Vlaamse topviroloog Peter Piot is zelf coronapatiënt: ‘Eindelijk heeft een virus me te pakken’
Nooit eerder in zijn leven werd hij zo ernstig ziek: de wereldvermaarde Belgische viroloog Peter Piot werd compleet onderuitgehaald door het coronavirus. ‘Ik heb mijn leven gewijd aan het bestrijden van virussen en eindelijk kunnen ze weerwraak nemen, dacht ik.’
Peter Piot oogt vermoeid tijdens het videogesprek dat Knack vorig weekend met hem had. Het is zijn eerste interview sinds hij half maart besmet werd met het coronavirus. Als hij in zijn huis in Londen een trap op moet om een boek te halen, komt hij buiten adem terug. Hij hoest geregeld. Maar het virus heeft zijn gedrevenheid niet kleingekregen. Anderhalf uur vertelt hij – in het begin wat aarzelend, want het was een emotionele ervaring en hij is geen emotionele mens – over hoe de ziekte hem heeft getroffen. Het baart hem ook grote zorgen dat de gevolgen van het coronavirus voor de samenleving schromelijk worden onderschat.
De Britse overheid betaalt álle kosten voor álle coronapatiënten. Ik lag op mijn kamer met een dakloze, een Colombiaanse schoonmaker en een man uit Bangladesh.
‘Op 19 maart had ik opeens hoge koorts en een stekende hoofdpijn. Bizar was dat mijn schedel en haar heel pijnlijk aanvoelden. Ik moest toen nog niet hoesten, maar mijn eerste reflex was toch: ik heb het zitten. Ik ben wel blijven werken – ik ben een workaholic – maar van huis uit. We hebben vorig jaar met de London School of Hygiene and Tropical Medicine zwaar ingezet op telewerken, zodat we minder hoefden te reizen. Die investering in het kader van de strijd tegen de klimaatopwarming komt nu natuurlijk goed van pas.
‘Omdat het onmogelijk was me bij de National Health Service te laten testen, heb ik het in een privéziekenhuis laten doen. Ik bleek positief voor covid-19, zoals ik had vermoed. Dan hoop je dat het snel overgaat. Ik heb me thuis in de gastenkamer in isolatie geplaatst. Maar de koorts ging niet weg. Ik was nog nooit ernstig ziek geweest en heb de laatste tien jaar geen dag ziekteverzuim gehad. Ik leef vrij gezond en loop regelmatig. De enige risicofactor voor corona is mijn leeftijd – ik ben 71. Ik ben een optimist, dus dacht ik dat het wel zou overgaan. Maar op 1 april kreeg ik van een bevriende arts het advies me eens grondig te laten onderzoeken, want de koorts en vooral de uitputting werden erger en erger.’
100 procent patiënt
‘Toen bleek dat ik een zwaar zuurstoftekort had, hoewel ik nog altijd niet kortademig was. Foto’s van mijn longen lieten zien dat ik een ernstige longontsteking had, typisch voor covid-19. Ik voelde me constant uitgeput, hoewel ik iemand ben die altijd bruist van energie. Ik was niet gewoon moe, maar totaal uitgeput – dat gevoel vergeet ik nooit meer. Een ziekenhuisopname drong zich op, hoewel ik ondertussen negatief testte voor het virus. Ook dat is typisch voor covid-19: het virus verdwijnt, maar de gevolgen ervan blijven weken nazinderen.
‘Ik was bezorgd dat men mij in het ziekenhuis meteen aan een longbeademingsmachine zou hangen, want ik had publicaties gezien waaruit bleek dat de sterftekansen verhogen als je aan zo’n machine hangt. De schrik zat er goed in, maar gelukkig kreeg ik eerst gewoon een zuurstofmasker en dat bleek te werken. Zo belandde ik in een isolatiekamer in het voorportaal van de afdeling Intensieve Zorg. Je bent moe, dus je berust. Je geeft je volledig over aan de verpleging. Je leeft in een routine van spuit naar infuus en hoopt dat je het haalt. Ik ben gewoonlijk nogal proactief in mijn optreden, maar hier was ik 100 procent patiënt.
‘Ik merkte dat de publieke gezondheidszorg in Engeland niet discrimineert. Ik heb een speciale hospitalisatieverzekering, maar de dure privéklinieken in Engeland willen geen covidpatiënten behandelen, die delegeren ze zonder schroom naar de overheid. Die betaalt alle kosten voor verzorging en medicatie, voor iedereen – dat is toch wel indrukwekkend. Ik lag op mijn kamer samen met een dakloze, een Colombiaanse schoonmaker en een man uit Bangladesh – overigens alle drie diabetespatiënten, wat strookt met het plaatje dat van de ziekte bekend is. Het waren eenzame dagen en nachten, want niemand had de fut om te praten. Ik kon wekenlang alleen maar fluisteren, zelfs nu verliest mijn stem ’s avonds aan kracht. Maar altijd speelde de kwestie in mijn hoofd: hoe ga ik hieruit komen?
‘Na meer dan veertig jaar strijd leveren tegen virussen over heel de wereld ben ik dus ervaringsdeskundige qua besmetting geworden. Ik ben blij dat het corona was en geen ebola, hoewel ik gisteren een wetenschappelijke studie las die concludeerde dat je 30 procent kans hebt om te sterven als je met covid-19 in een Brits ziekenhuis terechtkomt. Dat is ongeveer dezelfde mortaliteit als veroorzaakt door ebola in 2014 in West-Afrika. Je verliest dan soms de wetenschappelijke nuchterheid en geeft je over aan emotionele bespiegelingen. Ze hebben me te pakken, dacht ik soms. Ik heb mijn leven gewijd aan het bestrijden van virussen en eindelijk kunnen ze weerwraak nemen. Een week lang heb ik tussen hemel en aarde gebalanceerd, op het randje van wat het einde had kunnen betekenen.
‘Nadat ik na een lange week uit het ziekenhuis ontslagen werd, ben ik met het openbaar vervoer naar huis gereden. Ik wilde de stad zien, met haar lege straten, haar gesloten pubs en haar verrassend frisse lucht. Er was niemand op straat – een bevreemdende ervaring. Ik kon niet goed stappen, want mijn spieren waren verzwakt van het liggen en het gebrek aan beweging, wat in principe niet goed is voor de behandeling van een longaandoening, maar dit virus is zo speciaal dat je geen alternatief hebt. Thuis heb ik lang zitten huilen. Ik heb ook een tijd slecht geslapen, omdat het risico dat er alsnog iets ernstigs mis zou lopen door je hoofd blijft spoken. Je zit weer opgesloten, maar zulke dingen ga je relativeren. Ik heb nu nog meer bewondering voor Nelson Mandela dan vroeger. Die man zat 27 jaar opgesloten in een gevangenis, maar kwam daar uit als een grote verzoener.’
Ik word kregelig van de vele commentatoren die zonder veel inzicht vanaf de zijlijn kritiek spuien op de wetenschappers en beleidslui die hard hun best doen om het virus onder controle te krijgen.
Een dronken piloot
‘Ik heb altijd groot respect voor virussen gehad, en dat is nu niet verminderd. Ik heb een groot deel van mijn leven gewijd aan de strijd tegen het aidsvirus. Dat is zo’n snugger ding. Het ontsnapt aan alles wat we uitproberen om het aan banden te leggen. De eerste indicaties voor aids doken op in het begin van de jaren 1980, maar vandaag hebben we er nog altijd geen vaccin tegen en er is geen genezing mogelijk. We kunnen alleen de symptomen van de ziekte onderdrukken, maar het virus krijgen we niet weg. Elk jaar besmet het wereldwijd nog altijd ongeveer 1,6 miljoen mensen. Maar nu ik zelf de dwingende aanwezigheid van een virus in mijn lichaam heb gevoeld, kijk ik er toch anders tegenaan. Het zal mijn leven veranderen, besef ik, ondanks de confronterende ervaringen die ik eerder met virussen heb gehad. Je voelt je kwetsbaarder.
‘In 1976 maakte ik deel uit van het team dat in het Congolese plaatsje Yambuku de allereerste ebolacrisis onderzocht – ik was toen 27 jaar jong en gebrand op avontuur. Het is een mirakel dat ik dat heb overleefd. We kregen bloedstalen van patiënten in thermosflessen, en ik nam bloed van patiënten zonder mondmasker of veiligheidskledij. Ik ben er steeds meer van overtuigd dat het belangrijkste in het leven de afwezigheid van tegenslag is. Tijdens die trip weigerde ik eens in een helikopter te stappen, omdat de piloot dronken was en er onweer dreigde. Dat toestel is tijdens de vlucht neergestort. Niemand overleefde het, inbegrepen de man die blij was dat hij mijn plaats kon innemen. Over ebola maak ik me evenwel niet zo veel zorgen. Het is een dodelijk virus, maar het is niet aangepast aan de mens. Het is eerder een accident de parcours.
‘Een week nadat ik na mijn covidbehandeling uit het ziekenhuis ontslagen was, werd ik steeds kortademiger. Ik moest opnieuw naar het ziekenhuis, maar kon gelukkig ambulant behandeld worden. Ik bleek last te hebben van een nieuwe longaandoening, veroorzaakt door een zogenaamde cytokinestorm. Dat is een gevolg van het in overdrive gaan van je afweer. Veel mensen sterven niet aan de weefselschade veroorzaakt door het virus, maar aan de overdreven reacties van hun afweer die er geen raad mee weet. Daar moet ik nog altijd voor behandeld worden, met hoge dosissen corticosteroïden die je immuunsysteem afremmen. Als ik die storm had gekregen samen met de symptomen van de virale uitbraak in mijn lichaam had ik het niet overleefd. Mijn hartslag ging omhoog tot 170 slagen per minuut – ook dat moet medicamenteus onder controle gehouden worden. Het is een onderschatte factor van het virus: het kan waarschijnlijk alle organen in ons lichaam treffen.
‘Veel mensen denken dat covid-19 iets is waaraan 1 procent van de patiënten sterft, terwijl de rest wegkomt met wat griepachtige symptomen. Maar het verhaal wordt gecompliceerder. Veel mensen zullen achterblijven met chronische problemen aan hun nieren en hun hart. Zelfs hun neurologie raakt ontregeld. Het zal gaan om honderdduizenden mensen wereldwijd, mogelijk meer, die de rest van hun leven behandelingen als nierdialysen nodig zullen hebben. Hoe meer we te weten komen over het coronavirus, hoe meer vragen er opduiken. Het is de hoofdreden waarom er zo veel debat is over wat er moet gebeuren, want er is zo veel dat we nog niet weten. Het virus is nieuw voor iedereen. Daarom word ik zo kregelig van de vele commentatoren die zonder veel inzicht vanaf de zijlijn kritiek spuien op de mensen – wetenschappers en beleidslui – die hard hun best doen om het virus onder controle te krijgen. Dat is heel unfair.’
Asperges en goede wijn
‘Ik ben goed bevriend met het hoofd van het Chinese Center for Disease Control. Ik heb de ontwikkelingen in de coronacrisis dus vanaf het begin op de voet kunnen volgen, vanaf januari. We dachten aanvankelijk dat het een nieuwe versie van het SARS-virus was, dat in 2003 in China opdook maar een vrij beperkte impact had. We gingen ervan uit dat het ook nu zo zou zijn. Eind januari werden er op het World Economic Forum in het Zwitserse Davos nog sessies over pandemieën geannuleerd, omdat niemand dacht dat ze nodig waren. Maar we wisten wel dat als het virus wereldwijd zou gaan, we een groot probleem zouden hebben. En het ging wereldwijd. SARS manifesteert zich uitsluitend diep in de longen, terwijl het coronavirus ook in de bovenste luchtwegen floreert, waardoor het gemakkelijker verspreid wordt. Ik ben ervan overtuigd dat de sterftecijfers veroorzaakt door het virus sterk onderschat zijn.
‘Vandaag (2 mei, nvdr) voel ik me voor het eerst sinds lang weer min of meer in vorm. Ik heb witte asperges gegeten, die ik bij een Turkse groenteboer bij me thuis om de hoek bestel – ik ben afkomstig van Keerbergen, een aspergegemeente. De foto’s van mijn longen zijn eindelijk weer beter – daar heb ik voor het eerst sinds lang een goede fles wijn voor opengetrokken. Ik wil weer aan de slag, hoewel mijn activiteit nog een tijdje beperkt zal blijven. Het eerste wat ik weer oppik is mijn werk als corona-adviseur van Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen.
‘De Commissie gaat sterk inzetten op de ontwikkeling van een vaccin. Laat het duidelijk zijn: zonder coronavaccin gaan we nooit meer normaal kunnen leven. De enige echte exitstrategie uit deze crisis is een vaccin dat wereldwijd kan worden uitgerold. Dat impliceert niet alleen het ontwikkelen van een vaccin, maar ook het maken van miljarden dosissen en ampullen, wat alleen al qua industriële logistiek een gigantische uitdaging is. Ondanks de inspanningen is het nog altijd niet zeker dat het mogelijk zal zijn een vaccin tegen het coronavirus te ontwikkelen. In het slechtste geval gaan we niets anders kunnen doen dan proberen de schade te beperken.
‘Ook wat de ontwikkeling van geneesmiddelen betreft, moeten we vooralsnog bescheiden blijven. Na vele jaren intensief onderzoek hebben we nog altijd geen middel dat griep geneest. Je kunt wel wat ingrijpen op de symptomen en de ziekte wat verkorten, maar een echte behandeling is dat niet. Er is zicht op een eerste behandeling voor covid-19, maar als je te ver gevorderd bent in de ziekte helpt ze niet meer. Het is onwaarschijnlijk hoe moeilijk het is om greep te krijgen op dit virus. We zullen noodgedwongen diep moeten nadenken over welke afwegingen we gaan maken, welke balans tussen volksgezondheid en economie we zullen hanteren. We moeten er wel over waken dat we niet in eugenetische debatten vervallen. Hier in Engeland pleiten sommige instanties al voor het stoppen van alle medicamenteuze behandelingen voor zeventigplussers. Dan is het niet langer alleen het virus dat een gruwelijke selectie van de zwaksten in onze samenleving als slachtoffer maakt. Ik blijf erbij dat elk mensenleven in alle omstandigheden belangrijk is.’
The Big One
‘Men spreekt nu veel over contact- tracing om het virus onder controle te houden. Besmette mensen zullen worden gescreend op wie ze de week voor hun besmetting ontmoet hebben. Ik ben zeker besmet in Engeland, niet in een of ander exotisch oord. Maar ik heb in de week voor mijn besmetting met minstens 150 personen contact gehad. Dat is veel om op te volgen. Mijn vrouw weet nog altijd niet of zij ook besmet is geweest. Mijn dochter wel, maar die was er na drie dagen vanaf. Ik weet trouwens niet of ik immuun ben voor het virus, nu ik zo ziek ben geweest, want zelfs die elementaire informatie rond het opbouwen van weerstand is er nog altijd niet.
‘Sinds 2014 geef ik een voordracht rond de vraag: “Zijn we klaar voor de volgende pandemie?” We wisten zeker dat ze er zou komen, en de kans was groot dat het een virus van de luchtwegen zou zijn. Het is een beetje zoals de dreiging van The Big One die permanent over Californië hangt: een enorme aardbeving die Silicon Valley van de kaart zal vegen. De vraag is niet of het zal gebeuren, maar wanneer: volgende week of over honderd jaar? De vraag is ook hoe je de wereld moet voorbereiden op een pandemie zonder dat je er een tijdsperspectief voor hebt.
‘Je ziet knarsetandend dat de grote voornemens die na SARS of na de uitbraak van de Mexicaanse griep in 2009 geformuleerd werden, stilletjes in bureaucratische lades geschoven worden als de crisis van de voorpagina’s is verdwenen. Alsof je de brandweer afschaft zodra het huis geblust is en pas opnieuw opricht bij de volgende brand. Zo gaat er veel essentiële tijd verloren als er een crisis opduikt. De titel van mijn boek over viruscrisissen uit 2012 is niet voor niets No Time to Lose ( Geen tijd te verliezen, Uitgeverij Lannoo).
Nu ik de dood in de ogen heb gekeken, ben ik nog minder vatbaar voor nonsens en bullshit dan vroeger. Ik ga dus door op mijn elan.
‘We weten ook niet wat we bij een nieuwe pandemie kunnen verwachten. Er zijn echte horrorscenario’s mogelijk, zoals een combinatie van een virus met de besmettelijkheid van corona en de mortaliteit van het marburgvirus dat 90 procent van de besmette mensen doodt. De omstandigheden worden ook steeds beter voor virussen. Er zijn veel meer mensen dan vroeger, we leven dichter op elkaar en we reizen meer – allemaal factoren die het overspringen van virussen van dieren naar mensen bevorderen. De kans dat een besmettelijke virale uitbraak vandaag beperkt blijft tot een provincie in China is zo goed als nihil.’
Mazelen en kinkhoest
‘Ook de industriële voedselproductie vormt een risico. Het is in sommige kringen bon ton om sceptisch te doen over de overdreven bureaucratie die in Europa rond voedselhygiëne en -inspectie is gegroeid, maar ze heeft ons leven wel veiliger gemaakt. Het feit dat melk nu gepasteuriseerd wordt, heeft het overdragen van tuberculose van koeien naar mensen bij ons zo goed als uitgeroeid. De befaamde Franse microbiologiepionier Louis Pasteur heeft ooit gezegd: “De microben zullen altijd het laatste woord hebben.” We zijn dat een beetje vergeten, omdat antibiotica en vaccins de voorbije halve eeuw zo veel levens hebben gered. Ik heb als kind nog mazelen en kinkhoest gehad, maar vandaag wordt de meeste kinderen die ellende bespaard. Veel mensen beseffen niet dat we ons lang leven aan die wetenschappelijke doorbraken te danken hebben.
‘Maar we leven in een permanente wedloop met microben. Veel bacteriën hebben weerstand tegen antibiotica ontwikkeld, en als we dat probleem niet opgelost krijgen, dreigen er catastrofes. Zware chirurgische ingrepen en kankerbehandelingen worden dan onmogelijk. Er is tegenwoordig ook de paradox dat mensen die hun leven aan vaccins te danken hebben, niet meer willen dat hun kinderen gevaccineerd worden. Dat kan een probleem worden als we een vaccin willen uitrollen tegen het coronavirus, want als te veel mensen niet mee willen, krijgen we de pandemie nooit onder controle. Ik beschouw het als een gevolg van het “atomiseren” van meningen: ik ben niet tegen sociale media, hoewel ik ze zelf niet gebruik, maar het wordt toch steeds meer iets van Me, Myself and I. Je ziet dat ook in de politiek, kijk naar de brexit hier in Engeland of de federale regeringsvorming in België. Maar op een bepaald ogenblik moeten we wel krachtige antwoorden beginnen te formuleren.
‘Want we moeten er niet aan twijfelen: de economische schokgolf die het coronavirus veroorzaakt, zal groter zijn dan die na de financiële crisis in 2008. De Europese Commissie beschouwt het als de grootste crisis van onze tijd. Er zullen zware implicaties zijn wat betreft armoede en werkloosheid, en hoe we die in ons maatschappijmodel gaan absorberen. De vraag zal zich opdringen of er nog geïnvesteerd kan worden in de strijd tegen de klimaatopwarming, want die is duidelijk aan het versnellen. Je kunt ook zeggen dat er meer mensen sterven aan kanker of aan de gevolgen van roken, maar te weinig mensen beseffen hoe ontwrichtend dit virus voor onze maatschappij is.
‘Het steeds sterker individualiseren van de mens botst met de bijna middeleeuwse quarantainemaatregelen die we nu nemen om het virus in te dijken. Dat kunnen we niet volhouden – je voelt al dat het geduld afneemt. Het is zo te voorspellen dat zelfs het langzaam loslaten van de maatregelen tot een nieuwe stijging van het aantal ziektegevallen zal leiden, wat opnieuw kritiek zal losmaken. In mijn instituut werken dertig briljante wiskundigen aan modellen over hoe een virusziekte evolueert. Er is evenwel altijd één cruciaal element waar ze geen greep op hebben: hoe zullen mensen op een maatregel reageren? Dat verschilt uiteraard van plaats tot plaats. Wat in Singapore mogelijk is, kan misschien niet bij ons.
‘Wat ik wel hoop, is dat de crisis op een aantal vlakken politieke spanningen zal verzachten. Het is misschien een illusie, maar we hebben in het verleden gezien dat campagnes voor poliovaccinaties her en der tot wapenstilstanden hebben geleid. Zo hoop ik ook dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), die schitterend werk levert in de strijd tegen covid-19, hervormd zal kunnen worden om ze minder bureaucratisch te maken en minder afhankelijk van de adviserende comités waarin afzonderlijke landen vooral hun eigen belangen verdedigen. Daardoor wordt de WHO te vaak speelbal van de politiek.
‘Maar goed, ik blijf een geboren optimist. En nu ik de dood in de ogen heb gekeken, ben ik nog minder vatbaar voor nonsens en bullshit dan vroeger. Ik ga dus rustig door op mijn elan, weliswaar selectiever dan voor mijn ziekte. In Engeland moet je niet met pensioen op je 65e, zoals in België. Ik beschouw verplichte pensionering als een schending van de mensenrechten en een discriminatie op basis van leeftijd. Maar op een strand gaan liggen met een boek is sowieso niets voor mij.’
Peter Piot
– ° 1949: Keerbergen
– 1974: afgestudeerd als arts (UGent)
– 1976: ontdekt het ebolavirus in Congo
– 1980: doctor in de microbiologie (UAntwerpen)
– 1980-1992: professor microbiologie (ITG)
– 1992-1995: aidsexpert bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
– 1995-2008: hoofd UNAIDS
– Vanaf 2010: hoofd London School of Hygiene and Tropical Medicine
Up-to-date overzicht: alles wat u moet weten over de coronacrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier