‘Als we in Europa koffie willen blijven drinken, dan zullen we er meer voor moeten betalen’

‘De EU is een interessante markt, maar Kenia kan zijn koffie ook aan de Amerikanen verkopen. En zij zullen niet naar ontbossing vragen.’ © Philippe Weiler

Amper 1 op de 20 koffies die we in ons land drinken, is afkomstig van de eerlijke handel. De meerprijs die de consument betaalt voor fairtrade maakt een groot verschil voor de koffieboer, die ook in Kenia af te rekenen krijgt met de klimaatverandering.

Boer Ruben Nyuki leidt ons rond op zijn miniplantage in Centraal-Kenia. We bevinden ons op 2000 meter hoogte, aan de voet van de Mount Kenya, de hoogste berg van het land. De effecten van de klimaatverandering laten zich ook hier voelen. Droogte, overstromingen en te hoge temperaturen bedreigen steeds vaker de koffieoogst.

Gelukkig kan Nyuki rekenen op de jonge landbouwingenieurs die Rung’eto, de coöperatie waarbij hij is aangesloten, naar de boeren stuurt. Die brengen goede raad mee, en zaad voor planten die resistent zijn voor de oprukkende koffiebesziekte.

Tussen zijn koffieplanten heeft Nyuki hogere bomen geplant. Die leveren de schaduw die de koffieplanten nodig hebben om te floreren, en de avocado’s en macadamianoten die ze voortbrengen bezorgen hem een extra inkomen, net als de koeien die hij houdt, voor de melk. Met die extra’s heeft hij een ziekteverzekering kunnen afsluiten en een bescheiden huis gebouwd op de plantage.

‘Met de fairtradepremies kan een coöperatie ook beslissen om het schoolgeld te betalen voor de kinderen van de boeren.’

Philippe Weiler, ceo van Fairtrade Belgium

Minimumprijs

Rung’eto is fairtrade-gecertificeerd sinds 2021. Om het label te behalen, moeten coöperaties kunnen aantonen dat hun hele productieketen duurzaam is, zowel op het vlak van milieu als wat de mensenrechten betreft’, zegt Koen Van Troos, verantwoordelijke pr en advocacy bij Fairtrade Belgium. Dat houdt in dat boeren opleidingen kunnen volgen, technische ondersteuning krijgen, toegang hebben tot meststoffen en lid mogen worden van een vakbond.

© Philippe Weiler

De aansluiting bij Fairtrade vergt een belangrijke investering van de coöperaties, niet het minst omdat ze hun organisatie moeten aanpassen. Voor die inspanningen krijgen de coöperaties behoorlijk wat terug. Om te beginnen ontvangen de boeren een minimumprijs voor hun producten. ‘Voor koffie maakt dat op dit moment geen verschil, nu de wereldkoffieprijs historisch hoog is, maar in slechtere tijden zijn boeren blij dat het verschil wordt bijgepast’, aldus Van Troos.

Daarbovenop is er de fairtradepremie, op dit moment 0,40 euro per kilogram koffie, die Fairtrade onderscheidt van andere duurzaamheidslabels. ‘Die premies kunnen de coöperaties investeren in voorzieningen waar de hele gemeenschap rond de koffieproducenten van profiteert: een ziekenhuis, elektriciteit, wegen of waterleidingen, bijvoorbeeld, maar een coöperatie kan ook beslissen om het schoolgeld te betalen voor de kinderen van de boeren’, vertelt Philippe Weiler, ceo van Fairtrade Belgium. ‘Als je weet dat een jaar middelbare school in Kenia omgerekend 1000 euro kost, dan begrijp je dat dit voor de boeren een groot verschil maakt.’ Het zijn trouwens de leden van de coöperatie die tijdens de jaarlijkse algemene vergadering democratisch beslissen hoe de fairtradepremie wordt besteed.

Ook koffie kan klimaatpositief worden: ‘We zijn klein, maar denken groot’

Tankstation

Door groene velden rijden we naar een van de wasstations waar Nyuki en de meer dan 7000 andere bij Rung’eto aangesloten boeren hun bonen kunnen afleveren. Die worden daar niet alleen gewassen maar ook gedroogd. Dat laatste kan sinds kort in de solar dryer, een broeierig hete serre, waar de koffiebonen op droogbedden met twee verdiepingen liggen. ‘In vier dagen tijd zijn de bonen droog, terwijl dat op de traditionele manier zeven à tien dagen duurt’, vertelt Samuel Karanja, de directeur van Rung’eto. ‘Bovendien drogen de bonen gelijkmatiger, wat de kwaliteit van de koffie ten goede komt.’

De droger is gefinancierd met de fairtradepremies, net als het tankstation op de site, vertelt Karanja. ‘Het bespaart de boeren verre ritten op zoek naar benzine, en het genereert extra omzet voor de coöperatie, want de hele gemeenschap kan hier brandstof kopen.’ Nog een paradepaardje van Rung’eto dat met de fairtradepremie is betaald, is Sacco, de bank van de coöperatie. ‘In Kenia bezit lang niet iedereen het minimumkapitaal om een bankrekening te kunnen openen bij een commerciële bank, en bij Sacco kunnen de boeren ook tegen interessantere voorwaarden lenen’, aldus Karanja.

‘Nog altijd leeft bij een deel van de consumenten het idee dat fairtradeproducten minder lekker zouden zijn, maar het smaakargument gaat al lang niet meer op.’

Koen Van Troos, verantwoordelijke pr bij Fairtrade Belgium

Te weinig vraag

Alle koffie wordt bij Rung’eto volgens de fairtradenormen geproduceerd, maar slechts 10 procent wordt ook als fairtrade verkocht. De rest komt als ‘gewone koffie’ op de markt, wat wil zeggen dat er geen minimumprijs en geen fairtradepremie voor wordt betaald.

Dat is geen exclusief probleem van Rung’eto of van Kenia, en het geldt ook niet alleen voor koffie. Voor zowat alle producten is het fairtradeaanbod groter dan de vraag.


Hoe dat komt? De perceptie zit in de weg, volgens Van Troos. ‘Nog altijd leeft bij een deel van de consumenten het idee dat fairtradeproducten duurder en minder lekker zouden zijn. Een klein prijsverschil is er altijd, maar het smaakargument gaat al lang niet meer op. Het gaat ten slotte vaak om exact dezelfde producten, op dezelfde plaats en op dezelfde manier geteeld en verwerkt.’

© Philippe Weiler

Thee met melk

Een Belg drinkt gemiddeld 6,8 kilogram koffie per jaar, goed voor een plaats in de wereldwijde top 10. Voor Kenia maakt dat ons land een interessante markt, in die mate zelfs dat de Keniaanse vicepresident Rigathi Gachagua iets meer dan een jaar geleden de koffiebonen uit zijn land in België kwam promoten tijdens een Europese handelsmissie.

Keniaanse koffie is op de Belgische markt nog relatief onbekend, maar de Belgische koffiebranders die we vergezellen op een studiereis georganiseerd door Fairtrade Belgium en de Belgische Koffiefederatie, zijn onder de indruk van de kwaliteit van de koffiebonen van Rung’eto. ‘We hebben er al prijzen mee gewonnen, en er wordt op de veiling in Nairobi tot 12 euro per kilogram voor betaald, een heel stuk boven de gemiddelde marktprijs’, glundert Rung’eto-manager Karanja.

Proeven zit er helaas niet in, en dat zal een constante blijken bij onze bezoeken hier: na een rondleiding en een lofzang op de eigen koffie worden we getrakteerd op thee met een flinke scheut melk. Kenia was een Britse kolonie en een koffiecultuur hebben ze hier niet. En daarmee ook geen lokale markt.

‘Wij hebben de EU niet nodig om te beseffen dat we ons leefmilieu moeten beschermen.’

Isaac Tongola, directeur van Fairtrade Africa (FTA)

Ontbossing

98 procent van de Keniaanse koffie wordt geëxporteerd, zo leren we de volgende dag op het hoofdkantoor van Fairtrade Africa (FTA) in Nairobi. Ongeveer de helft daarvan gaat naar de Europese Unie, en precies die EU-uitvoer baart op dit moment zorgen.

Op 30 december 2024 zou de Europese verordening voor ontbossingsvrije producten, kortweg EUDR (European Union Deforestation Regulation), van kracht worden. Die bepaalt dat de Europese Unie geen koffie, cacao, palmolie, rubber, soja of vlees meer mag invoeren waarvoor bomen zijn gekapt. Concreet moeten importeurs kunnen bewijzen dat ze geen producten verhandelen uit gebied dat na 2020 is ontbost.

‘Wij hebben de EU niet nodig om te beseffen dat we ons leefmilieu moeten beschermen’, zegt Isaac Tongola, directeur van Fairtrade Africa (FTA). ‘De klimaatverandering bemoeilijkt nu al onze koffieproductie.’

Geolocalisatie

Het is vooral de manier waarop de boeren moeten bewijzen dat ze aan de nieuwe EU-wetgeving voldoen, die kwaad bloed zet: met geolocatiegegevens van de koffieplanten, in combinatie met satellietfoto’s. ‘Het verzamelen van die data is niet makkelijk’, zegt George Watene van het Kenya Coffee Platform (KCP). ‘Niet iedereen heeft hier een smartphone, niet alle boeren zijn digitaal geletterd. Wie het zelf niet kan, moet anderen betalen om het te doen.

© Philippe Weiler

‘De nieuwe ontbossingswetgeving zorgt in alle koffieproducerende landen voor ongerustheid, maar in Kenia nog meer omdat hier 800.000 kleine koffieboeren actief zijn op minuscule lapjes grond en er dus relatief veel meer datapunten verzameld moeten worden’, gaat Watene verder. ‘Ter vergelijking: Honduras produceert tien keer meer koffie dan Kenia, met minder producenten.’

‘Op dit moment is nog maar 10 procent van de fairtradecoöperaties klaar met de data’, aldus Kubasu Agapeters, directeur van Fairtrade Oost-Afrika. ‘De EU beseft niet welke impact die verplichtingen hebben op onze productieorganisaties. We moeten meer tijd krijgen om ons op de nieuwe wetgeving voor te bereiden.’
De kans is groot dat die tijd er komt. Niet alleen omdat ook de andere exporterende landen respijt vragen, maar vooral omdat de EU zelf niet klaar is met haar online registratiesysteem. De Europese Commissie heeft voorgesteld om de toepassing van de ­ontbossingswet met een jaar uit te stellen. Zowel de Raad van de EU als het Europees ­Parlement heeft dat uitstel ondertussen goedgekeurd, waardoor het er zo goed als zeker komt.

‘Europa is en blijft vooralsnog de meest interessante afzetmarkt voor koffie.’

Michel Germanès, ceo van koffie-invoerder EFICO

China

Hoe dan ook zal de nieuwe wetgeving meer administratie vergen van alle spelers in de koffieketen, en zullen de kosten daarvoor worden doorberekend aan de Europese koffiedrinker. Tenzij de Kenianen de EU links zouden laten liggen. ‘Ze kunnen hun koffie uiteraard ook aan andere landen kwijt. Chinezen of Amerikanen zullen niet naar mogelijke ontbossing vragen, maar zij betalen lagere prijzen en kopen kleinere volumes aan’, zegt Agapeters van Fairtrade Africa (FTA).

‘Europa is en blijft vooralsnog de meest interessante afzetmarkt voor koffie’, zegt ook Michel Germanès, ceo van EFICO, een van de grootste koffie-invoerders in ons land. ‘Ik hoor al jaren dat de vraag naar koffie op de Aziatische markt zal exploderen, maar voorlopig blijft die stijging bescheiden. Bovendien zijn de Chinezen ondertussen zelf begonnen met het telen van koffie. Voorlopig is de kwaliteit niet spectaculair, maar we hebben in andere sectoren al gezien hoe snel Chinezen leren.’

De Rung’eto-koffie­coöperatie. ‘Voor zowat alle producten is het fairtradeaanbod groter dan de vraag, omdat consumenten denken dat het duurder en minder lekker is.’ © Philippe Weiler

De koffieprijzen zijn de voorbije jaren al gestaag omhoog gegaan. Dit jaar viel er zelfs een stijging van 40 procent op te tekenen door tegenvallende oogsten in Brazilië, het grootste koffieland, Centraal-Amerika en Oost-Afrika. ‘Bovendien stijgt het koffieverbruik wereldwijd met twee procent per jaar, terwijl het aanbod voorlopig niet toeneemt’, aldus Germanès, die verwacht dat de gevolgen van de klimaatverandering en de ontbossingswetgeving de prijs verder de hoogte in zullen duwen. ‘Wanneer de rentabiliteit onder druk komt te staan, dan is de jonge generatie ook niet meer geneigd om het landbouwbedrijf van hun ouders voort te zetten’, zegt Germanès. ‘Dat is bij die koffieboeren niet anders dan bij ons. Tegelijk bestaat de kans dat het telen van andere gewassen voor sommige boeren financieel interessanter wordt. Wat dan tot een daling van het aanbod en hogere prijzen zou leiden.’

Lijkt iedereen het erover eens dat de boeren eerlijk vergoed moeten worden, dan is niet iedereen in de sector ervan overtuigd dat dit enkel via een fairtradelabel kan gebeuren. Zo heeft EFICO niet alleen fairtrade-koffiebonen in zijn assortiment, maar steunt het bedrijf daarnaast met zijn EFICO Foundation ook een aantal projecten die positief bijdragen aan de lokale koffiegemeenschappen. In Guatemala is er een project om veiligere woningen te bouwen voor boerenfamilies, in Tanzania voorziet een coöperatie in gratis onderwijs en maaltijden in het lokale schooltje. ‘Wanneer kinderen eten krijgen op school, zijn hun ouders meer geneigd ze naar school te sturen, in plaats van ze thuis te laten meewerken. Een eenvoudige ingreep met een enorme impact op een hele gemeenschap,’ aldus Germanès.

‘Lokale producten zijn essentieel voor de ontwikkeling van eerlijke handel’

Deze reportage kwam tot stand met de steun van Fairtrade Belgium en de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content