Vrouwen met perinatale depressie: ‘Ik ontwaakte uit een roes en zag mijn dochter op de grond liggen’
Tijdens de zwangerschap en de maanden na de bevalling, voelen vrouwen zich vaak heel kwetsbaar. De problemen die bij 1 op de 5 opduikt, variëren van een depressie tot een angststoornis of een ernstige postnatale psychose.
Te weinig vrouwen zoeken of aanvaarden hulp bij mentale problemen tijdens of na de zwangerschap. Eén op de vijf moeders kampt met psychologische problemen. ‘We kunnen beter spreken over een “perinatale” dan een “postnatale” depressie’, zegt professor Titia Hompes (Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven). ‘In de helft van de gevallen steken de problemen al tijdens of voor de zwangerschap de kop op. Biologische factoren spelen zeker een rol: hormonale en immuunsysteemgerelateerde veranderingen. Daarnaast zijn er belangrijke sociale en psychologische factoren. Er is nooit één oorzaak.’
Op dit moment zijn er amper zestien bedden beschikbaar in twee moeder-babyeenheden in Vlaanderen. Dat is veel te weinig, vindt Hompes. ‘We moeten meer investeren in zulke opvang, en ook thuis moeten jonge ouders meer hulp krijgen. Er is nood aan een ondersteunend netwerk. Want naast de moeders lijden ook de kinderen en hun omgeving. Bij de helft van de vaders die een perinatale depressie meemaken – een onderbelicht probleem – hadden de moeders het ook moeilijk. Als maatschappij moeten we af van het cliché van de roze wolk, zodat jonge ouders sneller hulp durven te vragen.’
‘In de donkerste momenten heb je jezelf niet onder controle’ – Jolien Vanderghote (26) godsdienstleerkracht, De Pinte
‘Toen ik over het drama in Varsenare (Op het einde van de zomervakantie van 2018 bracht een moeder uit Varsenare haar drie kinderen om het leven en probeerde ze zelfdoding te plegen, nvdr) hoorde, begreep ik die mama. In de donkerste momenten van een postnatale depressie heb je jezelf niet onder controle. Toen mijn tweeling acht weken was, is hij opgenomen in het ziekenhuis. Ik herinner me daar amper iets van. Maar ik weet dat ik op een bepaald moment ontwaakte uit een roes en mijn dochter op de grond zag liggen.
‘Tijdens mijn zwangerschap nam ik veel hooi op mijn vork en in de laatste weken kreeg ik PUPPP, extreme zwangerschapsjeuk. Tijdens mijn bevalling – een keizersnede – was ik dus al compleet uitgeput, fysiek en emotioneel. En toen ik dan mijn kindjes voor het eerst zag, vond ik ze vreselijk. Net twee mandragora’s: die krijsende plantjes uit Harry Potter.
‘Terug thuis voelde ik me radeloos. De baby’s stopten nooit met huilen en ik deed maar één ding: kolven en voeden. Na drie maanden zijn we opgenomen op de moeder-babyeenheid van Sint-Camillus in Sint-Denijs-Westrem. Daardoor ben ik sneller hersteld, maar ik heb wel wat idealen moeten opgeven: de kindjes sliepen niet bij mij en kregen geen borstvoeding.
‘Nu zijn Fenne en Féline bijna twee, en ik zie hen ongelofelijk graag. Maar van die eerste zes maanden heb ik nooit kunnen genieten. Daarom wil ik heel graag nog een kindje: ik vermoed dat ik dan pas die donkere periode zal kunnen afsluiten.’
‘De tweede bevalling was belangrijk voor mijn herstel’ – Helga Berghman (37) vroedvrouw, Evergem
‘Als vroedvrouw had ik al verschillende mama’s met een depressie gezien. En ik besefte dat ik er zelf ook gevoelig voor zou kunnen zijn: als jonge vrouw heb ik donkere periodes gekend, en het zit in de familie. Maar toen ik zwanger werd, wilde ik alles perfect doen: onder water bevallen zonder verdoving, borstvoeding geven, samen slapen… Uiteindelijk werd het een bevalling met verdoving en vacuümpomp. De weken en maanden na de geboorte konden het verdriet en de spijt mij compleet overspoelen.
‘Ik had het gevoel dat ik mijn zoontje tekort had gedaan en probeerde dat te compenseren, tot in het extreme. Bij elke kik die hij gaf, veerde ik recht. Maar hij huilde veel en ik kon hem niet altijd troosten, wat me wanhopig en boos maakte. Toen hij een peuter werd, was ik totaal niet meer de rustige, liefdevolle moeder die ik wilde zijn. Dat heeft onze relatie getekend, iets wat ik nog altijd probeer recht te trekken.
‘Pas toen hij twee werd, heb ik hulp gezocht. En kort nadien bleek ik opnieuw zwanger, onverwacht. Ik was zo bang om weer in te storten. Maar mijn gynaecoloog, psychotherapeut en de collega’s hebben mij zeer goed omringd. De tweede bevalling is voorbeeldig verlopen, wat zeer belangrijk was voor mijn herstel.’
‘Ik was nog een schim van mezelf’ – Tessa Gnucci (35) leerkracht, Knokke
‘Toen ik zes maanden zwanger was van Luca, mijn tweede kindje, zagen de dokters dat hij een deel van zijn slokdarm miste. Dat kwam als een mokerslag, maar mijn man en ik bleven optimistisch. Ook toen Luca veel te vroeg geboren werd, op dertig weken. Toen hij drie dagen oud was, werd hij al geopereerd. Maar zijn toestand bleek zo uitzonderlijk dat de slokdarm niet kon worden hersteld. Dat zou pas lukken bij een grotere operatie, als hij één jaar was.
‘Na acht weken mochten we naar huis, en wat later volgde een enorme weerslag. In die eerste maanden kreeg Luca acht keer per dag sondevoeding, met afgekolfde moedermelk. Ik sliep hooguit vier uur per nacht, in blokken van twee uur. Mijn werk moest ik opgeven en deed nog maar één ding: zorgen voor Luca en mijn dochter. Ik was nog een schim van mezelf. In de zwaarste periodes wilde ik soms gewoon weggaan en alles achterlaten.
‘De juiste hulp vinden bleek niet makkelijk, maar na enkele pogingen kwam ik bij een goede psychotherapeut terecht. Zij heeft me geleerd om alles te verwerken en om te zetten in iets positiefs. Intussen is Luca twee en heeft hij zijn grote operatie achter de rug. Voorlopig gaat alles goed, maar de toekomst blijft onzeker.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier