Professor Tim Spector over ‘mogelijk kankerverwekkend’ aspartaam: ‘Mijd het, zolang we er niet meer over weten’
Tim Spector, professor genetica aan het King’s College in Londen, analyseert in zijn boek ‘De dieetmythe’ ons modern voedingspatroon. Hij maakt zich vooral zorgen over kunstmatige zoetstoffen en het effect ervan op onze darmflora. Een voorpublicatie.
‘Gebruik geen suikervervangers als je probeert af te vallen.’ Dat zegt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in een nieuwe richtlijn (mei 2023). Niet-suikerhoudende zoetstoffen kunnen mogelijke ongewenste effecten hebben bij langdurig gebruik, zoals een licht verhoogd risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Aspartaam wordt binnenkort zelfs toegevoegd aan de lijst met mogelijke kankerverwekkende stoffen (juni 2023).
Sinds de jaren tachtig zijn de verkoopcijfers van lightdranken wereldwijd gestaag gestegen. In 2020 bestond in de VS een derde van de totale omzet uit lightvarianten, met 4,5 miljard dollar. Ondanks toenemende zorgen bij de bevolking over de gezondheidseffecten van de kunstmatige zoetstoffen – met name angst voor kanker – stijgt de verkoop nog steeds, met ongeveer 4 procent per jaar.
De meeste mensen geloven nog altijd dat calorievrije kunstmatige zoetstoffen helpen met afvallen. Kortdurende onderzoeken waarin kinderen met overgewicht overstappen van het regelmatig drinken van suikerhoudende frisdranken op kunstmatige zoetstoffen, beschreven vaak dat dit een gunstig effect had op hun gewichtsverlies. Maar als je de resultaten aandachtig bekijkt, zie je dat ze niet zo duidelijk zijn als je zou denken. In een meta-analyse uit 2019 van 56 studies bleken kunstmatig gezoete dranken geen significante gunstige effecten op gewichtsverlies te hebben. Dat is verrassend, gezien het verschil in calorieën, en gezien het feit dat veel studies waren gefinancierd door de industrie.
Door de negatieve publiciteit over de rol van suiker bij diabetes stapten veel patiënten over op kunstmatige zoetstoffen, ten behoeve van hun gewicht en hun stofwisseling. Een meta-analyse uit 2020 van negen onderzoeken vond echter geen overtuigend bewijs voor enig voordeel van het overstappen op suikervrije dranken. Een aantal observationele maar langer lopende onderzoeken heeft bij de groep die zoetstoffen gebruikte verbanden aangetoond met gewichtstoename en diabetes, en zelfs een trend in de richting van extra sterfgevallen, ook nadat was gecorrigeerd voor het feit dat zwaardere mensen sowieso vaker zoetstoffen gebruiken. Deels kon dat worden verklaard door psychologische effecten op langere termijn die tot ander gedrag leiden.
De instanties die nieuwe ‘veilige chemische verbindingen’ goedkeuren, moeten de risico’s serieuzer gaan nemen.
Aspartaam
In een ander onderzoek werden 114 studenten aselect ingedeeld in een groep die gewone Sprite dronk (een suikerrijke limonade), een groep die Sprite Zero met aspartaam kreeg, en een controlegroep met koolzuurhoudend water. Het onderzoek wees uit dat de lightfrisdrank bepaalde aspecten van het toekomstige gedrag van de studenten veranderde, waardoor ze verlangden naar extra calorieën, en de resultaten suggereerden dat de zoetstof effecten had op de hersenen. Dat is misschien niet zo gek als het lijkt. Aspartaam, een hoofdbestanddeel van ’s werelds meest gebruikte zoetstof, kan de cellen in de hypothalamus beïnvloeden en in theorie de hersencircuits voor eetlust in de war schoppen. Ook de chemische verbindingen in andere zoetstoffen kunnen onvoorspelbare, complexe effecten hebben.
Andere onderzoeken hebben uitgewezen dat de beloningscircuits in de hersenen van mensen die vaak lightdranken drinken, zodanig zijn veranderd dat ze een grotere kick krijgen van suiker. Deze moleculen, die onze smaakreceptoren kietelen en foppen om ze bij de calorieën vandaan te houden, zitten tegenwoordig in veel van de voedingsmiddelen en dranken die we consumeren, zodat het niet meevalt om ze volledig te vermijden.
Sucralose
De meest flexibele zoetstof ter wereld, die in voedsel, frisdranken én alcoholische dranken wordt gebruikt, heeft de onschuldige naam sucralose, maar is eigenlijk het stukken minder aanlokkelijk klinkende stofje 1,6-dichloro- 1,6-dideoxy-β-D-fructofuranosyl-4-chloro-4-deoxy-α-D-galactopyranoside. De stof is vijfhonderd keer zo zoet als suiker, en vroeger werd het als een inerte chemische verbinding beschouwd, die het lichaam snel passeert en met vlag en wimpel slaagde voor de veiligheidstesten over kanker. Maar hoewel er – ondanks de publieke opinie – geen goed bewijs is dat het gebruik ervan in verband brengt met kanker, is dat nog niet het hele verhaal. Meerdere onderzoeken hebben inmiddels uitgewezen dat het ‘inerte’ sucralose invloed heeft op de hormonen die betrokken zijn bij de spijsvertering. Dat doet het door de smaakreceptoren te activeren, die zich behalve op de tong ook in de alvleesklier, de darmen en de hypothalamus bevinden. Kleinschalige studies bij patiënten met obesitas wijzen uit dat dit leidt tot een verhoogde afgifte van insuline, het sneller legen van de maag en de afgifte van de normale spijsverteringshormonen. In een gedetailleerd onderzoek uit 2020 bij 45 normale proefpersonen had sucralose geen effect als het alleen werd gegeven, maar leidde het tot een verminderde insulinesensitiveit als het samen met andere koolhydraten werd toegediend, en had het een negatieve invloed op de stofwisseling en de reacties van de hersenen op zoet. Dat betekent dat het overdreven suikerresponsen in het brein en het lichaam kan oproepen.
Zoetstoffen zijn dus duidelijk niet ‘inert’. Ze belanden grotendeels onaangeroerd in de dikke darm, waar ze interacties met onze microben kunnen aangaan.
Het lijkt erop dat er flinke individuele verschillen zijn in hoe we op zoetstoffen reageren, die weleens met onze microbegemeenschappen te maken kunnen hebben. Er is enig bewijs hiervoor, uit vroege studies uit 2008 bij ratten, die slechts enkele microben bekeken. De onderzoekers voerden de ratten twaalf weken lang Splenda (sucralose) in de door de FDA aanbevolen doses voor mensen, en vonden bij tellingen significante afnames in zowel het totaal aantal microben als de diversiteit ervan, en dat effect gold met name voor de gezonde microben. Ook ging de zuurgraad van de darmen erdoor omhoog. Sommige van die veranderingen waren drie maanden na het toedienen van de drankjes nog zichtbaar. Andere onderzoeken over sucralose bij mensen wezen uit dat de veranderingen in het microbioom vooral optraden bij degenen met de hoogste insulinepieken.
Aspartaam en acesulfaamkalium – ook wel acesulfaam-K genoemd – worden ook veel gebruikt, en de opname daarvan verloopt anders dan bij sucralose, met beperktere effecten op de microben, al hebben we wel toenames gezien van de Firmicutes-groep en een afname van de vriendelijke Akkermansia-soorten.
Probeer eens antibiotica bij je lightdrank
Om te laten zien hoe microben in wisselwerking staan met je lightdrank, had een Israëlische onderzoeksgroep onder leiding van Eran Elinav en Eran Segal een vergelijkbaar idee, maar zij pakten het onderzoek veel grootschaliger aan en publiceerden hun bevindingen in het vaktijdschrift Nature. Ten eerste vonden ze dat het geven van normale hoeveelheden van drie veelgebruikte zoetstoffen (sucralose, aspartaam of sacharine) aan muizen die verder een normaal of vet dieet kregen, bij deze muizen tot een significante toename van hun bloedsuikerspiegel leidde, vergeleken met muizen die suiker aten. Ze herhaalden de test met antibiotica om eventuele effecten op de microben de kop in te drukken, en dat deed het effect van de zoetstof geheel teniet. Door de darmmicroben vervolgens te transplanteren naar steriele muizen, waarbij dezelfde glucosestijging werd veroorzaakt, bewezen de onderzoekers dat de microben direct verantwoordelijken waren. Daarna bekeken ze de microben van veertig mensen die regelmatig zoetstoffen gebruikten en meededen aan een voedingsonderzoek en vergeleken hen met 236 mensen die geen zoetstoffen gebruikten. Ze vonden precies dezelfde effecten als bij de muizen, namelijk abnormale bloedsuiker- en insulinegehaltes. Vervolgens zetten ze nog een ander onderzoek op, waarin zeven mensen die nog nooit zoetstoffen hadden gebruikt zeven dagen lang sacharinesupplementen kregen (in normale, goedgekeurde hoeveelheden) plus een standaard gecontroleerd dieet, terwijl hun bloedsuiker werd opgevolgd. Hoewel de deelnemers verschillend reageerden, ondervonden vier van de zeven ingrijpende veranderingen, waaronder toenames in het aantal Bacteroidetes en aardig wat ongebruikelijke darmmicroben, die een afspiegeling waren van de veranderingen in hun glucose. De zoetstoffen zetten de microben aan tot overproductie van twee metabole boodschappers, de korteketenvetzuren, maar het gezonde butyraat zat daar opmerkelijk genoeg niet bij. Alles bij elkaar verhoogden de zoetstoffen de activiteit van het nieuwe microbiële team, zodat ze koolhydraten en zetmeel efficiënter verteerden dan daarvoor. Dat zou ook invloed hebben op hun vertering van normaal voedsel, wat op zijn beurt de gewichtstoename zou kunnen verklaren.
Deze experimenten bewijzen dat kunstmatige zoetstoffen zeker niet zonder risico zijn; ze kunnen schadelijke effecten hebben op de stofwisseling, met gewichtstoename en een groter risico op diabetes tot gevolg. De reden waarom ze die effecten hebben, is dat ook zogenaamd inerte stoffen cruciaal kunnen zijn voor onze microben, die anders gaan functioneren en op die manier ons lichaam beïnvloeden. Hoe groot het risico van de zoetstoffen precies is en of iedereen er vatbaar voor is, weten we nog niet, maar deze experimenten met microben hebben duidelijk laten zien dat wij consumenten, en de instanties die nieuwe ‘veilige chemische verbindingen’ goedkeuren als ze de tests over kanker goed zijn doorgekomen, deze risico’s nu serieuzer moeten gaan nemen.
Bewaarmiddelen
Fabrikanten van lightdranken en veel bewerkte voedingsmiddelen compenseren het natuurlijke antibacteriële effect van suiker, dat in lightproducten ontbreekt, door grote hoeveelheden chemische conserveermiddelen toe te voegen, zoals natrium- of kaliumbenzoaat, citroenzuur of fosforzuur. Veel van die stoffen, en met name de benzoaten, tartrazine, mononatriumglutamaat, nitrieten en nitraten, worden vaak genoemd als oorzaken van allergische reacties. Diezelfde stoffen hebben, direct en via interacties met onze microben, ook invloed op ons immuunsysteem. Volgens sommigen zou dit een van de oorzaken zijn van de recente toename in het aantal allergieën. Het meeste onderzoek naar de veiligheid van chemische toevoegingen en zoetstoffen aan voedsel houdt zich vooral bezig met het bepalen van de risico’s op vergiftiging of kanker, en niet met het opsporen van metabole veranderingen in ons lichaam.
Zolang we niet meer weten, doen we er misschien dus verstandig aan om te minderen met deze ‘onschadelijke’ stoffen, of, beter nog, ze te vermijden. De wereldwijde toename van gebruik van kunstmatige zoetstoffen in dranken en voedingsmiddelen is nog weer aangewakkerd door de suikeraccijnzen en de opkomst van etiketten met de vermelding ‘laag suikergehalte’. Maar zoals al eerder is opgemerkt, heeft dat als nadeel dat mensen gewoonlijk meer suiker gaan gebruiken.
Stevia
Er wordt beweerd dat stevia niet schadelijk is voor de gezondheid, maar dat is nog niet goed getest.
De frisdrankfabrikanten proberen de gezondheidsbewuste consumenten bij te benen door het blad van de zoete steviaplant te gebruiken als ‘natuurlijk’ alternatief voor zoetstoffen – in de EU gebeurt dit sinds 2011. Stevia zou 30 procent minder calorieën bevatten, maar heeft mogelijk ook negatieve effecten op de microben. Vanwege de hoge kostprijs wordt het vaak vermengd met goedkope suiker. Er wordt beweerd dat het niet schadelijk is voor de gezondheid, maar dat is nog niet goed getest. Tegen de tijd dat jij deze nieuwste wonderzoetstof drinkt in een drankje uit de fabriek, heeft die al zware chemische bewerkingen ondergaan; toch proeven veel mensen de metalige of anijsachtige smaak nog steeds, een van de redenen dat de industrie er nog niet massaal op is overgestapt. Ironisch genoeg gebruikt de industrie momenteel microben voor de productie van een steviaverbinding zonder bittere nasmaak. In een recent door mij georganiseerd onderzoek kregen dertien hoogleraren voedingswetenschap uit de VS en het VK het verzoek om honderd soorten voedsel te rangschikken op de gezondheidsvoordelen ervan. De experts waren het totaal niet met elkaar eens of lightdranken goed of juist heel slecht voor je zijn. En dankzij de gigantische reclamebudgetten zullen ze niet snel uit de schappen verdwijnen.
Weet wat je eet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier