Sam Proesmans
‘Waarom jouw gedrag iedereen gezonder maakt’
Met wetenschap als rode draad onderzoekt Sam Proesmans in het binnenkort te verschijnen ‘Wat maakt het uit’ hoe individuele en collectieve gezondheid met elkaar verbonden zijn en voert hij een vurig pleidooi voor preventie en public health.
Mijn hele leven lang worstel ik met de existentiële vraag: ‘Wat maakt het uit?’ Maakt het uit dat ik niet meer met het vliegtuig reis, geen vlees meer eet en braaf afval sorteer, terwijl de rest van de wereld blijft vliegen, biefstuk verorberen en afval creëren? Gaat de planeet er dan echt minder snel aan? Maakt het uit dat ik nu en dan eens een sigaret rook en graag een glas wijn drink? Ga ik er dan echt minder snel aan? Wat is de impact van mijn gedrag op de wereld en op mijn eigen gezondheid? Maakt wat ik doe echt een verschil of is het slechts een druppel op een hete plaat?
Ik stel me die vraag omdat ik wil streven naar een betere wereld: een wereld met minder klimaatverandering, minder milieuverontreiniging, minder armoede, minder ziekte, meer gezondheid en meer onderwijskansen…
Ik stelde me diezelfde vraag later ook als arts. Wanneer ik een patiënt behandelde en hem enkele weken later voor hetzelfde probleem opnieuw zag, omdat hij halstarrig bleef roken, dan stelde ik me vragen bij de relevantie van mijn eigen handelen. Die ogenschijnlijke futiliteit dreef me op de duur weg van geneeskunde. Ik hing mijn stetoscoop voor enkele jaren aan de haak en begon meer top-down te werken, eerst als consultant, later tijdens COVID-pandemie als adviseur van de eerste minister.
Gedurende die jaren besefte ik meer en meer dat kennis van de praktijk cruciaal is om überhaupt degelijk top-down te kunnen werken: de intense wisselwerking tussen het micro- en macroniveau werkt synergistisch en komt beide niveaus ten goede.
(Lees verder onder de cover.)
Ik overtuigde mezelf over de jaren dat mijn eigen gedrag en werk meer zijn dan een druppel op een hete plaat. Hoe klein en futiel je eigen gedrag ook mag lijken, van een stem uitbrengen of de stoep voor je deur sneeuwvrij maken. Het zijn net die zaken die ervoor zorgen dat we in een democratie leven en je je heup niet breekt als je op een koude winterdag naar de bakker loopt. Dat gedrag zorgt ervoor dat we als mens kunnen leven in een sámenleving. Een samenleving die wetenschap (hant)eert als leidraad om tot antwoorden en oplossingen te komen voor de vragen en uitdagingen waar we als individu, als collectief en als mensheid voor staan. Geholpen door wetenschap, begrijpen we elke dag beter welke kleine individuele acties uitmaken. Welke acties de grootste bijdrage leveren aan het collectieve geheel en ertoe leiden dat we samen langer, gezonder en gelukkiger leven.
Die individuele acties kunnen en zijn vaak een sterke katalysator: één iemand zet anderen aan, je krijgt een hefboom, mogelijks zelfs een sneeuwbaleffect, dat ertoe leidt dat het uiteindelijke resultaat veel groter is dan wat een individu ooit zou kunnen doen. Maar iemand moet de eerste stap zetten. Daar kun je het verschil maken. Zoals Rosa Parks en Martin Luther King, die fundamenteel de Amerikaanse samenleving veranderden in de jaren 1960, of de cardiologen Bernard Lown en Jevgeni Tsjazov, die mee de uitkomst van de Koude Oorlog bepaalden. Hun organisatie International Physicians for the Prevention of Nuclear War – bekroond met de Nobelprijs voor de Vrede in 1985 – had meer impact op het vermijden van nucleaire annihilatie dan alle topdiplomaten in de wereld samen.
Onze samenleving heeft het voor elkaar gekregen dat als ik morgen ernstig gewond raak in een verkeersongeval, ik niet alleen acuut mijn leven aan de samenleving kan danken door een interventie van de eerstehulpdiensten en vervolgens ziekenhuisopname, maar ook dat ik in de weken en maanden daarna kan revalideren en reïntegreren in mijn thuis- en werksituatie – vrij van financiële kopzorgen. Door die solidariteit is een individu in de samenleving veel effectiever in overleven dan het individu op zichzelf.
Dat is ironisch, want de westerse samenleving is de voorbije decennia toenemend individualistischer geworden, terwijl we allemaal beseffen dat we ons zonder het collectieve, dag in dag uit zorgen zouden moeten maken over onze gezondheid en de financiële gevolgen van ziek te zijn. Daarom is een sterk public health-systeem met focus op preventie, geankerd in een samenleving waar de tekortkomingen van public health en de slachtoffers van brute pech opgevangen worden door een performant gezondheidszorgsysteem, een basisvoorwaarde voor een succesvolle samenleving.
De alsmaar toenemende (financiële) druk op dat gezondheidszorgsysteem door geavanceerdere technologieën en behandelingen in combinatie met schaarste van zorgverleners en het grijzer worden van onze bevolking, leidt ertoe dat onze toegankelijke en topkwalitatieve zorg onder druk komt te staan.
Het is dan ook allesbehalve vanzelfsprekend die zorg in de toekomst even toegankelijk en kwalitatief te houden. Net daarom is een evident deel van de oplossing een sterkere nadruk op preventie, zowel individueel als collectief, zodat de volksgezondheid erop vooruitgaat en de gezondheidszorg zich opnieuw kan focussen op de essentie.
Sam Proesmans (1988) is arts gespecialiseerd in interne, tropische en urgentiegeneeskunde en public health. Hij adviseerde de eerste minister tijdens de COVID-pandemie en werkt momenteel als spoedarts in het grootste ziekenhuis van België.
Sam Proesmans, Wat maakt het uit?, Pelckmans, 240 p., 24,95 euro. Verkrijgbaar vanaf 16 juni.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier