische stress
‘Niemand ontkent dat sigaretten en alcohol heel schadelijk zijn, maar het belang ervan voor gezondheidsongelijkheid wordt duidelijk overschat. Als we alle meetbare factoren samen nemen, zien we dat woonplaats en sociaal-economische status een grotere rol spelen’, aldus Spinnewijn.
Dat is niet zo verwonderlijk. ‘Het gedrag dat we wél standaard meten – of iemand rookt of drinkt bijvoorbeeld – hangt samen met factoren die we veel minder meten, maar die ook een directe impact hebben op onze gezondheid. Chronische stress bijvoorbeeld, of een ongezonde leefomgeving. En de ongezonde keuzes die mensen maken kunnen het directe gevolg zijn van hun slechte gezondheid.’
Uit de studie blijkt nog dat de ongelijkheid in gezondheid al vroeg in het leven ontstaat. De verschillen in ziektelast die pas op 70-jarige leeftijd worden vastgesteld, hebben zich al voor de helft op de leeftijd van 40 jaar gemanifesteerd. Spinnenwijn: ‘Het beleid moet inzetten op preventie die verder gaat dan ongezonde gewoonten en dat al op jonge leeftijd.’
Vechten tegen de biologische veroudering: ‘Lang leven is als topsport’