Waar komt narcisme vandaan? ‘Narcisten kunnen geen genoeg van zichzelf krijgen’
In Bewonder mij! van docent en onderzoeker Eddie Brummelman (Universiteit van Amsterdam) kom je alles te weten over narcisme. Knack biedt u graag een passage uit het boek aan, over de oorsprong van ‘narcistische zelfbewondering’.
In 2005 won de Amerikaanse zakenman Randal Pinkett de realitytv- show The Apprentice, destijds gepresenteerd door Donald Trump. Op een dag werd Pinkett uitgenodigd in het kantoor van Trump, in de Trump Tower in New York. Toen hij het kantoor binnenstapte, zat Trump naast een stapel magazines en kranten. In elk blad zat een Post-it. Trump pakte telkens een blad van de stapel, legde het op zijn bureau en opende de bladzijde met de Post-it. Pinkett herinnert zich:
Ik vroeg me af, leest deze man over nieuwe trends in vastgoed, leest hij over de beurs, leest hij over internationale economie en handel? Terwijl we praatten, leunde ik voorover en zag ik dat hij alleen maar artikelen over zichzelf aan het lezen was. Meerdere keren tijdens ons gesprek werd Donald zo enthousiast over wat hij over zichzelf las, dat hij het blad oppakte, het voor me hield en zei: ‘Kijk, Randal, zie je dat The Apprentice vorige week op nummer één stond in de kijkcijferlijst? Is dat niet fantastisch?’
Waar komt deze narcistische zelfbewondering vandaan? En hoe uit deze zich in het dagelijks leven?
Zelfbewondering
Zoals Narcissus verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld in het water, zo zijn narcisten geobsedeerd door hun eigen verschijning. Dit ontdekten de artsen Havelock Ellis en Paul Näcke al aan het einde van de negentiende eeuw. Ellis schreef in zijn Studies in the Psychology of Sex over een vrouw die niets liever deed dan naar haar naakte lichaam staren in de spiegel:
Ze is een knappe vrouw, lang en mooi geproportioneerd, actief en gezond en intelligent, maar zonder merkbare interesse in de andere sekse […]. Ze heeft een intense bewondering voor haar eigen persoon, in het bijzonder haar ledematen; ze is nooit zo gelukkig als wanneer ze alleen en naakt in haar eigen slaapkamer is, en, voor zover mogelijk, naaktheid cultiveert. Ze kent de verschillende afmetingen van haar lichaam uit haar hoofd, is trots op het feit dat deze precies overeenkomen met de standaarden voor proporties, en lacht trots bij de gedachte dat haar dijbeen breder is dan de taille van menige vrouw. Ze is vrijmoedig en zelfverzekerd in de omgang, zonder seksuele verlegenheid, en, hoewel ze openstaat voor de aandacht en bewondering van anderen, doet ze geen pogingen deze te verkrijgen, en lijkt ze nooit een sterkere emotie te hebben ervaren dan haar eigen plezier in zichzelf.
Dat was meer dan 120 jaar geleden, en inmiddels hebben vele andere onderzoekers de zelfbewondering van narcisten bestudeerd. Zo ook psychologen Richard Robins en Oliver John, verbonden aan de Universiteit van Californië. Ze vertelden studenten dat ze een groepsopdracht zouden doen, die gefilmd zou worden. Daarna vroegen ze de studenten of ze liever naar de video van zichzelf zouden kijken of naar de video van een groepsgenoot. Narcisten hadden een sterke voorkeur voor zichzelf – 69% van hen koos voor hun eigen video -, terwijl de andere studenten juist veel liever een groepsgenoot wilden zien.
Waarom keken de narcisten liever naar zichzelf dan naar een ander? Waren ze misschien onzeker over zichzelf, en wilden ze er zeker van zijn dat ze er goed uitzagen op de videobeelden? De narcisten gaven aan dat ze dit niet deden omdat ze onzeker waren, maar simpelweg omdat ze trots waren op hoe ze eruitzagen. Achter de narcistische obsessie met het eigen spiegelbeeld ging dus enkel en alleen zelfbewondering schuil.
Het loon der nederigheid
In zijn boek Snoop: What Your Stuff Says About You stelt psycholoog Samuel Gosling van de Universiteit van Texas dat onze spullen – accessoires, de inrichting van de woonkamer, slaapkamer of kantoor – verraden wie we zijn. Neem bijvoorbeeld Ben Carson, een schrijver en politicus die in 2016 in de race was voor de Amerikaanse republikeinse presidentskandidatuur. Toen journalisten van The Guardian een fotoreportage van zijn huis maakten, bleek zijn interieur één grote hommage aan hemzelf. De kelder was gevuld met prijzen, oorkonden en foto’s van hemzelf. In de hal hingen schilderijen waarop hijzelf stond afgebeeld. Het pronkstuk was een schilderij waarop hij stond afgebeeld met niemand minder dan Jezus. Ernaast hing een citaat uit het Bijbelboek Spreuken: ‘Het loon der nederigheid, met de vreze des HEEREN, is rijkdom, en eer, en leven’ (Spreuken 22:4). Je vraagt je af welke nederigheid hij precies heeft bedoeld …
Dergelijke zelfbewondering ontwikkelt zich al op jonge leeftijd. Ontwikkelingspsychologen hebben kinderen van tien tot dertien jaar uitgenodigd voor onderzoek waarin ze een online spel zouden spelen tegen een leeftijdsgenoot. Voordat ze konden beginnen, moesten ze een foto van zichzelf maken, die vervolgens naar hun tegenstander zou worden gestuurd. Ze mochten zoveel foto’s van zichzelf maken als ze wilden. Zonder dat ze het doorhadden, werd bijgehouden hoeveel foto’s ze precies maakten. Narcistische kinderen bleken meer foto’s van zichzelf te maken dan andere kinderen. Ze waren, net als Carson, geobsedeerd door afbeeldingen van zichzelf.
Ons kritische spiegelbeeld
We kijken zo vaak in de spiegel dat we ons zelden afvragen wat deze ervaring precies met ons doet. Wanneer we in de spiegel kijken, gebeurt er eigenlijk iets wonderlijks: we worden tegelijkertijd de persoon die kijkt (het subject) en de persoon die bekeken wordt (het object). We kijken naar onszelf vanuit een derdepersoonsperspectief, alsof we naar iemand anders kijken. Niet zelden kijken we naar onszelf met een kritische blik, waarmee we onszelf onderwerpen aan een keuring: heb ik een puistje? Zit mijn haar wel goed? En waarom kleed ik mezelf eigenlijk zo slecht? Als we vinden dat iemand een te rooskleurig beeld heeft van zichzelf, geven we hem of haar niet voor niets het advies om eens in de spiegel te kijken.
Waarom roept ons spiegelbeeld zoveel zelfkritische gedachten op? In de jaren zeventig ontwikkelden psychologen Shelley Duval en Robert Wicklund, destijds werkzaam aan de Universiteit van Zuid-Californië en de Universiteit van Texas, de objectieve zelfbewustzijnstheorie. Deze theorie stelt dat wanneer we onszelf als ‘object’ waarnemen, zoals bij een blik in de spiegel, we ons bewust worden van onze eigen normen: we worden geconfronteerd met een eventueel verschil tussen wie we nu zijn en wie we zouden willen of moeten zijn. Wanneer dit verschil onoverbrugbaar lijkt, voelen we ons slecht over onszelf. We hebben het gevoel dat we tekortschieten.
Geldt dit ook voor narcisten, of vinden zij zichzelf misschien zó perfect dat zelfs hun spiegelbeeld niet teleurstelt? Richard Robins en Oliver John besloten dit te onderzoeken.
De deelnemers werd gevraagd om een narcismevragenlijst in te vullen, waarna ze werden onderverdeeld in groepen. Elke groep vormde een beoordelingscommissie, alsof ze onderdeel uitmaakten van een vooraanstaand bedrijf. Het doel van de commissie was om geldbonussen toe te kennen aan werknemers die bijzondere prestaties hadden geleverd. Het budget was echter beperkt, dus konden de bonussen alleen naar de beste kandidaten gaan. Ieder commissielid verdedigde een kandidaat, waarna de commissie gezamenlijk besloot welke kandidaten de bonussen verdienden. De volledige bijeenkomst werd vastgelegd op video.
Achteraf beoordeelden de leden van de commissie elkaars presentaties waarin ze hun kandidaat verdedigden. En daarin zat de truc: de ene helft van de leden gaf deze beoordeling meteen na de bijeenkomst, terwijl de andere helft de beoordeling pas gaf nadat ze de video van hun eigen presentatie hadden teruggezien. Als je een video van jezelf terugkijkt, zie je jezelf als ‘object’, net als bij een blik in de spiegel.
Narcisten vonden dat ze beter hadden gepresteerd dan hun groepsgenoten, maar in werkelijkheid was hier geen sprake van: hun eigen kandidaat kreeg niet meer bonussen toegekend dan de andere kandidaten. Ze bleken hun eigen prestaties dus schromelijk te overschatten. Maar wat gebeurde er met narcisten die zichzelf eerst hadden teruggezien op video? Normaal gesproken worden mensen realistischer van een blik in de spiegel en zouden ze in dit geval, na zichzelf op de video te hebben gezien, beseffen dat ze niet zo goed presteerden als ze hoopten. Maar narcisten niet, integendeel zelfs. Zij gingen zichzelf nóg meer overschatten nadat ze zichzelf hadden teruggezien. Ze raakten er alleen maar meer van overtuigd dat ze beter hadden gepresteerd dan hun groepsgenoten. Het lijkt er dus op dat narcisten geen genoeg van zichzelf kunnen krijgen en zichzelf steeds geweldiger gaan vinden naarmate ze zichzelf meer zien.
In een strip van Sigmund van Peter de Wit zegt de psycholoog tegen zijn patiënt: ‘U bent een gevoelsarme egoïstische narcist! Het lijkt mij hoog tijd voor wat zelfreflectie!’ De patiënt zegt teleurgesteld: ‘Dat heb ik geprobeerd, maar uw spiegel hangt te laag.’
Selfies en likes
Historicus Christopher Lasch schreef eens dat de wereld voor narcisten niets meer is dan een spiegel. Dit komt het duidelijkst naar voren in de grootste spiegel die onze samenleving kent: sociale media. Er zijn wereldwijd meer dan 2,5 miljard socialemediagebruikers, onder wie twee miljard op Facebook, een miljard op Instagram en 336 miljoen op Twitter. Alleen al op Instagram worden dagelijks 80 miljoen foto’s geplaatst en 3,5 miljard likes uitgedeeld. Dit geeft narcisten een podium van ongekende omvang om zichzelf te presenteren aan de buitenwereld. Uit onderzoek blijkt dat narcisten vergeleken met hun bescheiden medemens meer tijd doorbrengen op sociale media, daar meer vrienden hebben en meer foto’s en teksten plaatsen, met name van en over zichzelf.
Natuurlijk willen we onszelf op sociale media allemaal van onze beste kant laten zien, maar narcisten doen dit in extreme mate.
Kim Kardashian publiceerde in 2015 het boek Selfish, dat volledig gevuld is met selfies. Narcisten plaatsen vaker selfies op sociale media dan anderen. Dit doen ze niet alleen om zichzelf te kunnen bewonderen, zoals Narcissus dat deed, maar tevens om bewondering van anderen te oogsten. Een like ontvangen op sociale media voelt alsof je een compliment krijgt in het dagelijks leven: beide activeren de beloningscentra in het brein – dezelfde beloningscentra die actief worden wanneer we seks hebben of iets lekkers eten. Een like helpt narcisten om zichzelf boven anderen verheven te voelen. Narcisten zijn immers dermate geïnteresseerd in hoe ze zich verhouden tot anderen, dat ze zichzelf constant tegen anderen afzetten, zelfs tegen de mensen die het dichtst bij hen staan: hun vrienden, familieleden en partners. Als ze meer likes krijgen dan anderen, hebben ze objectief en publiek bewijs voor iets wat ze zelf allang wisten: dat zij de beste zijn.
Natuurlijk willen we onszelf op sociale media allemaal van onze beste kant laten zien, maar narcisten doen dit in extreme mate. Ze weten precies hoe ze zich moeten kleden en opdoffen, en welke houding ze moeten aannemen, om er zo aantrekkelijk mogelijk uit te zien. Psychologen Laura Buffardi en Keith Campbell van de Universiteit van Georgia hebben studenten gevraagd om een narcismevragenlijst in te vullen. Vervolgens hebben ze op Facebook de profielfoto’s van deze studenten verzameld en andere studenten gevraagd te beoordelen hoe aantrekkelijk ze de persoon op de foto vonden. En inderdaad: de foto’s van narcisten werden als het aantrekkelijkst beoordeeld.
Het internet loopt over van dergelijk digitaal narcisme. De Russische fotograaf Yegor Tsvetkov kwam onlangs in het nieuws met zijn fotoserie Your Face is Big Data. Hij nam foto’s van onbekenden in de metro in Sint-Petersburg, waarna hij hen met een gezichtsherkenningsprogramma traceerde op sociale media. Zodoende had hij van iedere persoon twee foto’s: hoe ze eruitzagen in het dagelijks leven en hoe ze zichzelf portretteerden op sociale media. Terwijl ze er in het dagelijks leven doorgaans uitgeblust, dof en eenzaam uitzagen, maakten ze op sociale media een compleet andere indruk: daar leken ze erg gelukkig, avontuurlijk en uitbundig.
Zou het nemen van selfies narcisme zelfs kunnen aanwakkeren? Als je selfies neemt, zet je jezelf immers op de aantrekkelijkste of opvallendste manier op de foto. En hoe vaker je dat doet, des te vaker je jezelf door zo’n roze bril ziet, en des te meer likes je ontvangt van anderen. Psycholoog Daniel Halpern van de Katholieke Universiteit van Chili en collega’s hebben dit onderzocht. Een groep volwassenen werd tweemaal geïnterviewd: aan het begin van het onderzoek en een jaar later. Beide keren werd gemeten hoe narcistisch ze waren en hoeveel selfies ze het afgelopen jaar hadden genomen. Zoals verwacht bleek dat hoe narcistischer de deelnemers waren, des te meer selfies ze namen. Maar wat opviel, was dat hoe meer selfies ze namen, des te narcistischer ze werden. Er kan dus een vicieuze cirkel ontstaan, waarbij narcisten steeds meer selfies nemen, en deze selfies hen nóg narcistischer maken. ‘Van jezelf houden is het begin van een levenslange romance’, zei Oscar Wilde ooit al.
Spiegel met een dubbele functie
Toen Narcissus zijn eigen spiegelbeeld in het water zag, kon hij zijn ogen niet van zichzelf afhouden. Hetzelfde geldt voor narcisten van deze tijd. Maar narcisten zijn niet alleen geïnteresseerd in zichzelf: ze proberen zichzelf zo grandioos mogelijk te presenteren aan de buitenwereld. Voor narcisten is de wereld dus een spiegel met een dubbele functie: niet alleen om zichzelf te bewonderen, maar ook om bewondering van anderen te scoren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier