Eva Kestemont

‘Natuurlijk is een appelflap niet gezonder dan een brood: toch blijft debat over “ultrabewerkt” voedsel zinvol’

Eva Kestemont Journalist en auteur van van 'Verbeterd recept' (Ertsberg)

Het begrip ‘ultrabewerkt voedsel’ is te ruim om werkbaar te zijn: die bekende kritiek lijkt bevestigd te worden door een onderzoek dat verscheen in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet. Toch is het concept nog niet klaar voor de ideeënvuilbak, vindt journalist Eva Kestemont .

Op een aantal dagen tijd verschenen verschillende artikels die zich erg kritisch tonen tegenover het concept ‘ultrabewerkt voedsel’, ofwel voedsel dat op industriële wijze werd geproduceerd, vaak allerlei additieven bevat en voor de verkoop hevig rekent op marketing. De aanleiding: een betrouwbare en erg uitgebreide studie in The Lancet, die bestudeerde of een hogere consumptie van ultrabewerkt voedsel ook het risico verhoogt op multimorbiditeit, ofwel tegelijk aan twee of meer chronische ziekten lijden.

De onderzoekers bevestigen heel wat eerder onderzoek, dat al linken op tafel legde tussen ultrabewerkt voedsel en overgewicht, bepaalde kankers en andere chronische aandoeningen. Ze zagen immers wel degelijk een verhoogd risico op multimorbiditeit. Dat is een belangrijke bevinding, want multimorbiditeit vormt vandaag een van de grootste westerse gezondheidsuitdagingen. Toch domineert die niet in de conclusie van het onderzoek en de verslaggeving erover. De boodschap die de krantenkoppen haalt, is: ‘Niet alle ultrabewerkte voeding is slecht’. Of nog korter door de bocht: ‘Ultrabewerkt voedsel lijkt toch minder schadelijk dan gedacht’ en zelfs ‘Sommige ultrabewerkte producten zijn goed voor je gezondheid’.

Dat zit zo: de onderzoekers splitsten ‘ultrabewerkt voedsel’ op in verschillende onderverdelingen. Ze onderzochten de effecten van bijvoorbeeld kant-en-klare maaltijden en plaatsen die naast de gezondheidsimpact van pakweg zoute snacks. Zo vonden ze dat niet al het ultrabewerkt voedsel even schadelijk is. Meer zelfs: ultrabewerkte graanproducten en brood zouden zelfs bescherming bieden tegen multimorbiditeit. Ultrabewerkte sauzen en spreads, dierlijke producten en zoete dranken bleken dan weer nefast. Voor de overige categorieën werd geen noemenswaardige impact gevonden.

De spraakmakende studie geeft critici van het concept ‘ultrabewerkt voedsel’ nieuwe munitie. Een veelgehoorde kritiek is dat het concept ‘ultrabewerkt voedsel’ alles op een hoop gooit. Mensen zouden erdoor onder andere volgens onderzoeker Guido Camps van de Wageningen Universiteit niet meer in staat zijn om het onderscheid te maken tussen ongezonder en gezonder voedsel: ‘Alsof volkorenbrood uit de supermarkt ongezonder is dan een zelfgemaakte appelflap.’ Niemand die serieus bezig is met (ultrabewerkt) voedsel zal ook maar een seconde denken dat een appelflap gezonder is dan brood, ultrabewerkt of niet. Je kan geen appelen met peren vergelijken. We moeten product per product beoordelen, zoals dit onderzoek beoogde.

Ironisch genoeg lijkt het daar niet helemaal in geslaagd. Brood en ontbijtgranen kwamen in dezelfde koepel terecht, terwijl het uiteraard een gezondere keuze is om ’s morgens boterhammen te eten dan gezoete ontbijtgranen. Willen we dit debat dus serieus voeren en de vergelijking maken tussen gelijkaardige producten? Want dàt is wat ik wil weten: verteren we het volkorenbrood van die zuurdesembakker anders dan het volkorenbrood uit de supermarkt?

Die vraag wordt vandaag nog veel te weinig gesteld. In een artikel in Het Nieuwsblad zegt professor Levensmiddelenchemie aan de UGent Bruno De Meulenaer dan weer het volgende: “Brood is altijd een bewerkt product, of het nu van de bakker komt of uit de supermarkt. Het is dus onzin om daar een onderscheid tussen te gaan maken. In het supermarktbrood zitten wel additieven om de houdbaarheid te verbeteren. Maar die additieven hebben niets te maken met de mate waarin een product bewerkt wordt.” Dat klopt niet helemaal. Brood is altijd een bewerkt product (het is altijd gemengd, gekneed en gebakken), maar niet altijd een ultrabewerkt. Er worden inderdaad additieven toegevoegd om supermarktbrood langer houdbaar te maken, maar evengoed om het bakproces te versnellen of om een betere smaak of mooiere kleur te krijgen, iets wat het brood misschien wel al van zichzelf had gehad als er van in het begin anders en met andere ingrediënten werd gewerkt. Die hebben alles te maken met de ultrabewerking op zich.

In het artikel in de Volkskrant wordt gezegd dat niet de (ultra)bewerking ervoor zorgt dat we te veel en te snel eten, maar wel zacht en smeuïg voedsel. Akkoord, maar welk voedsel is er heel vaak zacht en smeuïg? Juist ja. Iets verder staat te lezen dat de focus op ultrabewerkt voedsel de aandacht afleidt van een groter probleem, want “overal rondom ons is ongezond eten beschikbaar” en dat de voedingsindustrie ongefundeerde gezondheidsclaims doet. Akkoord, maar opnieuw: is dat ongezond voedsel waardoor we omringd worden niet door de band genomen ultrabewerkt en zie je ooit gezondheidsclaims op minimaal bewerkte producten?

Eva Kestemont, Verbeterd recept, Ertsberg, 168 blz., 27,50 euro.

Het is goed en nodig dat het debat gevoerd wordt, maar ik betwijfel of we dat moeten doen door te blijven struikelen over de definitie van ultrabewerkt voedsel en het bestuderen van aparte voedingsproducten. Want misschien is dat supermarktvolkorenbrood iets goeds om te eten, maar je eet zelden een droge boterham. Denk maar eens aan wat jij het laatst tussen je brood at. Grote kans dat het ofwel een (ultrabewerkte) spread was, ofwel (ultrabewerkt) beleg van dierlijke afkomst: twee zaken waarvan de studie duidelijk aantoonde dat ze de kans op multimorbiditeit verhogen. Wat dan als je van dat supermarktbrood twee snedes meer neemt dan van ambachtelijk zuurdesembrood, omdat het nu eenmaal ultrabewerkt en zacht is en daardoor extra vlot wegslikt?

Merkwaardig genoeg kan je deze bedenking ook lezen tussen de lijnen van de studie door. De onderzoekers concludeerden immers dat een hoge consumptie van ultrabewerkt voedsel de kans op multimorbiditeit verhoogt, maar zien datzelfde effect tegelijk slechts bij twee van de negen voedselgroepen waarin ze ultrabewerkt voedsel opsplitsen. Betekent dat dat de mensen die veel ultrabewerkt voedsel aten en vaker meervoudig ziek werden, enkel buitensporig veel sauzen, spreads en dierlijke producten aten? Het lijkt mij sterk. Hoe en wat we eten, is meer dan de som van aparte delen. Zo bekeken lijkt nét de bundeling van de brede groep producten onder de noemer ‘ultrabewerkte voeding’ een meerwaarde.

Je kan immers blijven opsplitsen. Het is erg boeiend dat de onderzoekers zagen dat spreads een andere invloed hebben dan zoute snacks, maar dat maakt nog niet elke spread per definitie slecht. Niet elke hummus is hetzelfde. Zal een volgende studie dan dé waarheid proberen te doorgronden door die categorie op te splitsen in alle soorten spreads en sauzen die er zijn en alle bestaande merken en productiemethodes onder de loep nemen? Dat is een onmogelijke opdracht voor de voedingswetenschap. Je kan wel op persoonlijk niveau detecteren of je gezonde producten koopt of niet, door ze tijdens het winkelen telkens om te draaien en de ingrediëntenlijst te analyseren.

Toch mogen we dit niet alleen aan de consument overlaten. Als zelfs deze studie, die zich erg kritisch toont voor het concept ‘ultrabewerkt voedsel’ aantoont dat een hogere consumptie van dat ultrabewerkt voedsel een gezondheidsrisico met zich meebrengt, is het aan de overheid om in te grijpen. Die zou bijvoorbeeld de reclame voor dit soort voedsel aan banden kunnen leggen, of het gebruik van verhullende kleur- en smaakstoffen limiteren, zodat producenten gedwongen worden om van bij de start kwalitatiever te werken. Omzeil voor mijn part de discussie over ultrabewerkt voedsel en promoot de consumptie van zaken waar iedereen over eens is dat ze deel uitmaken van een gezond dieet zoals groenten, fruit en peulvruchten.

Laat ons bovendien niet vergeten dat het om veel meer redenen nuttig is om te praten over ultrabewerkt voedsel dan enkel om de eventuele impact op onze gezondheid. Al het ultrabewerkt voedsel is verpakt, vaak in plastic dat maar een keer gebruikt kan worden. Ultrabewerkt voedsel vergroot de kloof tussen consument en producent. Al die verschillende ultrabewerkte producten bevatten vaak ingrediënten die afkomstig zijn van een handvol planten, waardoor industriële monocultuur aangemoedigd wordt. Willen we dat allemaal nog in de wereld van morgen?

Het is goed dat we praten over ultrabewerkt voedsel, maar ik hoop dat we snel een stapje verder kunnen in het debat. Nee, niet al het ultrabewerkt voedsel is even slecht. En toch dacht ik tijdens het lezen van bovengenoemde artikels aan een vergelijking die heel wat voedingswetenschappers vaak maken: die van ultrabewerkt voedsel met tabak. Die valt hier ook door te trekken. Er zijn manieren van roken die schadelijker zijn dan andere. En toch zijn we het er vandaag over eens dat roken in zijn geheel niet gezond is en hebben we er verschillende regels rond. Dat wil niet zeggen dat niemand het vandaag nog doet en dat producenten niet nu en dan een sigaret waar ze van beweren dat die minder ongezond is. Het wil wel zeggen dat er geen krantenkoppen uitkomen met titels als “Niet elke sigaret is even ongezond”. We mogen volwassen mensen zeker wel hun eigen keuzes laten maken, maar het kan geen kwaad om een duidelijk kader te scheppen. Als dat kan voor tabaksproducten, waarom dan niet voor ons dagelijks brood?

Eva Kestemont is auteur van Verbeterd Recept – waarom je te veel ultrabewerkt voedsel eet en hoe dat anders kan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content