De ‘eiwitshift’: waarom een vleestaks voorlopig onverteerbaar is

‘Fervente vleeseters zitten veelal rechts op het politieke spectrum. We zien een verband met ­stromingen als conservatisme en nationalisme.’ © Getty Images

Terwijl de Vlaming slechts mondjesmaat meer plantaardig eet, blijkt vlees naast een cultureel gegeven ook verbonden met ideologie en politieke voorkeur.

Het gaat traag met de ‘eiwitshift’. Met dat pact tussen de Vlaamse overheid, de bedrijfswereld en het middenveld hoopt men tegen 2030 de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten in ons eetpatroon te doen kantelen naar 40-60. ‘De vleescultuur zit nog diep verankerd in ons voedings­patroon’, gaf het Departement Omgeving in februari nog toe.

De grootste weerstand tegen een meer plantaardig dieet zit bij mensen met een rechts profiel. Uit een recente, ongepubliceerde peiling door iVOX die Knack kon inkijken, blijkt dat amper een kwart van de CD&V- en N-VA-kiezers vindt dat we minder dierlijke producten zouden moeten eten. Bij de ­kiezers van het Vlaams Belang is dat maar 15 procent. Ook het voorstel om plant­aardige alternatieven minder te belasten, kan maar een vijfde tot een kwart van de rechtse kiezers bekoren.

Kiezers van de Open VLD, het Vlaams Belang, de N-VA en de CD&V blijken het meest verknocht aan hun lapje vlees. Kiezers van Vooruit leunen daarbij aan, die van de PVDA maar vooral Groen zijn al het verst opgeschoven in de eiwitshift.

Vlees is politiek

Charlotte De Backer, hoogleraar communicatiewetenschappen aan de UAntwerpen, herkent die ideologische scheidingslijn. ‘Fervente vleeseters zitten veelal rechts op het politieke spectrum. We zien in ­studies wel degelijk een verband tussen vlees eten en stromingen als conservatisme en nationalisme, of een vorm van hege­monisme. Al zijn het niet alleen jonge ­mannen die politiek naar rechts neigen die zich carnivoor wanen: ook conservatieve vrouwen eten gemiddeld meer vlees.’

Fervente vleeseters zitten veelal rechts op het politieke spectrum. We zien een verband met stromingen als conservatisme en nationalisme.

Charlotte De Backer (UAntwerpen)

Is vlees eten politiek? Sparsha Saha, onderzoeker aan de Amerikaanse Harvard University, aarzelt niet. ‘Het is een politieke relatie tussen onze soort en andere soorten. Door vlees te eten tonen we onze dominantie tegenover dieren, maar ook tegenover de natuur. En ja, die voorkeur voor hiërarchie en dat autoritaire zien we vaker bij conservatieven − niet toevallig een grote groep mensen voor wie verandering angstaanjagend overkomt.’

Culturele groepen

Charlotte De Backer doet zelf onderzoek naar ­voeding als identiteit. ‘Eten is eigenlijk non-verbale communicatie’, legt ze uit. ‘Met wat je eet, maak je duidelijk tot welke culturele groep je behoort. Denk aan ­mensen uit de hogere middenklasse die graag iets van Yotam Ottolenghi bereiden. Maar iets níét eten, zoals vlees, geeft een nog sterker signaal. Dan raak je pas een ­gevoelige snaar en verlies je in de ogen van de anderen je lidmaatschap van de groep “omnivoren”.’

Dat het gevoelig ligt, merken ze ook bij ProVeg vzw, een organisatie die plantaardig eten promoot. ‘We proberen eetgewoontes in onze communicatie zo veel mogelijk los te koppelen van identiteit, om zo een groter publiek aan te spreken’, klinkt het daar.

Missen we belangrijke voedingsstoffen door geen of minder vlees te eten?

Maatschappelijke prijs

Politici zullen zich niet gauw profileren op het thema. Zo was het invoeren van een vleestaks geen stelling in De Stemtest van De Standaard en de VRT. Niet vanwege een beperkte relevantie, maar omdat geen enkele partij voorstander is van zo’n heffing. Wat klinkt als een onpopulaire maatregel, ligt in Duitsland en Denemarken wél op tafel. Ook in Nederland werd het idee twee jaar geleden ernstig onderzocht.

Experts zijn het er alvast over eens dat vlees veel te goedkoop is. ‘Vraag eens aan een hardwerkende boer wat hij van die prijs vindt’, zegt Tessa Avermaete, bio-econome aan de KU Leuven. ‘Het plaatje klopt gewoon niet, ­economisch maar ook op het vlak van milieu én gezondheid. Mensen beroepen zich graag op hun keuzevrijheid om te eten wat en hoeveel ze willen, maar ze vergeten de torenhoge prijs voor de overheid om al die voedingsgerelateerde ziekten de baas te kunnen. De hoge inname van rood en bewerkt vlees staat in verband met ­bepaalde beschavingsziekten en ­kankers. En de samenleving draait op voor de schade. Zo bekeken vind ik een vleestaks niet slecht. Voer op z’n minst de discussie.’

Alleen door met veel empathie over vlees te praten, zonder in extreme termen te vervallen, krijg je mensen mee aan boord.

Sparsha Saha (Harvard-universiteit)

Dierenrechten

‘Het debat is enorm gepolariseerd, ook vanwege de link met het klimaat’, zegt Sparsha Saha, die zich baseert op Amerikaans kiesonderzoek. ‘Als Amerikaanse politieke kandidaat scoor je slechter als je zou voorstellen om in de strijd tegen de klimaatopwarming de vleesconsumptie aan banden te leggen, dan als je hetzelfde zou voorstellen voor benzine slurpende auto’s.’

Toch ziet Saha een manier om de hoge vleesconsumptie geloofwaardig aan te kaarten, zonder dat kiezers massaal op de vlucht slaan: door het te framen als een kwestie van dierenrechten, in plaats van te hameren op de impact op milieu en klimaat. ‘Alleen door met veel empathie over vlees te praten, en vooral door niet in extreme termen te vervallen, krijg je mensen mee aan boord.’ Uit een studie in het ­wetenschappelijke tijdschrift Nature Food blijkt ook dat er bij Duitse kiezers meer steun is voor een vleestaks als ze wordt ingevoerd met het oog op dierenwelzijn.

‘Het is de rol van wetenschappers om nuchter te communiceren over een beladen onderwerp waarover veel desinformatie de ronde doet’, vindt Tessa Avermaete. ‘Zo verkiezen eerder linkse mensen bio en ­lokaal geteeld voedsel, maar ook dat is ­ideologisch gedreven, het is niet altijd beter. De waarheid ligt in het saaie midden.’

Lekker betaalbaar

Zit vlees dan echt zo ingebakken in onze cultuur? Heel zeker, meent De Backer. ‘Je hoeft maar naar Masterchef (kookwedstrijd op VTM, nvdr) te kijken om te weten hoe centraal vlees nog altijd staat.’ Dat bevestigt een studie van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) uit 2023: meer dan de helft van de Belgen eet minstens vier keer per week vlees.

Het blijft een uitdaging om mensen meer plantaardig te laten eten. Avermaete: ‘Het VLAM gebruikt weleens de 5 g’s – genot, gemak, geld, geweten en gezondheid – als voorwaarden die vervuld moeten zijn. Daar zit iets in. De prijs is misschien de belangrijkste factor: plantaardige alternatieven mogen zeker niet duurder zijn dan vlees. En ze moeten lekker zijn, ­anders overtuig je niemand. Maar dus ook overal beschikbaar, gezond en duurzaam.’

Waarom de industriële landbouw niet over kweekvlees durft te spreken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content