Vlaming spendeert meer dan drie uur per dag op zijn smartphone
De gemiddelde Vlaming spendeert dagelijks 188 minuten, oftewel 3 uur en 8 minuten, op zijn of haar smartphone. Dat blijkt dinsdag uit de jaarlijkse digimeter van onderzoekscentrum imec. De coronapandemie heeft een blijvende impact gehad op ons smartphonegebruik.
De digimeter werd afgenomen in het najaar van 2021 en bevroeg net geen 3.000 Vlamingen van minstens 16 jaar. Van 237 personen werd het smartphonegebruik via de Mobile DNA-app geanalyseerd. In 2020 gebruikten de Vlamingen hun smartphone dagelijks 3 uur en 5 minuten. Vóór de coronapandemie, in 2019, kwam de gemeten schermtijd nog uit op 2 uur en 28 minuten. De toename in schermtijd blijft dus ook in 2021 nog voortduren.
Het grootste deel van de tijd (75 minuten) gaat naar sociale media en chatapps. De coronapandemie zorgde voorts voor een sterk gestegen gebruik van bepaalde online diensten. Ook die gewoontes zijn in 2021 blijven hangen. Bankapps worden bijvoorbeeld door 57 procent van de Vlamingen minstens maandelijks gebruikt (+ 3 procentpunt in vergelijking met 2020) en door 37 procent zelfs wekelijks (+ 4 procentpunt). De authenticatie-app itsme zit stevig in de lift. Het Mobile DNA-onderzoek heeft getoond dat 70 procent van de Vlamingen maandelijks een beroep doet op itsme om persoonlijke data te raadplegen.
Vóór de pandemie bereikte itsme amper 10 procent van de Mobile DNA-gebruikers. Ondertussen heeft 99 procent van de Vlamingen minstens één ‘slim’ toestel, zoals een smartphone, een tablet of een wearable, in huis. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen ook kan connecteren, waarschuwt het onderzoek. ‘De digitale kloof is groter dan gedacht’, zegt professor nieuwe communicatietechnologieën Lieven De Marez (imec en UGent). ‘Een vijfde van de Vlamingen is mee met alle nieuwe technologieën, maar een bijna even grote groep mensen dreigt af te haken.’
Steeds minder tv
Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat Vlaamse jongeren steeds minder Facebook en klassieke tv-abonnementen gebruiken. TikTok en videostreamingplatformen lijken de plek van Facebook en klassieke tv te hebben ingenomen.
55 procent van de Vlamingen had in 2021 een abonnement op een streamingplatform, dat is een toename met 5 procentpunt ten opzichte van 2020 en met 10 procentpunt in vergelijking met 2019. Netflix is het populairste platform, gevolgd door Disney+, Streamz en Amazon Prime. Klassieke tv-abonnementen lijken daarvoor het gelag te betalen. In de jongerencategorie, van 25- tot 34-jarigen, heeft zelfs een op de drie geen tv-abonnement meer.
In totaal is de groep Vlamingen zonder digitale tv gegroeid van 16 naar 22 procent sinds de vorige digimeter. Ook het gebruik van sociale media heeft een verandering doorgemaakt, vooral dan bij de categorie 16- tot 24-jarigen. Bij die groep gebruikt nog 76 procent Facebook elke maand, terwijl dat percentage twee jaar geleden nog vlot boven 90 procent lag. Qua dagelijks gebruik gaat het van 67 procent in 2020 naar 53 procent in 2021.
Het is de eerste keer sinds 2009, de eerste keer dat de digimeter uitgevoerd werd, dat het aandeel van Meta (de groep boven Facebook) sputtert. Meer jongeren gebruiken wel Instagram en Whatsapp. TikTok is daarentegen aan een stevige opmars bezig. Op twee jaar tijd is het aantal jongeren dat het platform dagelijks gebruikt, gestegen van 12 naar maar liefst 62 procent. Gemiddeld spendeert een 16- tot 24-jarige 72 minuten per dag op TikTok. Daarmee komt de tijd die een Vlaamse jongere spendeert op TikTok hoger uit dan de gemiddelde schermtijd van de Vlaming op alle sociale media samen.
Digitaal jargon
Nog blijkt dat een kwart van de Vlaamse jongeren niet mee is met het digitale jargon. Deze groep jongeren heeft moeite met het begrijpen van digitale termen als de cloud, 5G of two-factor authentication. Volgens professor nieuwe communicatietechnologieën Lieven De Marez ligt er een grote uitdaging in het opkrikken van de digitale vaardigheden van jongeren.
Het gaat dan vooral over jongeren met een lagere sociaaleconomische status (SES) en jongeren uit minder mediarijke gezinnen. Zij hebben wel bijvoorbeeld een smartphone of een tablet, maar het zijn er ofwel in aantal onvoldoende om mee te kunnen zijn, ofwel ontbreekt het hen aan de vaardigheden om zich zonder problemen te bewegen in de digitale wereld. Twaalf procent van alle 16- tot 24-jarigen gaat minstens wekelijks naar een publieke plek of bib voor een internetverbinding. Dat is 8 procentpunt meer in vergelijking met de vorige digimeter, en 7 procentpunt meer dan over het totaal van Vlamingen gezien. De groep van 16- tot 24-jarigen met een lage SES ondervindt bovendien evenveel moeilijkheden dan 55+-ers met digitale basisvaardigheden zoals online bankieren, online solliciteren of online contact opnemen met de overheid. Zeventien procent van de totale groep van jongeren zegt bepaalde digitale toepassingen te vermijden omdat ze er niet vertrouwd mee zijn. ‘Van jongeren wordt vaak verwacht dat ze volledig mee zijn met de digitale wereld, maar dat blijkt niet altijd het geval te zijn’, stelt professor De Marez. ‘Er rust een grote uitdaging op het onderwijs om jongeren meer digitale basisvaardigheden bij te brengen. Mediawijs heeft interessante educatieve pakketten die daarbij kunnen helpen. En ook leerkrachten moeten zich bijscholen.’