Waarom is er steeds meer hooikoorts?

© getty
An Swerts Journaliste BodyTalk magazine

Hooikoortslijders krijgen alsmaar meer lotgenoten. Er zijn niet alleen langer en meer pollen, ze worden ook sterker allergieverwekkend. Hoe komt dat? En hoe kun je pollenallergie verlichten of onderdrukken?

Een loopneus of verstopte neus. Niezen. Rode, jeukende, tranende ogen. Een piepende ademhaling. Kortademigheid. Hoesten. Dat zijn allemaal typische hooikoortsklachten. Ook al kampt niet iedere hooikoortslijder met ál die klachten, en al zeker niet in dezelfde mate of periode van het jaar.

Maar hooikoorts is een wat misleidende naam. Koorts is het niet, en het is niet hooi dat hooikoortslijders parten speelt, maar wel stuifmeel of pollen. ‘Menige hooikoortslijder is allergisch voor verschillende pollensoorten’, vertelt professor Didier Ebo, allergoloog in het UZA en het AZ Jan Palfijn Gent. ‘Graspollen veroorzaken bij zowat 60 tot 70% van de hooikoortslijders klachten. Boompollen, en vooral berkenpollen, doen dat bij zowat 40 tot 50%, onkruidpollen bij ongeveer 15 tot 20%. Ten slotte spelen ook kamerplantpollen sommigen parten.’

Hardnekkige misvatting: 'Ga meteen na een plensbui een luchtje scheppen, dan heb je minimaal last.' Didier Ebo: 'Het tegendeel is vaak waar, vooral bij winderig weer. De wind maakt extra veel pollen los. En door de vochtigheid vallen ze uiteen in kleinere deeltjes, die dieper in de luchtwegen dringen en de allergische reactie nog intenser maken. Het moet al lang en intens regenen vooraleer de pollenconcentraties drastisch dalen.'
Hardnekkige misvatting: ‘Ga meteen na een plensbui een luchtje scheppen, dan heb je minimaal last.’ Didier Ebo: ‘Het tegendeel is vaak waar, vooral bij winderig weer. De wind maakt extra veel pollen los. En door de vochtigheid vallen ze uiteen in kleinere deeltjes, die dieper in de luchtwegen dringen en de allergische reactie nog intenser maken. Het moet al lang en intens regenen vooraleer de pollenconcentraties drastisch dalen.’© istock

Klimaatverandering

Inmiddels heeft 1 op de 5 Belgen een allergie voor een of verschillende pollensoorten. Vooral boompollenallergie is sinds de jaren 90 van vorige eeuw aan een fikse opmars bezig. ‘Door de opwarming van de aarde verspreiden grassen niet alleen langer stuifmeel, maar staan bomen ook eerder in bloei’, verduidelijkt Ebo. ‘En het broeikasgas CO2 doet niet alleen de planten harder groeien, waardoor ze meer pollen produceren. Het wijzigt ook de samenstelling van de pollen, waardoor ze meer bevatten van net de eiwitten die de allergische reactie veroorzaken.’

‘Dat pollen sterker allergieverwekkend worden, heeft ook te maken met de luchtverontreiniging door dieseldamp’, gaat Ebo voort. ‘Van diesel weten we dat het allergische reacties vergemakkelijkt. Maar dieseldamp veroorzaakt, specifiek bij pollen, ook gaten in hun buitenwand. De kleine pollendeeltjes die vrijkomen, geraken nog dieper in de luchtwegen en maken de allergische reactie nog intenser.’

Daarnaast is er ook de hygiënehypothese die de opmars van pollenallergie – en allergieën in het algemeen – mee verklaart. ‘We leven steeds hygiënischer, waardoor het immuunsysteem van onze kinderen alsmaar minder de kans krijgt om zich te trainen tot een systeem dat niet snel te ontregelen is. Daarom ook treden allergieën op alsmaar jongere leeftijd op. Klassiek duikt pollenallergie in de leeftijd van 7 tot 15 jaar op, maar we zien hoe langer hoe meer jongere patiëntjes.’

Door de opmars van pollenallergie zitten ook andere allergieën in de lift. Ongeveer 1 op de 3 mensen met pollenallergie reageert, als gevolg ervan, ook allergisch op sommige rauwe groenten, vers fruit en/of noten. ‘Die voedingsmiddelen bevatten eiwitten die structureel verwant zijn aan de polleneiwitten die de allergische reactie uitlokken’, legt Ebo uit. ‘We spreken van kruisallergieën. Zo is een allergie voor pit- en steenvruchten vaak toe te schrijven aan een allergie voor berkenpollen.’

