Wereldwijd was in één jaar tijd geen afname te zien van het aantal nieuwe hiv-infecties, signaleert het VN-programma UNAIDS.
De vooruitgang in de aidsbestrijding hapert en ongelijkheid neemt toe, waarschuwt de organisatie in een woensdag gepubliceerd rapport. Dat verschijnt in aanloop naar de internationale aidsconferentie, die vrijdag begint in Montreal in Canada.
Net als in 2020 kwamen er in 2021 1,5 miljoen nieuwe hiv-infecties bij. Daarmee is het doel niet gehaald, stelt UNAIDS, dat eigenlijk inzette op een miljoen minder hiv-infecties dit jaar. Sinds 1996 is het aantal nieuwe hiv-infecties wel gedaald met 54 procent.
Ongeveer 650.000 mensen overleden in 2021 aan aids. In 2004 overleden de meeste mensen aan de ziekte: toen ging het om ongeveer 2 miljoen doden. In Oost-Europa, Centraal-Azië, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en sommige landen van Latijns-Amerika blijft het aantal hiv-infecties toenemen. In West-Europa en West- en Centraal-Afrika neemt het aantal nieuwe infecties met hiv af. Bovendien is de situatie de afgelopen jaren veel verbeterd in Oost- en Zuidelijk-Afrika, waar volgens het Nederlandse Aidsfonds nog steeds de meeste mensen met hiv leven.
Toch is nu merkbaar dat de daling zich minder snel doorzet, aldus het VN-programma. Homomannen, trans personen, sekswerkers, drugsgebruikers en hun seksuele partners lopen het meeste risico om besmet te raken met hiv. Die groepen worden in veel landen gestigmatiseerd en gediscrimineerd, waardoor ze maar moeilijk toegang hebben tot medicijnen en preventiemiddelen, zegt het Nederlandse Aidsfonds in een reactie op de cijfers van UNAIDS. Overigens: meisjes en jonge vrouwen in Afrika ten zuiden van de Sahara lopen twee keer zoveel risico op een hiv-infectie als jongens van dezelfde leeftijd, klinkt het.
