De maakbare mens: ‘De calorie draagt een aantrekkelijke belofte in zich’
Je kunt ze tellen. Vervloeken. Negeren. In de 19e eeuw werden calorieën zelfs gebruikt om er loonsverlagingen mee af te dwingen. Historica Nina Mackert onderzocht hun sociale belang.
Op bijna elk voedingsmiddel in het winkelrek staat het aantal calorieën vermeld. Sommige mensen negeren die informatie, andere slaan meteen aan het tellen, want te veel calorieën maken je dik.
De term calorie is gebaseerd op een natuurkundig begrip: één calorie is de energie die nodig is om één gram water één graad Celsius te verwarmen. Het caloriegehalte van voedsel wordt bepaald door het in het lab te verbranden en zo de energie-inhoud te meten. Het concept werd aan het eind van de 19e eeuw ontwikkeld, maar het is ook in 2024 nog dominant aanwezig. Fascinerend, vond de Duitse historica Nina Mackert, die er haar onderzoek aan wijdde.
De calorie is een ingewikkelde meeteenheid. Waarom is ze zo succesvol geworden?
Nina Mackert: Omdat ze een zeer aantrekkelijke belofte in zich draagt, namelijk dat je je voeding kunt meten en reguleren en zo je lichaam kunt vormen. We vinden dat idee nu vanzelfsprekend, maar het is nog geen 150 jaar oud.
Hoe dachten mensen daarvoor over voeding?
Mackert: In de 19e eeuw was er niet zo’n duidelijk verband tussen voeding en lichaamsvorm. Mensen wisten dat je dun werd van constante honger. Ze veroordeelden frequente eetbuien eerder als zonde dan als dikmakerij. Over het algemeen beschouwden mensen hun eigen figuur eerder als door God gegeven dan als door het individu gevormd. Sommigen hadden gewoon een slank lichaam, anderen een meer gedrongen. Dik zijn was meer iets positiefs in de 19e eeuw. Er waren niet zulke strenge regels voor het uiterlijk als tegenwoordig.
‘Sommige wetenschappers probeerden te bewijzen dat niet-blanken minder calorieën nodig hadden.’
Wat veranderde er toen wetenschappers een meeteenheid voor voedsel introduceerden?
Mackert: Calorieën tellen vestigde het idee dat mensen hun eigen lichaam konden vormen. Dat kan voor sommigen een bevrijdend effect hebben gehad. Maar het betekende ook dat je verantwoordelijk was voor je eigen figuur. Dik zijn werd al snel geassocieerd met een gebrek aan zelfcontrole en luiheid. Tegelijkertijd maakte de nieuwe meeteenheid het mogelijk om de brandstof voor de ‘menselijke machine’ te meten. Dat paste perfect in de geïndustrialiseerde maatschappij. Al van bij haar introductie is de calorie politiek gebruikt.
Hoe bedoelt u?
Mackert: In die tijd voerden arbeiders strijd voor hogere lonen en betere werktijden. Sommige fabrieksbazen bestelden studies bij voedingsdeskundigen over hoe arbeidersgezinnen goedkoper gevoed konden worden. De resultaten waren in het voordeel van de opdrachtgevers: het was de schuld van de arbeiders zelf als ze niet rond konden komen van hun loon. Voor hetzelfde geld hadden ze bijvoorbeeld veel havermout kunnen kopen in plaats van worst en hadden ze meer calorieën binnengekregen. Dat was een manier om loonsverlagingen te rechtvaardigen. Zo waren calorieën een wapen in de klassenstrijd van bovenaf.
De ene calorie is de andere niet: fabrieksvoeding doet vreemde dingen in ons lichaam
Welk effect had de meeteenheid op de relaties tussen mannen en vrouwen?
Mackert: Ook hier versterkte de voedingswetenschap bestaande structuren. In het begin nam bijvoorbeeld niemand de moeite om de caloriebehoefte van vrouwen te bepalen. Men schatte gewoon dat ze 20 procent minder nodig hadden dan mannen.
Is dat nooit getest?
Mackert: Jawel, maar pas in de jaren 1910. De experimenten volgden de genderrollen die in die tijd gebruikelijk waren. Terwijl de mannen krachtoefeningen deden tijdens de tests, naaiden of stoffeerden de vrouwen. De vrouwelijke proefpersonen verbruikten aanzienlijk minder calorieën. Dat resulteerde in verschillende calorietabellen voor vrouwen en mannen, waarvan sommige nog steeds worden gebruikt.
Is de pseudowetenschappelijke rassentheorie die in het begin van de 20e eeuw wijdverbreid was ook terug te vinden in het vroege onderzoek?
Mackert: Ja! Sommige wetenschappers probeerden te bewijzen dat niet-blanke mensen minder calorieën nodig hadden. Hun testresultaten suggereerden echter dat de minimale behoefte voor alle mensen gelijk was. Dat kon de onderzoekers niets schelen: ze interpreteerden hun eigen gegevens verkeerd om tot het gewenste racistische resultaat te komen.
Welk effect had dat?
Mackert: Tijdens de bouw van het Panamakanaal kregen niet-blanke arbeiders bijvoorbeeld lagere rantsoenen dan blanke arbeiders. De voedingsstudies van de Volkenbond in de jaren 1930 kwamen tot de conclusie dat de bevolking in de koloniën minder calorieën per hoofd diende te krijgen. De ongelijkheid werd gerechtvaardigd door te verwijzen naar wetenschappelijke bevindingen en calorienormen.