Klassieke medicatie

Terwijl je voedingsmiddelen waarvoor je allergisch bent nog relatief eenvoudig kunt vermijden, ligt dat voor pollen, die microscopisch klein zijn, heel wat moeilijker (tips: zie kader). Wel kun je de symptomen proberen te verlichten met geneesmiddelen die inspelen op de overdreven reactie van het afweersysteem.

Een pollenallergie ontstaat door een samenspel van genetische en omgevingsfactoren. Op een gegeven moment sensibiliseer je je voor bepaalde polleneiwitten met de aanmaak van specifieke IgE-antistoffen (die bij de diagnosestelling met een bloed- of huidpriktest kunnen worden aangetoond). Kom je na de sensibilisatie opnieuw met dezelfde soort pollen in contact, dan binden die met de antistoffen die zich hebben vastgezet op de mastcellen. Daarop zetten de mastcellen stoffen, zoals histamine, vrij die tot de typische hooikoortssymptomen leiden. Vandaar dat antihistaminica en mastcelblokkers, maar ook laag gedoseerde corticosteroïden, worden ingezet om de symptomen te verlichten. Welk(e) geneesmiddel(en) je nodig hebt en onder welke toedieningsvorm (tablet, neusdruppel, oogdruppel, puffer) hangt samen met de aard en de ernst van de klachten.

Wereld Allergie Week: waarom is er steeds meer hooikoorts?

‘Wie maar sporadisch klachten heeft, hoeft zijn medicatie niet het hele pollenseizoen in te nemen’, merkt Ebo nog op. ‘De anderen doen dat beter wel, en starten ook het best op tijd, bij voorkeur 2 weken voor de eerste symptomen. Houd dus bij wanneer je symptomen gewoonlijk beginnen en volg de berichtgeving over de pollenconcentraties, zoals op www.airallergy.be.’

Immunotherapie

Wie met de klassieke medicatie onvoldoende verlichting ondervindt, komt (vanaf de leeftijd van 5 jaar) mogelijk in aanmerking voor immunotherapie, die je minder gevoelig maakt voor de pollen die de allergische reactie uitlokken. Hierbij krijg je volgens een welbepaald schema, over een periode van 3 tot 5 jaar, extracten van de pollen toegediend. En dit in kleine, oplopende dosissen, tot de onderhoudsdosis wordt bereikt. Er zijn al extracten van gras- en boompollen, maar nog niet van onkruiden. De extracten kunnen subcutaan (onderhuids) worden ingespoten door een arts. Of thuis zelf sublinguaal (onder de tong) worden gedruppeld. Alleen voor graspollenallergie bestaan er ook sublinguale tabletten.

‘Nadien hebben de meeste patiënten blijvend 25 tot 30% minder of minder intense symptomen’, vertelt Ebo. ‘Bij jonge patiëntjes helpt immunotherapie mogelijk ook de ontwikkeling van andere allergieën indijken.’

Maar er is een keerzijde, want je krijgt nu eenmaal stoffen toegediend waarvoor je allergisch bent. Wat irritatie ter hoogte van de toedieningsplaats – de huid of de mond – is een veelvoorkomende bijwerking. ‘Maar het risico op een ernstige, veralgemeende, potentieel levensbedreigende allergische reactie blijft gelukkig erg klein’, zegt Ebo. ‘Al zeker met de sublinguale tabletten en druppels. En met de huidige extracten en behandelschema’s geldt dat ook voor de inspuitingen.’

Een andere keerzijde is het prijskaartje, want de immunotherapie wordt nog niet terugbetaald. Afhankelijk van de toedieningsvorm en het behandelschema betaal je 300 tot 500 euro per jaar, gedurende 3 tot 5 jaar. ‘Een heuse investering, maar voor mensen met zeer ernstige hooikoortsklachten maakt ze vaak wel een beduidend verschil in levenskwaliteit.’

(*) Wat een hoge pollenconcentratie is, varieert. Voor graspollen bijvoorbeeld is de drempelwaarde 50 graspollenkorrels per kubieke meter lucht. Als die concentratie overschreden wordt, krijgen de meeste graspollenallergielijders klachten.

Meer info: www.airallergy.be

Tips bij hoge pollenconcentraties*

– Vermijd inspanningen en activiteiten in de buitenlucht.

– Verlucht je woning beperkt en houd je autovensters dicht.

– Draag een (zonne)bril bij droog en winderig weer.

– Droog de was niet buiten.

– Gebruik wegwerpzakdoeken.

– Neem een douche en was je haren voor je gaat slapen.

– Kun je er even tussenuit? Zoek de kust op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content