Voorleesweek: jongens hebben in hun leesopvoeding weinig mannelijke rolmodellen
Vaders lezen vaak anders voor dan moeders, maar niet minder goed. Alleen doen ze het soms te weinig. Vooral zonen hebben er baat bij als ook hun vader sterk betrokken is bij hun leesopvoeding. Enkele tips.
Door kinderen al op jonge leeftijd voor te lezen, leg je de kiem voor later leesplezier. Kinderen die meer plezier vinden in het lezen, doen het ook vaker en beter. Dat helpt hen vooruit in hun sociaal-emotionele ontwikkeling en op het vlak van spelling, woordenschat, lezen én rekenen, blijkt uit onderzoek. Dat (voor)lezen erg belangrijk is, daarvan zijn veel ouders overtuigd. ‘Maar dat hún impact op de leesontwikkeling van hun kind het grootst is – en dus nog groter dan die van leerkrachten bijvoorbeeld – verwondert ouders nog weleens’, zegt Tine Kuypers van Iedereen Leest.
De voorlees- en leescultuur in een gezin is dus erg bepalend voor het leesplezier van kinderen later. En die boodschap is vandaag wellicht nog net iets belangrijker voor vaders dan voor moeders.
Mannelijke rolmodellen
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vaders doorgaans minder betrokken zijn bij de leesopvoeding van de kinderen. Kuypers verduidelijkt: ‘Over het algemeen lezen vaders iets minder voor. Praten ze minder vaak met hun kinderen over boeken. Nemen ze hun kinderen minder vaak mee naar de boekhandel of bibliotheek. Geven ze minder vaak boekentips. Doen ze minder vaak een boek cadeau. En geven ze minder vaak het goede voorbeeld door zelf een boek te lezen.’
Ook al is de ‘kloof’ tussen vaders en moeders niet erg groot, de verschillen zijn wel tekenend. Vooral zonen zouden baat hebben bij een dichting van die kloof. ‘Jongens hebben wat lezen betreft al weinig mannelijke rolmodellen’, legt Kuypers uit. ‘Buiten het gezin zijn het voornamelijk vrouwen die zich met de leesopvoeding van de kinderen bezighouden. Op school, in de kinderopvang en in de bib werken nu eenmaal overwegend vrouwen. Dat voedt het imago dat lezen vooral een vrouwelijke bezigheid of hobby is. Terwijl net jongens baat hebben bij een extra stimulans. Uit onderzoeken zoals PISA en PIRLS komt naar voren dat jongens gemiddeld iets minder vaardig zijn in het lezen, het wat minder regelmatig doen en er ook wat minder plezier aan beleven dan meisjes.’
Variatie in stijl
‘Vaders zouden vaker een meer volwassen toon aanslaan, moeilijkere woorden gebruiken en nieuwe verhaallijnen verzinnen’
Tine Kuypers
Puur technisch gezien kunnen vaders natuurlijk even goed voorlezen als moeders. Ze doen het hooguit wat anders, blijkt uit onderzoek. ‘Vaders zouden vaker een meer volwassen toon aanslaan, moeilijkere woorden gebruiken en nieuwe verhaallijnen verzinnen’, illustreert Kuypers. ‘Moeders zouden vaker stemmetjes en speciale gebaren gebruiken en vaker ingaan op de betekenis van het verhaal. Volgens ander onderzoek zijn vaders dan weer meer op entertainment gericht, terwijl moeders een meer schoolse aanpak hanteren.’
‘Hoe dan ook, als je met twee voorleest, doe je dat nooit op exact dezelfde manier’, stelt Kuypers. ‘En precies daarom draagt iedere ouder op een eigen, unieke manier bij aan de leesopvoeding van zoon- of dochterlief.’
En zoals het spreekwoord luidt: verandering van spijs doet eten. Variatie in voorleesstijl, als beide ouders voorlezen, kan alleen maar helpen om de liefde voor verhalen en boeken nog beter te voeden. ‘Of je je partner versterkt of aanvult qua voorleesstijl, is dus niet zo belangrijk’, besluit Kuypers. ‘Lees eenvoudigweg voor op een manier die bij je past. Want dát er wordt voorgelezen primeert. En hoe vaker, hoe beter.’
Twee voorlezende ouders zijn dus altijd beter dan één.
Meer over onderzoek naar lezen, leesbevordering en literatuureducatie op www.iedereenleest.be.
De Vlaamse Voorleesweek loopt van 20 – 28 november 2020: www.voorleesweek.be.
Voorleestips
– Baby’s en peuters ontdekken spelenderwijs boeken. Laat kinderen ‘baas zijn van het boek’ en zelf het ritme aangeven. Beleef samen plezier door aan te wijzen, geluiden na te bootsen, vragen te stellen en te vertellen.
– Kleuters kunnen geleidelijk een heuse verhaallijn aan. Boekentaal is moeilijker maar rijker dan de gesproken taal van de verteller. Zodra een kind het aankan, loont het dus om over te stappen van het zelf vertellen naar het letterlijk voorlezen. Blijf wel in interactie gaan. Stel bijvoorbeeld vragen om de fantasie van je kind te prikkelen, zijn probleemoplossend vermogen te stimuleren en verbanden te leren leggen.
– Stop niet met voorlezen wanneer je kind zelf leert lezen. Laat het nog (lang) genieten van complexe, rijke verhalen, want de teksten voor prille lezertjes zijn qua structuur en woordenschat vanzelfsprekend erg eenvoudig.
– Kies de boeken die je voorleest of samen met je kind leest zorgvuldig uit. Laat de boeken aansluiten bij zijn leesvoorkeuren.
Meer voorlees- en boekentips? Boekstart.be, Boekenzoeker.org, www.iedereenleest.be
.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier