‘Voor de abortuspil naar de huisarts? Laten we daar nog even mee wachten’

© Getty Images/iStockphoto
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Nederlandse huisartsen mogen binnenkort een abortuspil voorschrijven aan patiëntes die ongewenst zwanger zijn. België lijkt daar voorlopig nog niet klaar voor te zijn.

In Nederland zal een vrouw die haar zwangerschap wil afbreken binnenkort gewoon naar de huisarts kunnen gaan. Daar kan ze dan meteen een abortuspil krijgen, want de verplichte bedenktijd van vijf dagen werd er eerder al afgeschaft. Op die manier zou abortuszorg toegankelijker moeten worden, want voor heel wat vrouwen ligt de drempel om naar de huisarts te gaan veel lager dan voor een bezoek aan een abortuskliniek.

Een Belgische huisarts mag vooralsnog geen abortuspil voorschrijven. Wil een van zijn patiëntes haar zwangerschap afbreken, dan moet hij haar naar een abortuscentrum doorverwijzen. Pas als de vrouw daar op consultatie gaat, begint de verplichte wachttijd, die bij ons nog altijd zes dagen bedraagt. Ook hier kunnen vrouwen tot negen weken zwangerschapsduur voor een abortuspil kiezen in plaats van voor een curettage. In tegenstelling tot Nederland, waar het gros van de zwangerschapsafbrekingen in sommige streken door middel van pillen gebeurt, verkiest maar 20 procent van de vrouwen die naar een Vlaams abortuscentrum gaan die methode. ‘Aanvankelijk denken vrouwen vaak dat een abortuspil de gemakkelijkste en minst pijnlijkste methode is’, zegt Lut Daniëls, directrice van abortuscentrum LUNA in Gent. ‘Wij moeten hen dan uitleggen dat het veel meer inhoudt dan even een pilletje slikken. Op dag één krijgt een vrouw bij ons in het abortuscentrum een tablet waarmee de zwangerschap wordt beëindigd. 12 tot 48 uur later moet ze thuis een tweede reeks pillen nemen waardoor het vruchtje wordt uitgedreven. Daarbij bestaat het risico dat ze onverwacht veel bloed verliest. Dat komt niet vaak voor, maar het is wel levensbedreigend. Daarom is de abortuspil niet geschikt voor vrouwen die niemand anders van hun zwangerschap op de hoogte brengen. Er moet echt iemand in de buurt zijn die haar desnoods naar het ziekenhuis kan brengen.’

In Vlaamse abortuscentra kiest maar 20 procent van de vrouwen voor de abortuspil.

Medewerkers van abortuscentra investeren dan ook veel tijd in voorgesprekken met de vrouwen die er aankloppen. ‘Allemaal ondergaan ze een medisch onderzoek en vervolgens begeleiden we hen tot na de zwangerschapsafbreking’, zegt Daniëls. ‘Ik vraag me echt af of huisartsen wel bereid zouden zijn om zo’n heel traject met een patiënte af te leggen en daar ook de nodige tijd in te investeren. Alleen al het eerste gesprek neemt snel een uur in beslag. Zeker als de vrouw in kwestie nog twijfelt of ze wel een abortus wil, wat bij 10 tot 15 procent het geval is. Dat vergt dus veel meer tijd dan de tien of vijftien minuten die huisartsen vandaag voor een gewone consultatie kunnen uittrekken.’

Ook emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde Jan De Maeseneer (UGent) betwijfelt of Belgische huisartsen die taken er nog bij zouden kunnen nemen. ‘Nu al zijn ze overbevraagd en hebben ze soms amper genoeg tijd om hun patiënten te ontvangen’, zegt hij. ‘Als er in de toekomst zou worden beslist dat ook zwangerschapsafbreking tot het takenpakket van de huisarts moet gaan behoren, zullen daar zowel meer middelen als meer tijd voor moeten worden vrijgemaakt.’

In Nederland wordt ook gewaarschuwd voor het feit dat huisartsen nooit dezelfde expertise kunnen opbouwen als abortuscentra. Ook al zal elke huisarts die de abortuspil wil voorschrijven eerst nascholing moeten volgen. ‘Met de nodige vorming is er geen enkele reden waarom ze dat niet zouden kunnen’, zegt De Maeseneer. ‘Vandaag al zijn het vooral huisartsen die in abortuscentra instaan voor de ingrepen en voor de begeleiding van vrouwen die voor een abortuspil kiezen. Zij hebben daar allemaal een speciale opleiding voor gevolgd.’

Toch is het volgens De Maeseneer geen goed idee om het Nederlandse voorbeeld zomaar te volgen. ‘Onze abortuscentra zijn toegankelijk en leveren allemaal goed werk. Huisartsen zijn gewoon om patiënten naar daar door te verwijzen’, zegt hij. ‘We moeten altijd heel goed nadenken voor we nog maar overwegen om een systeem dat vlot werkt om te gooien. Dat is alleen een optie als blijkt dat abortuszorg inderdaad toegankelijker en kwaliteitsvoller wordt als vrouwen daarvoor bij hun huisarts terecht kunnen. Laten we dus vooral afwachten wat er straks in Nederland gebeurt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content