Vlaamse Week tegen Pesten: ‘Ik heb me vaak in het toilet opgesloten’

© Karoly Effenberger

Onder het motto ‘Stip it’ – en vier puntjes op de hand – loopt van 14 februari tot 21 februari 2020 de Vlaamse Week tegen Pesten, een initiatief van het netwerk Kies Kleur tegen Pesten.

Pesten kan even schadelijke gevolgen hebben als seksueel misbruik, zo blijkt uit onderzoek. Gelukkig, zegt Katrien Vissers van Tumult vzw, een van de organisaties achter het netwerk Kies Kleur tegen Pesten, zijn we ons de laatste tijd veel bewuster geworden van het probleem. ‘Vroeger kreeg een gepest kind nog vaak als antwoord: “Je moet tegen een stootje kunnen.” Het moest zijn probleem zelf oplossen. Wij zijn ervan overtuigd dat de oplossing zich in de omgeving van het kind bevindt. We willen bereiken dat alle betrokkenen zich voldoende sterk voelen om erover te praten. Zij kunnen het pesten melden, het slachtoffer steunen en de pester aanspreken op zijn gedrag. Als we hen in beweging krijgen, kunnen we iets veranderen.’

Het netwerk Kies Kleur tegen Pesten voert het hele jaar actie, maar in de Vlaamse Week tegen Pesten stelt het zijn boodschap op scherp. Ook jongerenzender Ketnet en het jongerenplatform WAT WAT dragen mee de boodschap uit. Zo worden jongeren via filmpjes aangezet om de ‘move tegen pesten’ te zetten, die bestaat uit vier stippen: 1. Ik vind pesten niet oké en zal er nooit aan meedoen. 2. Ik praat erover als pesten mij verdrietig of bang maakt. 3. Ik sluit niemand uit, voor mij hoort iedereen erbij. En 4. Ik zal altijd proberen op te komen voor iemand die gepest wordt.


ANDREAS POECK (17)

Scholier

ANDREAS POECK (17)
ANDREAS POECK (17)© KAROLY EFFENBERGER

‘In het eerste middelbaar woog ik 135 kilo en had ik veel puistjes, ik heb ook autisme en reageer daardoor weleens anders dan anderen. De jongens van mijn klas troggelden geld van me af of dwongen me sigaretten voor hen te kopen. Ze gooiden mijn boterhammen weg en zeiden: “Je bent toch al dik genoeg.” Of: “Puistenkop, je wast je niet!”, terwijl ik wel drie keer per dag mijn huid reinigde.

Vaak achtervolgden ze me van school tot aan het station, met negen man liepen ze achter me aan en duwden me. Ik durfde niets terug te doen. Ik werd ook niet kwaad, alleen heel verdrietig. Ik heb er lang niet over gepraat, ook niet met mijn ouders. Ik was bang dat ze de school of het CLB zouden aanspreken en ik wilde niet nog meer in de problemen raken. Ik leed vanbinnen en liet niets zien aan de buitenkant, tot ik begon te denken aan zelfdoding en opgenomen werd in de psychiatrie. Dat jaar heb ik moeten overdoen.

Het pesten is gestopt toen ik naar mijn huidige school ben gekomen. Ik ben inmiddels 40 kilo vermagerd door te sporten en gezond te eten. Ik leer ook bij, er zijn al momenten dat ik van me af durf te bijten.

Ik heb geleerd dat niet iedereen even goed is, maar gelukkig kom ik ook veel mooie mensen tegen. In de KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd, nvdr) bijvoorbeeld heb ik echte vrienden, daar ben ik nooit gepest. Daar ga ik nu voor leider.’

www.kieskleurtegenpesten.be

SARAH NAGELS (23)

Student orthopedagogie

SARAH NAGELS (23)
SARAH NAGELS (23)© KAROLY EFFENBERGER

‘Al in de lagere school merkte ik dat ik andere interesses had dan de meisjes van mijn klas. Ik las graag, deed mijn best, had goeie punten. Dat werd niet leuk gevonden. Eerst noemden ze me “seut” en “brillenkas”, later werd ik ook geïntimideerd. Ze dreven me in een hoekje en lieten me niet gaan tot ik deed wat ze wilden. Ze dwongen me een jongen te kussen, bijvoorbeeld. In die tijd heb ik me vaak in het toilet opgesloten.

Vaak ben ik ook naar een leerkracht gegaan, maar als antwoord kreeg ik meestal: “Je moet wat assertiever zijn” of “kom eens op voor jezelf”. Daardoor kreeg ik het gevoel dat alles mijn eigen schuld was. Misschien lok ik het zelf uit, dacht ik. En ook: mensen moeten mij niet, er is iets mis met mij. Ik werd steeds onzekerder en voelde me heel alleen. Dat maakte van mij nog een gemakkelijker slachtoffer, vrees ik.

Nooit heb ik wraakgevoelens gehad, maar aan mijn onzekerheid werk ik nog steeds. Ik moet mezelf durven te tonen, wat anderen daarvan ook vinden. Je kunt nooit voor iedereen goed doen. Ik wil authentiek zijn. En ik ga ervan uit dat ik dan wel de juiste mensen zal tegenkomen.’


ANDREAS POECK (17)

Scholier

ANDREAS POECK (17)
ANDREAS POECK (17)© KAROLY EFFENBERGER

‘In het eerste middelbaar woog ik 135 kilo en had ik veel puistjes, ik heb ook autisme en reageer daardoor weleens anders dan anderen. De jongens van mijn klas troggelden geld van me af of dwongen me sigaretten voor hen te kopen. Ze gooiden mijn boterhammen weg en zeiden: “Je bent toch al dik genoeg.” Of: “Puistenkop, je wast je niet!”, terwijl ik wel drie keer per dag mijn huid reinigde.

Vaak achtervolgden ze me van school tot aan het station, met negen man liepen ze achter me aan en duwden me. Ik durfde niets terug te doen. Ik werd ook niet kwaad, alleen heel verdrietig. Ik heb er lang niet over gepraat, ook niet met mijn ouders. Ik was bang dat ze de school of het CLB zouden aanspreken en ik wilde niet nog meer in de problemen raken. Ik leed vanbinnen en liet niets zien aan de buitenkant, tot ik begon te denken aan zelfdoding en opgenomen werd in de psychiatrie. Dat jaar heb ik moeten overdoen.

Het pesten is gestopt toen ik naar mijn huidige school ben gekomen. Ik ben inmiddels 40 kilo vermagerd door te sporten en gezond te eten. Ik leer ook bij, er zijn al momenten dat ik van me af durf te bijten.

Ik heb geleerd dat niet iedereen even goed is, maar gelukkig kom ik ook veel mooie mensen tegen. In de KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd, nvdr) bijvoorbeeld heb ik echte vrienden, daar ben ik nooit gepest. Daar ga ik nu voor leider.’

www.kieskleurtegenpesten.be

KAATJE VERMEIREN (27)

Psycholoog

KAATJE VERMEIREN (27)
KAATJE VERMEIREN (27)© KAROLY EFFENBERGER

‘In een klas is het altijd duidelijk wie de populaire kinderen zijn. Ik was dat niet. Ik was een stil, angstig kind met weinig zelfvertrouwen, waardoor ik niet graag deelnam aan spelletjes. Meestal was ik bang dat ik het niet zou kunnen. Meerdere jaren in de lagere school werd ik gepest. Ik zonderde me dan af, ging aan de kant zitten. Tijdens de speeltijd kroop ik in de ballenkast, daar in het donker voelde het veilig.

Ik wilde niet opvallen en durfde niet in nieuwe kleren of met een ander kapsel naar school te gaan, bang voor kwetsende opmerkingen. Ik wilde me wegstoppen, onzichtbaar zijn. Nog steeds ben ik bang in groepssfeer en ga ik reacties snel negatief interpreteren. Pijnpunten worden snel geactiveerd: de schrik om er niet bij te horen, uitgesloten te worden, niet graag gezien te worden.

Ik ben psychologie gaan studeren. Dat had wellicht te maken met een antwoord willen vinden op de vraag: bestaan hier oplossingen voor? En wat kan ik zelf in handen nemen? Dankzij die studie en intensieve therapie ben ik eruit geraakt. Nu zet ik me professioneel in voor minderheden. Ik voel me nu in een sterkere positie, waardoor ik iets voor mensen kan betekenen. Vandaag weet ik ook dat ik best in staat ben om vrienden te maken, terwijl ik als kind altijd te horen kreeg dat ik geen sociale vaardigheden had.’


SARAH NAGELS (23)

Student orthopedagogie

SARAH NAGELS (23)
SARAH NAGELS (23)© KAROLY EFFENBERGER

‘Al in de lagere school merkte ik dat ik andere interesses had dan de meisjes van mijn klas. Ik las graag, deed mijn best, had goeie punten. Dat werd niet leuk gevonden. Eerst noemden ze me “seut” en “brillenkas”, later werd ik ook geïntimideerd. Ze dreven me in een hoekje en lieten me niet gaan tot ik deed wat ze wilden. Ze dwongen me een jongen te kussen, bijvoorbeeld. In die tijd heb ik me vaak in het toilet opgesloten.

Vaak ben ik ook naar een leerkracht gegaan, maar als antwoord kreeg ik meestal: “Je moet wat assertiever zijn” of “kom eens op voor jezelf”. Daardoor kreeg ik het gevoel dat alles mijn eigen schuld was. Misschien lok ik het zelf uit, dacht ik. En ook: mensen moeten mij niet, er is iets mis met mij. Ik werd steeds onzekerder en voelde me heel alleen. Dat maakte van mij nog een gemakkelijker slachtoffer, vrees ik.

Nooit heb ik wraakgevoelens gehad, maar aan mijn onzekerheid werk ik nog steeds. Ik moet mezelf durven te tonen, wat anderen daarvan ook vinden. Je kunt nooit voor iedereen goed doen. Ik wil authentiek zijn. En ik ga ervan uit dat ik dan wel de juiste mensen zal tegenkomen.’


ANDREAS POECK (17)

Scholier

ANDREAS POECK (17)
ANDREAS POECK (17)© KAROLY EFFENBERGER

‘In het eerste middelbaar woog ik 135 kilo en had ik veel puistjes, ik heb ook autisme en reageer daardoor weleens anders dan anderen. De jongens van mijn klas troggelden geld van me af of dwongen me sigaretten voor hen te kopen. Ze gooiden mijn boterhammen weg en zeiden: “Je bent toch al dik genoeg.” Of: “Puistenkop, je wast je niet!”, terwijl ik wel drie keer per dag mijn huid reinigde.

Vaak achtervolgden ze me van school tot aan het station, met negen man liepen ze achter me aan en duwden me. Ik durfde niets terug te doen. Ik werd ook niet kwaad, alleen heel verdrietig. Ik heb er lang niet over gepraat, ook niet met mijn ouders. Ik was bang dat ze de school of het CLB zouden aanspreken en ik wilde niet nog meer in de problemen raken. Ik leed vanbinnen en liet niets zien aan de buitenkant, tot ik begon te denken aan zelfdoding en opgenomen werd in de psychiatrie. Dat jaar heb ik moeten overdoen.

Het pesten is gestopt toen ik naar mijn huidige school ben gekomen. Ik ben inmiddels 40 kilo vermagerd door te sporten en gezond te eten. Ik leer ook bij, er zijn al momenten dat ik van me af durf te bijten.

Ik heb geleerd dat niet iedereen even goed is, maar gelukkig kom ik ook veel mooie mensen tegen. In de KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd, nvdr) bijvoorbeeld heb ik echte vrienden, daar ben ik nooit gepest. Daar ga ik nu voor leider.’

www.kieskleurtegenpesten.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content