Vrees voor malariavariant die resistent is tegen medicijnen groeit in Afrika
De vrees groeit in Afrika dat malariavarianten resistent worden aan medicijnen. Wetenschappers hebben donderdag voor het eerst klinisch bewijs gerapporteerd van de impact van de mutaties van de parasiet die verantwoordelijk is voor de ziekte.
Het onderzoek van de wetenschappers bij kinderen in Rwanda, toont voor de eerste keer dat gemuteerde varianten van de parasieten blijven leven na drie dagen van behandeling. Ook in Zuidoost-Azië werd een gelijkaardige reactie geregistreerd toen de parasiet resistent begon te worden tegen het belangrijkste malariamedicijn artemisinine. De medicatie blijft nog steeds efficiënt, maar volgens de onderzoekers is extra waakzaamheid nodig in Rwanda en de buurlanden.
De studie is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Infectious Diseases.
In 2019 kwamen 400.000 mensen om het leven door malaria, van wie twee derde kinderen jonger dan vijf jaar zijn. De overgrote meerderheid van de besmettingen (94 procent van de 229 miljoen besmettingen wereldwijd) en van de overlijdens vinden plaats in Afrika, blijkt uit gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie.
De behandelingen met artemisinine gecombineerd met een ander antimalariamiddel, die worden gebruikt sinds begin jaren 2000, blijven de meest efficiënte behandeling tegen malaria. De ziekte wordt verspreid via een parasiet (Plasmodium falciparum) die wordt overgedragen door muggen. De resistentie tegen de medicatie vindt vooral plaats bij parasieten die een genmutatie hebben. In 2008 werd voor het eerst in Cambodja vastgesteld dat de parasiet resistent werd tegen artemisinine.