Tegenwoordig lijkt ondervoeding nauwelijks nog een probleem te zijn, tenminste in het Noorden. Voor ons zijn calorieën eerder een negatief gegeven. Hoe is dat zo gekomen?
Mackert: Met de opkomst van de massaconsumptiemaatschappij in het begin van de 20e eeuw werd onthouding een statussymbool. Slank zijn werd een teken van het vermogen tot zelfbeheersing , iets wat in moderne westerse consumptiemaatschappijen als een bijzonder belangrijke vaardigheid wordt beschouwd. Wie slank wilde zijn, begon zijn dieet te beperken. In het begin was het tellen van calorieën als afslankmethode vooral een zaak voor mannen.
Waarom?
Mackert: Vrouwen werden niet eens geacht de discipline te hebben om af te vallen: die zelfbeheersing werd gezien als een vaardigheid van blanke mannen die werd ontzegd aan niet-blanke mensen en vrouwen. Blanke vrouwen volgden dit voorbeeld pas iets later, ook om zich te onderscheiden van vermeende zwaarlijvige niet-blanke vrouwen. Aan het eind van de jaren 1910 verschenen er steeds meer dieetgidsen die calorieën tellen tot dé methode voor gewichtsverlies uitriepen.
‘In het begin was calorieën tellen als afslankmethode vooral een zaak van mannen.’
In hoeverre past de calorie in een consumptiemaatschappij?
Mackert: Het gaat om matiging, niet om afzien: volgens die logica kun je bijvoorbeeld het hele pak chocolaatjes eten waar je zin in hebt, als je dan de rest van de dag alleen bouillon eet om te compenseren. De perfecte dieetmethode voor het kapitalisme!
Wat waren de resultaten van de diëten?
Mackert: Ik bestudeerde de Amerikaanse arts Lulu Hunt Peters, die in de jaren 1920 beroemd werd met haar krantenrubriek over afvallen. Ze ontving honderden brieven van lezers die klaagden dat het caloriedieet niet werkte. Maar Peters liet zich daardoor niet afschrikken. Volgens haar telden de mensen gewoon niet goed.
Had ze gelijk?
Mackert: Al van bij het begin luidde de kritiek dat de caloriemeting niet genoeg rekening hield met individuele verschillen. Zelfs toen al benadrukten fysiologen dat de menselijke stofwisseling niet in één tabel kon worden gevat.
Waarom tellen veel mensen vandaag de dag nog steeds calorieën?
Mackert: We zijn er nu aan gewend om onszelf en ons gedrag te meten. Als het om voeding gaat, zou je een groot aantal factoren kunnen meetellen, maar dat zou de dingen erg ingewikkeld maken. Calorieën bieden één getal en dat maakt ze aantrekkelijk, hoewel dat getal niet de hele waarheid is.
Influencers zoals Lizzo of Melodie Michelberger vieren alle lichaamsvormen onder de hashtag #bodypositivity. Waarom dringen zij niet door tot het grote publiek?
Mackert: Het schoonheidsbeeld verandert, maar heel langzaam. De body positivity-beweging heeft in dat opzicht al iets bereikt: de mode- en de voedingsindustrie kunnen er niet langer omheen en adverteren met niet-standaard modellen. Ook al gaat het hen natuurlijk in de eerste plaats om de verkoop van producten en ook al wordt een kledingmaat van 38/40 vaak als ‘mollig’ op de markt gebracht. Zolang slank zijn de norm is, zullen mensen manieren zoeken om hun lichaam daarnaar te modelleren. Velen beginnen dan calorieën te tellen. In het dagelijks leven ontkom je er nauwelijks aan. We worden constant geconfronteerd met calorie-informatie op productverpakkingen of menu’s. In de Europese Unie is calorie-etikettering sinds 2012 zelfs verplicht.
Is dat niet logisch? Obesitas is een groot gezondheidsprobleem in veel landen, vooral onder de lager opgeleide klassen.
Mackert: Ik denk echt niet dat het probleem van armoede en gezondheid een probleem van onwetendheid is. De meeste mensen met overgewicht weten precies hoeveel calorieën iets bevat. Als we echt geïnteresseerd zijn in hun gezondheid, moeten we het eerder hebben over hoeveel toegang mensen hebben tot zekere banen en goede gezondheidszorg en een leven zonder de stress van armoede en stigmatisering. Want er zijn ook veel onderzoeken die aantonen dat dik zijn je arm maakt, in plaats van andersom.
Hoe kunnen we ons bevrijden van de macht van de calorie?
Mackert: Mijn bijdrage is om het verhaal van de calorie te vertellen. Ik wil laten zien dat het ideaalbeeld van ons lichaam niet van nature gegeven is maar historisch is geëvolueerd. Tegenwoordig hebben veel mensen het idee geïnternaliseerd dat slank zijn en succes hebben hand in hand gaan. Vooral jonge mensen lijden daaronder en voelen zich mislukkelingen als ze geen strak, mooi lichaam hebben. Ik zou willen dat we anders gaan denken over eten en voeding.
Het dreigende einde van de goedkope calorieën: wat doet big food?
Nina Mackert
Geboren in 1981. Historicus aan de Universiteit van Leipzig. Ze is gespecialiseerd in de Noord-Amerikaanse en trans-Atlantische cultuur- en kennisgeschiedenis, in het bijzonder de geschiedenis van het lichaam, gezondheid, voedsel en voeding. Ze is ook oprichter en coauteur van de blog Food, Fatness and Fitness.